Vorig jaar is de woningvoorraad van de woningcorporaties in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) gegroeid met 2.439 sociale huurwoningen en huurwoningen in het middensegment. Deze groei is veel groter dan in voorgaande jaren door een flinke toename van de nieuwbouwproductie. Zo blijkt uit het jaaroverzicht van het Platform Corporaties Metropoolregio Amsterdam (PCMRA). Maar lang niet overal is sprake van groei van de corporatievoorraad; in de helft van de gemeenten werd geen enkele corporatiewoning opgeleverd.
In 2023 groeide het corporatiebezit met slechts 1.278 woningen, in 2022 met 1.960 woningen. Groei is het resultaat van nieuwbouw minus sloop en verkoop. In 2024 hebben de woningcorporaties in de MRA in totaal 4.248 nieuwe woningen opgeleverd, veel meer dan in 2022 (3.684 woningen) en 2023 (2.986 woningen). Bijna de helft van de nieuwbouw is gerealiseerd in Amsterdam (2.084 woningen). Buiten Amsterdam zijn de meeste woningen gebouwd in Almere en Lelystad (666 woningen), gevolgd door Zuid-Kennemerland-IJmond (602 woningen). De toename in dat deelgebied valt op, in 2023 werden in Zuid-Kennemerland en IJmond nauwelijks nieuwe corporatiewoningen toegevoegd. Veruit het grootste deel van de nieuwbouwproductie bestaat uit zelfstandige sociale huurwoningen (94 procent). Van al die nieuwe woningen had bijna zeventig procent een huurprijs tot de zogeheten tweede aftoppingsgrens.
Woningcorporaties spelen een belangrijke rol in de totale bouwproductie. In de MRA werden vorig jaar ongeveer 14.000 nieuwe woningen opgeleverd; 29 procent van die nieuwbouwproductie bestaat uit de bouw van duurzame sociale huurwoningen. Binnen de MRA verschilt het percentage tussen de deelregio’s. In Zuid-Kennemerland en IJmond vormt sociale nieuwbouw van corporaties 42 procent van de totale woningbouwproductie. In Amstelveen-Meerlanden beslaat sociale woningbouw door corporaties slechts 10 procent van de bouwstroom.
Sloop en verkoop
Vaker is sprake van vervangende nieuwbouw. In 2024 hebben de corporaties in de MRA bijna duizend woningen gesloopt; drie van de vier gesloopte woningen stonden in Amsterdam. Vooral in Amsterdam en Zaanstreek-Waterland is sprake van meer sloop. In beide regio’s is het aantal gesloopte woningen meer dan verdubbeld ten opzichte van het jaar 2023. Ook hebben de MRA-corporaties vorig jaar ruim negenhonderd woningen verkocht, 87 procent van die woningen kwam in handen van particuliere eigenaren. Het aantal woningverkopen daalt wel, aldus het platform. In 2023 verkochten de corporaties 1.033 woningen, het jaar daarvoor werden nog 952 woningen naar de koopmarkt gebracht.
De woningcorporaties werken naar eigen zeggen hard aan de verduurzaming van hun woningbezit. De woningen met de slechtste labels krijgen de hoogste prioriteit, maar eind 2024 had nog 8 procent van de zelfstandige woningen een E-,F-, of G-label. In totaal hebben bijna 32.000 woningen nog een slecht tot heel slecht energielabel, maar het aantal slechte woningen daalt wel. In 2023 had 13 procent van de zelfstandige woningen nog een slecht energielabel. Het aandeel corporatiewoningen met een slecht tot heel slecht label daalde het sterkst in Zaanstreek-Waterland.
Krimpend marktaandeel
Het totaal aantal corporatiewoningen mag dan een groei doormaken; het marktaandeel in de totale woningvoorraad krimpt. Begin 2024 was 32,6 procent van de woningvoorraad in de MRA in eigendom van woningcorporaties; in 2016 lag het percentage nog ruim twee procent hoger (34,7 procent). In 2020 was nog 35,5 procent van de woningen in bezit van corporaties. De afgelopen vier jaar nam het marktaandeel van corporaties in alle deelregio’s af, maar de afname was relatief het grootst in Zaanstreek-Waterland: van 32,8 naar 31,6 procent. Wel blijft Zaanstreek-Waterland na Amsterdam (34,5 procent) de regio met het grootste aandeel corporatiewoningen.
Het jaaroverzicht biedt ook inzicht in het gebruik van corporatiewoningen. Meer dan de helft van de huurders van corporaties woont alleen. En ruim een kwart van de huishoudens (28 procent) bestaat uit gezinnen, waarvan de helft vervolgens één ouder telt. Amsterdam kent relatief de meeste alleenstaande huurders: 58 procent. In Zaanstreek-Waterland wordt één op de vijf corporatiewoningen bewoond door stellen zonder kinderen. Eenoudergezinnen komen het meest voor in Almere en Lelystad (23 procent). Verder blijkt dat bij bijna twintig procent van de huurders, ruim 75.000 huishoudens, sprake is van een midden- of hoger inkomen. Daarmee vallen zij buiten de primaire- en secundaire doelgroep van woningcorporaties.
Meer overheidssturing
Anne-Jo Visser, directeur van het Platform Corporaties Metropoolregio Amsterdam, toont zich in het Jaarbericht 2025 tevreden over de groei van de corporatievoorraad en de rol van de corporaties in de totale bouwproductie. Al ziet zo ook grote verschillen binnen de Metropoolregio. “In de helft van de gemeenten in de MRA is vorig jaar geen enkele corporatiewoning opgeleverd. Dit benadrukt de noodzaak van meer sturing vanuit het Rijk en de provincies op de bouw van sociale huurwoningen. Daarom pleiten wij voor een harde norm van 30 procent sociale woningbouw voor elke gemeente.” Visser hoopt dat er snel een nieuw kabinet komt dat daadkrachtig de wooncrisis te lijf gaat. “Voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen hebben we niet alleen gepleit voor een harde norm, maar ook gevraagd om een stabiel beleid. Met minder regels en een goede samenwerking tussen overheden, corporaties en marktpartijen. We hebben geen trek in een beleid dat ons belemmert, maar vragen om een regeerprogramma waarin gekozen wordt voor woningbouwversnelling.”