Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Handleiding moet projectleiders door Flora- en faunawet loodsen
Worstelen met de rugstreeppad
Met de Flora- en faunawet hebben Amsterdamse bouwers er een probleem bij gekregen. Actievoerders benutten regelmatig beschermde dier- en plantensoorten om een project stil te leggen. Of het beestje of de plant veel voorkomt in Nederland is daarbij onbelangrijk. Ook is er geen verschil tussen bouwen in de stad of een natuurgebied. De dienst Ruimtelijke Ordening schreef een handleiding om projectleiders te behoeden voor alle valkuilen van de wet.
Top 5 ‘dwarsliggers’
in Amsterdam
1. rugstreeppad
2. rivierdonderpad
3. vleermuis
4. gierzwaluw
5. ringslang
We moeten hem niet verkeerd begrijpen: Jan Straub van het gemeentelijk ingenieursbureau geniet ook van de natuur. Maar het zit hem wel dwars hoe de rugstreeppad en vleermuis zijn ‘misbruikt’ om de plannen voor zijn Sciencepark te vertragen. Sinds 2002 is zijn projectteam in een juridisch gevecht gewikkeld met de stichting Hou ’t Sciencepark Groen, die onder aanvoering van Brenda van der Kleij tegen elke kap- of bouwvergunning protesteert. Zo werd tot drie keer toe een ontheffing op de Flora- en faunawet voor de kap van enkele bomen langs een ontsluitingsweg bij de rechter aangehouden. Vleermuizen zouden de stammen als slaapplaats gebruiken, hoewel de dieren er nog nooit waren aangetroffen. Ook de aanwezigheid van de rugstreeppad heeft de actiegroep nooit kunnen bewijzen, maar dat was ook niet nodig. Volgens de rechter was het de taak van de gemeente om aan te tonen dat de pad er nìet voorkwam. “Absurd”, oordeelt Straub. “Biologen tellen alleen de beestjes die er wèl voorkomen. Dat de wet geen verschil maakt tussen bouwen in een stad of een natuurgebied vind ik ook heel slecht.”
Dit is hem nu. De in bouwkringen gevreesde rugstreeppad oftewel Bufo calamita. Het is een echte pionier die zich thuis voelt op zandige en schaars begroeide spuitvelden en bouwterrein. Het is één van de tien dieren van de Habitatrichtlijn die in Amsterdam voorkomen.
Foto: Martin Melchers
Straub is niet de enige die ontevreden is over de nieuwe Flora- en faunawet die sinds 2002 talloze zeldzame Europese dier- en plantensoorten tegen uitsterven moet beschermen. Onlangs stuurde het college van B en W een lijstje met de tien grootste hindernissen bij bouwplannen naar minister Dekker in Den Haag. De gewraakte wet stond daarbij op de vierde plaats en bood volgens de gemeente te ruime mogelijkheden om bouwprocessen stil te leggen. Alleen al het vermoeden dat een nog niet aangetroffen soort op de bouwplaats zou kúnnen worden gevonden is voldoende om de heimachines het zwijgen op te leggen. Ook zou de lijst met beschermde soorten langer zijn dan op grond van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn nodig is.
Woningbouwregisseur Arthur Verdellen is blij met de hartenkreet richting Den Haag, maar verwacht voorlopig geen reactie. “We zullen met de wet moeten leren leven. Ook al is het raar dat we een veel voorkomend beestje als de rugstreeppad moeten behandelen als een uitstervende soort omdat hij in de rest van Europa zeldzaam is.” Het kan nog gekker: de rugstreeppad is dol op bouwterreinen met opgespoten zand en ondiepe plassen. Ook tijdens de bouw moet een aannemer er dus voor oppassen dat hij het niet al te aantrekkelijk maakt voor zo’n dier.”

Verzachten of vervangen

De schubvaren (Ceterach officianarium) is één van de tientallen Amsterdamse plantensoorten die in het kader van de Flora- en faunawet zijn beschermd. Hij is in Nederland zeer zeldzaam.
Foto: Martin Melchers.
Om projectleiders op dit soort valkuilen te wijzen heeft de dienst Ruimtelijke Ordening afgelopen maand een handleiding gepresenteerd met tips en een uitleg van de regels. Samensteller Geert Timmermans is er van overtuigd dat met consequente aandacht voor de wet in alle fasen van het Plaberum (het Amsterdamse planstelsel) er weinig mis kan gaan bij de rechter. “Als je een aantasting niet kunt voorkomen, moet je van tevoren verzachtende maatregelen nemen of een vervangend leefgebied creëren. Dan kun je een plotseling opduikende rugstreeppad ook gemakkelijker naar een andere plek overbrengen. Dat we vanaf dit jaar bepaalde soorten en hun leefgebied actief gaan beschermen maakt voor een rechter ook veel uit.”

Jaco Boer