Nieuwe regels voor woonruimteverdeling in de stadsregio Amsterdam
Niet meer alles of niets
Voorbeeld Tijdelijk Behoud Woonduur
Mia woont 23 jaar in haar huurwoning in Amsterdam-Zuid als zij verhuist naar een corporatiewoning in Zaanstad. Drie jaar later wil zij dichter bij haar kleinkinderen wonen en zoekt weer een woning in Zuid. Zij kan nu gebruik maken van de regeling Tijdelijk Behoud Woonduur en zoeken met 23 plus 3 is 26 jaar woonduur. Dat moet zelfs in Zuid lukken. De regeling geldt niet na woningruil of als Mia naar een vrije sector huurwoning was verhuisd.In 1994 legden zestien Noord-Hollandse gemeenten van de Stadsregio Amsterdam (toen nog ROA geheten) het fundament voor een gemeenschappelijke woningmarkt voor sociale huurwoningen. In 2001 ging WoningNet de lucht in. Ondanks deze lange geschiedenis blijkt het verlengen van het regionale convenant woonruimteverdeling telkens een moeizame missie. Alle gemeenten en corporaties onderschrijven de waarde van de regionale markt, maar zijn het grondig oneens over de details van de toewijzingsregels.
Maar men is er weer uit voor vier jaar. Sinds 1 september geldt het Convenant woonruimteverdeling Stadsregio Amsterdam 2008. Veel bleef hetzelfde, waaronder een flinke ‘lokale beleidsruimte’ die lokale politici de bewegingsvrijheid geeft leuke dingen te doen voor de eigen inwoners.
De belangrijkste wijzigingen hebben tot doel de doorstroming te bevorderen. Uit woonwensenonderzoeken komt steevast naar voren dat een flink percentage Amsterdammers wil verhuizen. Maar de praktijk leert dat het daar vaak niet van komt. De belangrijkste reden is natuurlijk de woningschaarste. Veel woningen bouwen is dan ook de beste manier om de doorstroming te bevorderen. En ook het bestrijden van illegale onderhuur en leegstand helpt.
Maar deskundigen kijken ook al jaren zuinig naar de regels van de woonruimteverdeling. Die zou wachten belonen en bewegen straffen. De prijs van een verhuizing in de sociale huurmarkt was namelijk altijd ontzettend hoog: alle opgebouwde woonduur is in één klap weg. De aangeboden woning moet wel het lot uit de loterij zijn. Steeds vaker accepteerden daarom de afgelopen jaren bijna alleen starters vrijkomende woningen.
Er zijn de laatste jaren door corporaties, huurdersorganisaties, ambtenaren en externe onderzoekers allerlei ideeën geopperd om het toewijzingssysteem zo aan te passen dat doorstroming eerder wordt aangemoedigd dan ontmoedigd. Twee daarvan hebben het nieuwe convenant gehaald.
Premie op verhuizen en samenwonen
De regeling Tijdelijk Behoud Woonduur moet van een verhuizing minder een alles-of-niets beslissing maken. De doorstromer behoudt na een verhuizing nog vijf jaar zijn opgebouwde woonduur. Die kan hij dus weer inzetten als de nieuwe buren lawaaiige etterbakken blijken te zijn. Deze regeling geldt met terugwerkende kracht voor degenen die de afgelopen vijf jaar zijn verhuisd. Steeds geldt dat na een verhuizing een lege woning moet worden opgeleverd.
Met de nieuwe regeling Samenvoegen Woonduur wordt tegemoetgekomen aan een prangende wens van partners die willen gaan samenwonen: ze kunnen voortaan hun opgebouwde woonduur bij elkaar optellen. De inkomens worden natuurlijk ook bij elkaar opgeteld. Uiteraard moeten beiden een woning achterlaten. Als startdatum voor woonduur geldt de ingangsdatum van het laatste huur- of koopcontract. Theoretisch mag je dus ook een koopwoning achterlaten, maar dat zal in de praktijk weinig voorkomen: de woning moet namelijk bij de toewijzing al verkocht zijn terwijl de overdrachtsdatum ook niet langer dan zes maanden geleden mag zijn. Dat is lastig plannen.
Voorbeeld Samenvoegen Woonduur
Janna woont al zes jaar in een corporatiewoning in Purmerend. Zij wil gaan samenwonen met Hassan, die acht jaar geleden een woning heeft gekocht in Diemen. Met hun opgetelde woonduur van veertien jaar kunnen zij nu zoeken naar een gezamenlijke huurwoning. Op het moment van toewijzing moet Janna het contract van haar huurwoning opzeggen en Hassan aantonen dat zijn koopwoning is verkocht. Zij starten weer met nul woonduur.Deze regeling voorkomt niet dat samenwonen een sprong in het diepe blijft. De partners moeten niet alleen hun oude woning leeg opleveren, maar zijn ook hun opgebouwde woonduur kwijt. Dat blijft, omdat beide nieuwe regelingen niet mogen worden gestapeld. Het is het een of het ander. Scheiden blijft dus bijna net zo problematisch als bij het vorige convenant. Daar staat tegenover dat het woonduurbeginsel vanaf nu wel is geïndividualiseerd. Samenwoners die zich allebei inschrijven bij WoningNet bouwen beide individueel woonduur op.