Wordt er nog gebouwd in Amsterdam, en voor wie? Je kunt Het Parool niet openslaan of weer een andere deskundige of politicus luidt de noodklok. Dat er een probleem is, kan geen mens meer zijn ontgaan. Gestelde doelen voor de bouwproductie worden bij lange na niet gehaald. De oorzaken zijn inmiddels wel duidelijk, nu de oplossingen nog. De gemeente heeft alvast een ‘P-team’ geformeerd dat stagnerende projecten vlot moet trekken. De verwachtingen van het P-team zijn hoog. ‘Failure is not an option’.
Ze moeten dit jaar “zoveel mogelijk eerste palen” helpen slaan, de experts van verschillende gemeentelijke diensten die samen het P-team vormen. Het team werd in november 2001 operationeel en kreeg als budget eenmalig 11,3 miljoen euro mee. Dat moet nog wel worden gedeeld met een werkgroep die zich voor studentenhuisvesting inzet. Een verdeelsleutel is er niet.
Het enthousiasme waarmee wordt vergaderd is er niet minder om. Termen als referentiemodel, afroomregeling, actielijst, exploitatieopzet, ten principale bespreken en dat ligt op het stadsdeelbordje passeren in sneltreinvaart de revue. Op basis van één bijeenkomst zou taalchroniqueur Jan Kuitenbrouwer al een boekje met ‘ambotaal’ kunnen samenstellen. Ondertussen wordt wel degelijk creatief gezocht naar oplossingen binnen de marges van budget, rolverdelingen en regelgeving.
het p-team | |
Opdracht: trek allereerst de gestagneerde bouwprojecten vlot die al vergevorderd zijn. In tweede instantie ook de bouwprojecten die minder ver zijn gevorderd. |
Werkwijze: vlottrekken van overleg, bemiddelen bij heronderhandeling, financiële ondersteuning, nieuwe ideeën inbrengen. Budget: 11,3 miljoen euro, te delen met de werkgroep studentenhuisvesting. Wie: van links naar rechts: Hans Tijl (Grondbedrijf), Margreet Stolk (SWD), Constan van Ginneken (SWD, voorzitter), Richard Mooser (SWD), Lies ter Voort (Bestuursdienst ROIB) en Christel Baeten (SWD,coördinator), Daniëlle de Boo (dRO) ontbreekt op de foto. |
De rol van het team zal soms moeilijk aanwijsbaar zijn, beseft voorzitter Van Ginneken: “Het blijft voorlopig gewoon sappelen en bikkelen. Het mooiste is als je over twee of drie jaar kunt zeggen dat mensen werkelijk van je inspanningen profiteren. Verder zou het goed zijn als stadsdelen en de centrale stad elkaar wat gemakkelijker vinden dankzij onze bemiddeling. Trouwens, onze werkwijze, met de kennis en netwerken van al die verschillende diensten om één tafel, zou ook tot voorbeeld kunnen strekken.”
Blusteam
“De bij bouwprojecten betrokken partijen willen vanzelfsprekend hun gelijk halen”, zegt voorzitter Constan van Ginneken. “Een bouwvergunning moet sneller verleend of de bouwkosten zijn te hoog, voorbeelden genoeg. Het P-team wil zich natuurlijk niet door één van de partijen laten gebruiken. Idealiter willen we de situatie als het ware ‘van boven’ bekijken. Maar op dit moment is onze rol eerder een van brandjesblusser dan van scheidsrechter.”
Het budget van het P-team is inderdaad beperkt, erkent Van Ginneken. “Maar op zich is het vreemd dat de centrale stad moet betalen voor het in gebreke blijven van een andere partij. Je moet ontzettend oppassen dat je geen precedenten schept. Bovendien moeten we het niet van onze miljoenen hebben. Daarvoor zijn de bedragen waarmee we te maken krijgen te groot. Een project als bij het Olympisch Stadion, met een gat van tien miljoen, is zo groot dat we ons budget alleen daaraan in één keer zouden kunnen opmaken. Zo werkt het dus niet. Hier gaan we verschillende varianten doorrekenen. Wat levert het bijvoorbeeld op als je woningen in de sociale sector na tien jaar verkoopt? Je moet eerst naar de opbrengsten kijken voordat je met geld over de brug komt.”
Volgens de voorzitter zal het P-team niet alles zelf kunnen oplossen. Uiteindelijk moet de politiek zich buigen over de regelgeving. “De vertragingsoorzaken zijn inmiddels onderzocht. Natuurlijk krijgt het gemeentebestuur aanbevelingen, ook van het P-team. Je kunt bijvoorbeeld de woningdifferentiatie per project best iets soepeler toepassen. Je hoeft niet op iedere plek dezelfde percentages sociale woningbouw te hanteren, als het over de hele stad maar in evenwicht is. Dat is politiek gezien misschien een heet hangijzer, maar je moet wel mogelijke oplossingen willen overwegen. Datzelfde geldt voor kwaliteitseisen of de verkoop van bepaalde sociale woningen.”
Ordening van Heerma
“Het gaat vaak gewoon om geld”, is de nuchtere vaststelling van P-teamlid Hans Tijl, afkomstig van het Grondbedrijf. “Je moet als een project dreigt te stagneren opnieuw gaan onderhandelen, met daaraan soms gekoppeld de vraag of het gemeentebestuur erin moet springen. In ieder geval zou ik heel graag zien welke verantwoordelijkheid iedere partij op zich neemt. Zo zijn er afspraken gemaakt over de woningbouw, maar de corporaties willen de tekorten niet dekken en wijzen naar de grondprijs – die gewoon de markt volgt – en de gestegen kosten. Over het laatste zeg ik: laat de deskundigen ernaar kijken. Maar de corporaties willen de rekening voor de extra kwaliteit die ze nastreven het liefst via een omweg bij de gemeente neerleggen.”
“Over de tekorten op de sociale woningbouw bij gemengde projecten wordt regelmatig heronderhandeld. De kosten worden binnen zo’n project verevend. Ga je als gemeente echter ook de grondprijs onder de marktkoopwoningen verlagen, dan is dat een vorm van subsidiëring. Dat roept vragen op, want in de nieuwe ordening van de woningbouw die Heerma heeft ingevoerd, is voor de gemeente helemaal geen rol als subsidiegever weggelegd.”
“Misschien moet je inderdaad overwegen zo’n subsidieregeling in het leven te roepen, als je vaststelt dat die ordening van Heerma failliet is. Maar ik stel toch vast dat de corporaties over voldoende geld kunnen beschikken. Ze kunnen de komende jaren 28 duizend woningen verkopen, dat levert een paar miljard op. Laten we eens zien of ze kunnen groeien in hun nieuwe rol. We moeten met de corporaties echt in discussie ja.”
“Ondertussen is het wel zo dat de macht van de gemeente in het huidige stelsel tamelijk beperkt is. Ook al praten sommige raadsleden nog alsof het niet tot ze is doorgedrongen dat er nieuwe afspraken over de woningbouw zijn gemaakt.”
Subsidiejunks
Lies ter Voort van de Bestuursdienst ROIB werkte eerder bij het Projectmanagementbureau. Ze is dus bekend met het samenbrengen van langs elkaar heen werkende partijen. Als voorzitter van de werkgroep stadsdeelplannen is ze binnen het P-team de specialiste op het gebied van bestuurlijke procedures.
“Respect voor de verschillende rollen is de basis voor succes”, zegt Ter Voort. “Maar wat me bij de gestagneerde bouwprojecten opvalt, is dat het vaak simpeler is dan het lijkt. Het echte probleem is vaak een geldkwestie. Het wordt alleen verergerd doordat partijen de neiging hebben zich in te graven. Je moet dan voorzichtig aan die posities gaan werken, de boel losweken. Dan komt een echte oplossing in zicht. Verschillende mogelijkheden worden doorgerekend en als sprake is van verlies moet dat worden gedeeld.”
Dat klinkt inderdaad eenvoudig. Maar heeft het P-team ook invloed op bijvoorbeeld de rol van de corporaties als projectontwikkelaars? “We constateren dat hun berekeningen soms niet goed zijn. Ze hebben wel grootse plannen, maar als verlies dreigt veranderen ze in subsidiejunks, dan mag de gemeente inspringen. Wij noch het gemeentebestuur hebben invloed op de gang van zaken binnen de corporaties. Maar een enkele keer denk ik: als je je nieuwe rol niet aankunt, word dan weer gewoon sociaal verhuurder.”
Bas Donker van Heel
Andere artikelen in deze verdieping:
Case Story: rekenfouten, dure aannemers en gebrekkige afstemming
De wondere wereld van de grondprijs