Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Geneuzel op de vierkante centimeter

Rob Donninger
Directeur woondiensten
bij De Dageraad

Als ik het voor het zeggen had, zou ik er voor willen zorgen dat wanneer ik het niet meer voor het zeggen heb, men nog steeds weet dat ik het ooit voor het zeggen had. Grootse werken zou ik verrichten. Mijn naam voor eeuwig aan de stad verbinden. Niet door een megalomaan bouwwerk of een standbeeld. De volgende baas kan de brug weer anders noemen en het standbeeld neerhalen. Het moet minder grijpbaar zijn en tegelijkertijd wezenlijker. Berlage, Van Eesteren, Schaeffer, Van Gaal, dat werk. Maar waarschijnlijk zal ik mijn tijd verdoen met geneuzel. Net als nu. Net als velen.

Wat willen we in deze stad? Bouwen, meer koopwoningen, betere en grotere huurwoningen, verdichting, gebouwd parkeren en veel meer. Ik verzin het niet, het staat allemaal geschreven. Intussen werken we met een onsamenhangende, steeds ingewikkelder brei van wetten en praktische bezwaren, overgoten met wantrouwen. Je zou op de inconsequenties in beleid, regelgeving en gedrag kunnen promoveren en ik hoop dan ook dat ik het meer dan zeshonderd woorden voor het zeggen zal hebben. Hier moet ik volstaan met een bloemlezing. Maar eerst een stelling. De belangrijkste motivatie voor particulieren om iets te willen is de verwachting dat ze er iets aan overhouden. Des te meer de overheid afroomt, des te minder de particulier doet, hoe meer de overheid moet regelen, hoe meer de overheid uitgeeft– de bekende vicieuze cirkel. Zo werkt ons onnavolgbare erfpachtsysteem. Te vuur en te zwaard verdedigd, want met de opbrengsten doet de overheid immers belangrijke dingen. Een argument waarmee ook een inkomstenbelasting van 100% te verdedigen valt en de Sovjet Unie alsnog uitgeroepen kan worden tot een doorslaand succes.

We hebben een regionaal systeem voor woonruimtebemiddeling boordevol uitzonderingen en regels. Met boetes voor het maken van een grote woning uit twee kleinere. Met regels voor verdichting en grondprijsbeleid die haaks op elkaar staan. Wie van het ene naar het andere stadsdeel verhuist, soms letterlijk luttele meters, moet zijn parkeervergunning inleveren. Nieuwbouwprojecten stagneren omdat de geplande koopwoningen onverkocht blijven. Amsterdam kent weinig eigenaarbewoners met overwaarde in hun woning, waarmee de iets betere en fors duurdere woning deels betaald zou kunnen worden. Voor de enkelen die er wel zijn, is het antispeculatiebeding ontworpen. De dure koopwoning wordt niet verkocht, de goedkopere komt niet vrij, net zo min als de huurwoning van de mensen die deze woning wel zouden kunnen betalen. Er wordt niet gebouwd en ook de noodzakelijke, betere huurwoningen komen niet tot stand. Tel uit je winst (-deling). En als het nu niet het antispeculatiebeding is, is het straks wel de aanpassing van de erfpachtcanon.

Woning splitsen en verkopen? Geneuzel op de vierkante centimeter, per stadsdeeldeel (geen typefout). Hier wel, daar niet. Zus wel, zo niet. Lage huren maken dat bijna geen huurder zijn huurwoning koopt. In populaire delen van de stad zegt bijna niemand nog een huurwoning op. Kwestie van kosten en baten. Hoewel een minister dat eens diefstal noemde, krijg je er geen boete voor. Strikt huurbeleid, een zegen voor de rijkskas en verkiezingen, werkt dat in de hand. Enige ruimte is er bij mutatie en nieuwbouw, maar dat leidt weer tot grotere huursprongen bij verhuizing…

Alleen al de Dageraad, goed voor ongeveer negen procent van het corporatiebezit in Amsterdam, investeert de komende tien jaar rond de 700 miljoen euro in deze stad, waarvan 250 onrendabel. Is een beetje consistentie, vertrouwen en medewerking dan te veel gevraagd? Als ik het voor het zeggen had, zou ik daar wat aan doen. Vast niet genoeg voor een standbeeld, maar veel van mijn huidige collega´s zouden fluitend naar hun werk gaan, schat ik. Ik in ieder geval wel.