Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Bouwstagnatie vergroot onzekerheid in stadsvernieuwingsgebieden
Onvrijwillig verhuizen is altijd ingrijpend

Stadsvernieuwing betekent dat bewoners gedwongen moeten verhuizen. Sommigen ervaren een sv-status als een lot uit de loterij, bij andere bewoners overheersen gevoelens van onrust en onzekerheid. En nu de nieuwbouw stagneert, neemt die onzekerheid alleen maar toe. 'Eerst bouwen, dan slopen', wordt daarom steeds meer het credo van bewoners- en huurdersorganisaties. Maar kan dat wel? Of moet hier en daar gas worden teruggenomen, zoals de VROM-raad aanbeveelt? Over wisselwoningen, verhuispremies, stadsvernieuwingsnomaden en S.O.S-statussen - stedelijke vernieuwing in uitvoering.

Marja van Zundert heeft geluk gehad. Eind november kreeg ze een huis in De Aker toegewezen. “Het is een stuk groter, alles is nieuw en we hebben een voortuintje”. Maar het was op de valreep en Van Zundert heeft flinke tijd in de rats gezeten. Maandenlang was niet bekend waar ze terecht zou komen. Eind december moest ze haar huis aan de Koos Vorrinkweg in Osdorp ontruimd hebben. Het blok wordt gesloopt.
Eerst moest ze er in maart al uit zijn, maar toen was nog helemaal niets klaar en kon ze met haar partner helemaal nergens naartoe. Ze is ruim twee jaar stadsvernieuwingsurgent geweest, zegt ze eind november. “Alles werd aan het begin zo mooi voorgesteld. We zouden naar De Aker 5 en 6 kunnen, naar de Klaas Katerstraat en de Wolbrantskerkweg. In de Klaas Katerstraat zouden sociale huurwoningen komen, maar daar zijn nu alleen maar koopwoningen en dure huur. Drie van de zes torens aan de Wolbrantskerkweg worden wel sociale huur, maar daar zijn ze nu pas met de bouw begonnen. Die zijn op zijn vroegst tweede helft 2004 klaar.” In juni pakte ze de telefoon toen ze hoorde over de oplevering van De Aker 5 en 6 na de vakantie. Maar ze kwam er niet voor in aanmerking. U bent maar met zijn tweeën en heeft geen kinderen, zeiden ze.
“Toen liep bij mij de emmer over”, aldus Van Zundert. Ze schreef in juni namens het Buurtplatform Zuidwest-Kwadrant een open brief aan wethouder Stadig, stadsdeelvoorzitter Willing en nog een trits ‘hoge heren’, met de strekking: “Jongens, dit gaat fout”. In november kwam het eerste en enige antwoord, van het Directeurenoverleg Zuidwest Kwadrant. Het klopte dat in De Aker maar een beperkt deel van de woningen is ‘gelabeld’ voor stadsvernieuwingsurgenten; doorstromers moeten er ook een kans krijgen.
Van Zundert krijgt de begeerde stek een half jaar later overigens toch. Niet omdat ze stadsvernieuwingsurgent is, zo zegt ze, maar vanwege haar lange woonduur.

‘Alles werd aan het begin zo mooi voorgesteld’

Ofschoon de meeste mensen er uiteindelijk op vooruit gaan, kunnen er vervelende situaties ontstaan voor bewoners, erkent Wendy Weisz van het Wisselwoningbureau. Dat verzorgt de eerste toewijzing en eventueel een wisselwoning voor bewoners van het Zuidwest Kwadrant in Osdorp, de proeftuin van de herstructurering in Nieuw-West. Gezinnen met één tot drie kinderen hebben allemaal een woning aangeboden gekregen in De Aker, vertelt ze. Kleinere huishoudens kregen een woning aangeboden aan de Wolbrantskerkweg. Maar ze moeten eerst naar een wisselwoning. De meeste bewoners hebben die anderhalf jaar wachten er wel voor over, omdat ze er een mooie nieuwbouwwoning voor terugkrijgen, zegt Weisz. “Als ze in de Woningnetkrant kijken, komen ze vaak alleen in aanmerking voor woningen van dertig tot veertig jaar oud.”
Er zijn in december in deelgebied C van het Zuidwest Kwadrant nog wat mensen overgebleven. Die hebben tot dusver geweigerd een aanbod te accepteren, aldus Weisz. Ook zitten er nog enkele huizenkopers wier nieuwe woning in januari wordt opgeleverd. Ze weigeren voor die paar weken een wisselwoning te betrekken. Deze mensen worden hoogstwaarschijnlijk met rust gelaten. Volgens Weisz zijn er zo’n vijf notoire weigeraars, op een totaal van zevenhonderd huishoudens. Ze hebben inmiddels de S.O.S.-status gekregen. Dat betekent dat voor hen een woning wordt gezocht die ze in principe moeten accepteren. Als ze dan nog niet weg willen, wordt een juridische procedure gestart.

Slikken of stikken

John Rijpstra in de Johan Hofmanstraat heeft zo’n S.O.S.-status. Hem is een woning in de buurt van het Osdorpplein aangeboden. Die zal hij waarschijnlijk wel accepteren. “Want het is nu slikken of stikken.”, zegt hij. Begin dit jaar werd het sociaal akkoord over de herhuisvesting in Parkstad gesloten. Daarin werd gesproken over een ‘passende woning’, maar Rijpstra heeft tot dusver niets gevonden of aangeboden gekregen dat hij zelf als passend beschouwt. Naar een wisselwoning wil hij niet; want de verhuisvergoeding van 4.500 euro is lang niet voldoende om twee verhuizingen mee te betalen. Met het oog op zijn leeftijd, hij is bijna zestig, wil hij niet hoger dan eenhoog wonen. En hij wil een huur die hij straks ook met zijn aow goed kan opbrengen. Hij betaalt nu 250 euro huur en is bereid 100 euro meer neer te leggen voor een nieuwbouwwoning die aanzienlijk ruimer is – “niet één van zes vierkante meter meer”. Maar het aanbod begint tegenwoordig pas bij 400 euro, weet Rijpstra na een queeste op de woningmarkt. Zijn buurt maakt ondertussen een desolate indruk. Zelfs de egels die hij af en toe zag zullen zijn gevlucht, zegt Rijpstra. Of ze zijn omgekomen toen een bulldozer twee dagen geleden korte metten maakte met het gemeenschappelijk groen.

Aantal woningen vernieuwingsgebieden Amsterdam

bron O+S 2002

Het is moeilijk exacte cijfers te krijgen over sloop- en nieuwbouwplannen in de stadsvernieuwingsgebieden. Net als bij de nieuwbouw, zijn de officiële sloopcijfers niet meer realistisch. Bureau O+S werkt momenteel van een bijgestelde prognose. In de drie stadsvernieuwingsgebieden moeten tot 2015 zo’n 19 duizend woningen worden gesloopt. Dit zou volgens de oorspronkelijke plannen met een tempo van 1.500 woningen per jaar moeten gebeuren. Maar volgens de Dienst Wonen zal het gemiddelde de komende jaren rond de duizend liggen.

Buurtopbouwwerkers als Ton Heijdra bevestigen dat de onrust over de herstructurering in Nieuw-West toeneemt. Dat komt vooral door de bouwstagnatie, waardoor meer mensen niet direct naar een nieuwe woning kunnen, beaamt ook Bert Meintser van het Steunpunt Wonen. Overigens erkennen Heijdra, Meintser en ook bewoonster Van Zundert dat de herhuisvesting in het overgrote deel van de gevallen wel goed verloopt Maar de zorg neemt bij bewoners wel toe dat beloften niet meer kunnen worden waargemaakt. In dat klimaat passen verhalen over ‘stadsvernieuwingsnomaden’ - mensen die zijn uitgeplaatst en binnen een aantal jaren weer hun biezen moeten pakken. In de Woningnetkrant worden woningzoekers daarom gewaarschuwd als een woning in een stadsvernieuwingsgebied ligt.
Als laatste troef tegen weigeraars houden woningbouwverenigingen een juridische procedure achter de hand. “Ze dreigen met het gerecht als je niet weggaat”, weet Mary van Houten, een van de laatsten der Mohikanen in de Bart Poesiatstraat, eveneens in het Zuidwest Kwadrant. Haar woning moet worden samengevoegd met die op de begane grond, maar Van Houten weigert tot dusver te gaan. Ze vindt het onzin. Ze is tevreden in het huis waarin ze al meer dan dertig jaar met haar man woont en dat tien jaar geleden nog grondig is opgeknapt. Van Houten zit al tien jaar in de bewonerscommissie en zegt over papieren te beschikken waarop zwart op wit staat dat de herhuisvesting op vrijwillige basis zal gebeuren. “Maar als je daarover begint, dan zeggen ze: ‘dat is alweer zolang geleden.’” Ooit verzamelde ze in een petitie tegen de renovatie 26 handtekeningen van 31 bewoners van haar blok. Toch zijn er veel bewoners vertrokken. Van Houten wil graag in Osdorp blijven, eventueel toch naar De Aker. Maar ze wil niet naar een oud huis, “waar de kans bestaat dat je over vijf jaar opnieuw weg moet”. Ook wil ze niet naar de dure sociale huur die er nu wordt gebouwd. “Als dat al gebeurt, want ze bouwen maar niet.”

Onthaasten

De stadsvernieuwing in Nieuw-West gaat met meer onrust gepaard dan die in Zuidoost. Maar dat is niet alleen te wijten aan de bouwstagnatie, zegt zowel Meintser van het ASW als buurtopbouwwerker Heijdra. De Bijlmer is niet te vergelijken met Nieuw-West. Zuidoost kent een groter verloop van bewoners, waardoor het makkelijker is wisselwoningen te vinden. De woningen in Nieuw-West zijn meer in trek, en veel mensen wonen er al tientallen jaren en zijn zeer gehecht aan huis en buurt. “Daarbij klopt het beeld niet helemaal dat de herstructurering en herhuisvesting in de Bijlmer zo harmonieus verloopt”, zegt Meintser. “In de Bijlmer heb je meer verschillende nationaliteiten en etnische groepen. Die versnipperde groepen laten niet zo snel iets van zich horen.”
Nieuw-West heeft ook veel allochtonen, vooral Turken en Marokkanen. Die maken de herhuisvesting aan de ene kant moeilijker, maar ook makkelijker, zo legt een buurtopbouwwerker uit. Vooral de eerste generatie is lastig te bereiken. Daarbij krijgen ze, net als de Nederlandse bewoners, een stortvloed van plannen, visies en conceptvisies over zich heen. Allochtone bewoners hebben nog meer moeite om daaruit de informatie te halen die voor hen specifiek van belang is, aldus de opbouwwerker. Daar staat volgens hem tegenover dat Marokkanen en Turken beschikken over een uitgebreid sociaal netwerk van familie, kennissen en moskeebezoekers. Ze zijn, minder dan de sterk geïndividualiseerde Nederlanders, gebonden aan de directe fysieke omgeving, het eigen huis en de buurt. Ze verhuizen makkelijker.

‘Het gaat nu eenmaal om processen die ongemakken met zich meebrengen’

Ton Heijdra doet, gezien zijn functie, liever geen politieke uitspraken. Maar het moet hem wel van het hart dat er bij de vernieuwing veel te weinig aandacht en geld is voor beheer. Het is een mening die wordt gedeeld door Meintser. Het wegtrekken van bewoners en de onttakeling van hele wijken werken een zekere ontwrichting en verloedering in de hand - het tegenovergestelde van wat de bedoeling was van de stadsvernieuwing. Het is de vraag of die verloedering nog teruggedraaid kan worden als er na de fysieke vernieuwing nauwelijks geld is voor beheer. “Je ziet in de al opgeknapte delen van het Zuidwest Kwadrant veel vandalisme”, zegt Meintser. Daar heeft de fysieke vernieuwing in ieder geval geen einde aan gemaakt.
Heijdra en Meintser vinden dat de stadsvernieuwing veel meer de bewoners zelf ten goede moet komen. Die zouden moeten kunnen meepraten over het ontwerp van de nieuwbouw. Er zou eerst gebouwd moeten worden en dan pas gesloopt, zodat er zo min mogelijk gebruik gemaakt hoeft te worden van wisselwoningen. En ze vinden dat er op veel plaatsen rustiger aan gedaan moet worden met de stadsvernieuwing.
Ook de VROM-raad lijkt deze mening toegedaan. Deze ‘denktank’ onder leiding van Peter Noordanus, oud-stadsvernieuwer in Den Haag, adviseerde de minister onlangs in een rapport om “te haasten en te onthaasten” bij de herstructurering. De herstructureringsambities die twee jaar geleden zijn vastgesteld in de Nota Wonen, zijn volgens de raad inmiddels achterhaald, door de bouwstagnatie en een veel te optimistische planning. “Daarbij komt dat de rijksoverheid de herstructurering teveel ziet als een zaak van slopen en verkopen”, luidt het in een begeleidend persbericht bij het rapport. Waar nodig en mogelijk moet de herstructurering versneld worden, zegt de VROM-raad. Maar op veel plaatsen mag het best wat kalmer aan gebeuren, ook om de bewoners wat meer te ontzien. “Alle nadruk leggen op ‘tempo-tempo’ leidt de aandacht af van de inhoud van de herstructurering en waar het beleid toe dient.”
Eerst bouwen, dan slopen? Sandra Roelofsen van het Projectbureau Zuidwest Kwadrant erkent ruiterlijk dat gedane beloften over directe herhuisvesting in nieuwbouw ondanks alle inspanningen niet zijn waargemaakt. “Maar het moet in deelgebied D, waar we straks gaan beginnen, wel lukken”, aldus Roelofsen. “Tenzij de nieuwbouw in deelgebied C, waar de mensen naartoe moeten, niet op tijd afkomt. Er zijn zoveel factoren in het spel. Er is gewoon niemand die alle touwtjes in handen heeft.” Het gaat volgens haar nu eenmaal om processen die ongemakken met zich meebrengen: “Ik denk niet dat we de illusie moeten hebben dat er geen klagende bewoners zouden zijn als die torens op de Wolbrantskerkweg wel op tijd af waren geweest.”
Ook stadsdeelvoorzitter Simon Willing zou stadsvernieuwingsurgenten het liefst direct herhuisvesten in nieuwbouwwoningen. Maar hij wijst naar treuzelende marktpartijen. Die worden nu door Osdorp achter hun broek gezeten. Onder meer met een nieuw contract, waarin ze er onherroepelijk uitvliegen als ze niet voor een bepaalde datum beginnen met bouwen. De komende jaren worden in Osdorp drieduizend nieuwbouwwoningen neergezet. Tien projecten moeten binnen een jaar startklaar zijn, verscheidene daarvan op plekken waar eerst geen woningen stonden, zegt de stadsdeelvoorzitter. Elders komen meer woningen terug dan er stonden.
Het deels stilleggen van de stadsvernieuwing in Osdorp lijkt Willing geen goed idee. Dan laat je de mensen nog langer in onzekerheid. “Het lijkt of de VROM-raad niet goed heeft nagedacht over dat advies.”
Voor John Rijpstra met zijn S.O.S.-status maakt het allemaal weinig meer uit. De woning bij het Osdorpplein heeft hij inmiddels geaccepteerd.

Johan van der Tol