Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Woonbarometer
Gevraagd: grote woningen

Bron: AFWC peildatum 1-1-2005

In Amsterdam is een tekort aan grote woningen, zeker in de sociale sector. Al jaren leggen de partijen in de woonsector in hun beleidsovereenkomsten vast een nieuwbouwproductie van minimaal 300 grote woningen per jaar na te streven. Maar dit aantal wordt nooit gehaald. In haar 'concept woonvisie' stelde de Dienst Wonen vorig jaar zelfs voor de nieuwbouw van sociale huurwoningen te concentreren op twee speciale doelgroepen, waaronder grote gezinnen. En zo jaarlijks vijfhonderd grote betaalbare woningen nieuw te bouwen en 175 te creëren door samenvoeging.

Maar hoe groot is het probleem eigenlijk? Het begint al met definitieproblemen: wat is een grote woning, een groot gezin, betaalbare huur? Diverse bronnen hanteren verschillende definities. De Federatie van Woningcorporaties stelt na een inventarisatie voor verder te gaan met deze definities: ten minste 80m2 woonoppervlak (volgens WWS-normen, de gebruiksvloeroppervlakte of gbo is meestal zo’n 20m2 groter), een huishouden met minimaal vijf personen en een maximale huur die van de huursubsidiegrens.
Uit de Slaagkansenmonitor blijkt inderdaad dat grote gezinnen een lagere slaagkans hebben dan alleenstaanden of stellen, maar niet lager dan die van kleinere gezinnen. Aanpassen van voorrangsregels leidt dus snel tot ongewenste verdringingseffecten. De mismatch van grote gezinnen en grote woningen doet zich vooral voor aan de westkant van de stad, waar veel grote Marokkaanse gezinnen heel krap wonen; de meeste grote sociale huurwoningen staan in Zuidoost en Noord.

Schatting jaarlijkse toevoeging/onttrekking grote betaalbare huurwoningen
2005-2010

Bron: AFWC 2006

De afgelopen jaren nam – vooral vanwege de bouwstagnatie en de sloop in de Bijlmer - het aantal grote betaalbare woningen alleen maar af. Dat zal de komende jaren beter gaan. Niet alleen zijn er grote aantallen woningen in aanbouw, maar de woningen die corporaties bouwen worden ook steeds groter. Zo nam tussen 1995 en 2004 het aandeel grote woningen in de nieuwbouw sociale huur toe van 3 procent tot 26 procent.
De Federatie verwacht in de periode 2005-2010 minimaal 300 grote woningen per jaar toe te voegen in de nieuwbouw. Dat zijn er netto– na correctie voor sloop, verkoop en harmonisatie - ruim honderd. Die verwachting is gebaseerd op een sociale productie van 1200 woningen per jaar en een gelijk aandeel grote woningen als in 2004 (26%). Dat levert jaarlijks zo’n driehonderd grote sociale huurwoningen op; in 2005 namen de corporaties er 308 in aanbouw. Meer acht de Federatie ook niet haalbaar, zowel vanwege de hoge kosten als uit beheeroogpunt. Men vreest leefbaarheidsproblemen als er te veel grote gezinnen bij elkaar worden geplaatst, zeker als op diezelfde locaties ook die andere speciale doelgroep (ouderen/gehandicapten) in Wibo-woningen moet worden gehuisvest. Dat zijn nogal uiteenlopende leefstijlen.
Met deze opstelling lijken de vijfhonderd grote sociale nieuwbouwwoningen uit de concept-woonvisie uit zicht te raken. Dit te meer daar het streefcijfer van driehonderd nog werd geformuleerd voordat het nieuwe college besloot de sociale grondprijs af te schaffen.

Fred van der Molen