Overslaan en naar de inhoud gaan
Top

5 boeken en 2 tijdschriften

Nieuwe woontrends

Bij sociaal-culturele veranderingen horen nieuwe woonvormen. De VROM-raad onderscheidde er onlangs drie in ‘Wonen in ruimte en tijd’. Om te beginnen is sprake van een toenemende behoefte aan wonen met gelijkgezinden. Wat interessante vragen oproept voor de aanhangers van het Amsterdamse uitgangspunt van ‘de ongedeelde stad’. Een tweede trend is het wonen in meer huizen of landen tegelijk.  En tot slot zien we een toename van  ‘verdienstelijking’ rond het wonen, ofwel de woning als multifunctionele belevingseenheid. Dat hoeft niet per se gebaseerd te zijn op zorg.
Grenzen tussen wonen, werken en recreëren vervagen, stelt de raad. Dat vraagt om een bredere kijk op structuurplannen en het zou ontwikkelaars aan het denken moeten zetten. Tegelijk wil de consument meer invloed op de totstandkoming van zijn woning. En, zeker niet te vergeten, de woonomgeving.
Voor gezinnen met kinderen kan het wonen in de stad overigens, zo oppert de studie, door ‘afgeschermde domeinen’ aantrekkelijk worden gemaakt.

Wonen in ruimte en tijd, een zoektocht naar sociaal-culturele trends in het wonen, een advies van de VROM-raad, Den Haag, paperback, 141 pagina’s, gratis te bestellen via www.vromraad.nl

Ontwerpen van appartementen­complexen

Architect en docent (TU Delft) Jasper van Zwol schreef een historisch overzicht met bijna tachtig internationale ontwerpen voor gestapelde woongebouwen, waaronder bijvoorbeeld het Victorieplein van J.F. Staal en Piraeus van Hans Kollhoff. Heel actueel, omdat dit gebouwtype bij stedelijke verdichting vaak als oplossing wordt aangeboden. Van Zwols biedt verder een analysemethodiek aan die het opdrachtgevers mogelijk maakt schetsen al tijdens het ontwerpproces te lezen. Handig, want wie zich blind staart op een eindproduct, kan tijdens het latere bouwproces voor verrassingen komen te staan.

Het Woongebouw, klassieke en recente ontwerpen, Jasper van Zwol, Boom/SUN Amsterdam, groot formaat paperback, 200 pagina’s, ISBN 978-90-85064-930, 24,50 euro

De eerste woningwetwoningen

Een leuk idee, het Rochdaleblok in de Van Beuningenstraat als uitgangspunt nemen voor een boek vol herinneringen over een straat. De journaliste Mirjam Brinks deed het en zorgde niet alleen voor leuke interviews, maar ook voor zinnig commentaar. Het blok staat er nog en is inmiddels monument. Met enige fantasie zou je à la Armando van ‘een plek’ kunnen spreken. Want er is tussen 1907 en nu natuurlijk veel gebeurd. Van de eenvoudige luxe (‘een eigen wc!’) te midden van schrijnende armoede, via de krakerstijd, toen geen meteropnemer zich in de buurt waagde, tot aan de vernieuwing. Lang niet alles kwam in het boek terecht. Een liquidatie in het drugsmilieu en een doelbewuste gasontploffing, die tot noodsloop van een paar woningen leidde, ontbreken. Het omheinde terrein lag jaren braak.

Van woning tot wonen, 100 jaar Van Beuningenstraat, Mirjam Brinks, Rochdale Amsterdam, hardcover, 126 pagina’s, ISBN 978-94-90439-01-9, gratis via ndeleeuw@rochdale.nl (reken op 2 weken levertijd)

Herinneringen aan de Bijlmer

In de serie ‘Amsterdamse herinneringen’ verscheen onlangs een deeltje over de Bijlmermeer. Oral history in zeer rudimentaire vorm. Het geeft een aardig beeld van de pionierstijd, toen de Bijlmer bekend stond als hypermodern stadsdeel voor beter gesitueerde huurders, vanzelfsprekend van Nederlandse origine. Maar het gaat bijna helemaal voorbij aan de gevolgen van de onafhankelijkheid van Suriname.
Afgezien van een korte inleiding ontbreken verbindende teksten, zodat de nadruk ligt op ‘oral’ en niet op ‘history’. Maar smakelijke anekdotes zijn er genoeg. Zoals over de schijngevechten bij de bushalte, als er weer eens te veel mensen waren die met de bus mee wilden. Naar de stad, een half uur verderop (De metro reed pas vanaf 1978).

Bijlmermeer, Paul Arnoldussen en Ellen Grabowsky (red.), uitgeverij Bas Lubberhuizen Amsterdam, paperback, 96 pagina’s, ISBN 978-90-5937, 12,50 euro

Nieuwe gids voor het Oostelijk Havengebied

Het Oostelijk Havengebied geldt als een vernieuwend urbaan concept. Ondanks de extreme verdichting en de hoofdzakelijk ‘blauwe’ natuur zijn bewoners er doorgaans tevreden. Daar komt natuurlijk de geschiedenis en de romantiek van een oud havengebied bij, gecombineerd met nieuwe architectuur, kunst en horeca-aanbod. Voor geïnteresseerden van elders biedt dat samen ruim voldoende materiaal voor een leuke wandel- of fietstocht. Zelf googelen hoeft dus niet meer, het kan vanaf nu aan de hand van deze informatieve en rijk geïllustreerde gids.

Ontdek het Oostelijk Havengebied, Bert Franssen c.s., cultuurhistorische uitgeverij Stokerkade Amsterdam, paperback, 240 pagina’s, ISBN 978-90-79156-078, 17,50 euro

Tijdschriften

Is het toeval dat Building Business (okt. 2009) in zijn dossier over stedelijke vitaliteit vooral Amsterdammers aan het woord laat? Als er één stad in de afgelopen twintig jaar is opgeleefd, dan is het de hoofdstad wel. Het thema is door de redactie wel breed opgevat. Zo mag ex-Ymere topman Lex Pouw verklaren, dat hij weinig op heeft met trends als sociale duurzaamheid en ‘cradle-to-cradle’. In de jaren tachtig heeft hij al eens een groene golf meegemaakt en investeerde het gemeentelijk woningbedrijf in dubbel glas en zuinige verwarmingsketels. De aandacht is nu alleen uitgebreid naar het wijkniveau. Toch blijft het bij duurzaamheid in zijn ogen draaien om de vraag of mensen een emotionele binding met een gebouw of buurt hebben. “Genieten van het loopje naar de bakker is belangrijker dan alle techniek bij elkaar.” Liefde voor de stad blijkt ook een bepalende verklaringsfactor voor de populariteit van de binnenstad bij creatieve bedrijven, meldt planoloog Jos Gadet van de dienst Ruimtelijke Ordening in een ander verhaal. Het is vooral de kleinschaligheid en de fijnmazigheid van de stedelijke structuur waar deze innovatieve bedrijfjes op af komen. En daarin is Amsterdam nu eenmaal beter  voorzien dan haar eeuwige rivaal Rotterdam. De binnenstad is ook het werkterrein van Stadsgoed-directeur Ronald Wiggers die in het blad terugblikt op de eerste tien jaar van deze restaurerende organisatie. De herontwikkeling van verwaarloosde panden legt het bedrijf geen windeieren. De waarde van het huidige bezit is al een stuk hoger dan het bedrag dat er ooit in is gestoken. Of zulke rendementen dadelijk ook in het Duivendrechtse Veld worden gemaakt, is nog onduidelijk. Wel schetst het tijdschrift Geografie (oktober 2009) in een interessant achtergrondverhaal de verschillende uitgangspunten van Amsterdam en de gemeente Ouder-Amstel voor deze nieuwbouwlocatie. De hoofdstad mag samen met de NS en een woningcorporatie de meeste grond hebben aangekocht, maar uiteindelijk beslist Ouder-Amstel over de bouwvergunningen. Dat wordt nog een spannend gevecht.