Met het sluiten van de verzorgingshuizen is er een gat ontstaan tussen thuis en het verpleeghuis. Het wordt steeds duidelijker dat collectieve woonvormen voor een groeiende groep senioren een aantrekkelijk alternatief zijn tussen alleen thuis wonen en het verpleeghuis. Maar die realiseren in overspannen woningmarkten is zo simpel nog niet. Een verkenning.
Binnentuin van wooncomplex LIFE in de Houthavens
“Niemand kan precies vertellen hoe groot het huidige aanbod aan geclusterde woonvormen voor senioren is. Wat de vraag precies is, is eigenlijk ook onbekend,” aldus onderzoeker Wilma Bakker van RIGO. Het onderzoeksbureau brengt in opdracht van de ministeries van VWS en BZK geclusterde woonprojecten in kaart op de website monitorgeclusterdwonen.nl. |
“Nu ik ouder word, merk ik hoe belangrijk het is om in je eigen buurt te blijven wonen,” zegt de 70-jarige Nico Salm, die al zo’n twintig jaar op het Borneo-eiland in het Oostelijke Havengebied woont. “Maar omdat ik ouder word wil ik wel anders gaan wonen. Met een aantal andere senioren bijvoorbeeld. Wel zelfstandig maar met een gemeenschappelijke ruimte en met de mogelijkheid bijvoorbeeld samen zorg in te kopen en activiteiten te ondernemen.” Het grote probleem: in het Oostelijke Havengebied ontbreekt een dergelijk ‘hofje’ zoals de initiatiefnemers van de inmiddels landelijk bekende Stichting Knarrenhof dat noemen, of een ‘thuishuis’ zoals in Woerden staat.
Salm, voormalig stadsdeelvoorzitter in Zeeburg, probeerde lange tijd vergeefs een CPO-project van de grond te krijgen. “En in de huidige oververhitte woningmarkt lukt dat al helemaal niet.” Salm vindt dat de gemeente, en in het kielzog de corporaties en andere vastgoedeigenaren, in actie moeten komen om ‘in iedere buurt’ locaties te vinden voor hofjes, ‘thuishuizen’ of andere geclusterde woonvormen voor senioren.
Meedoen aan zelfbouwtenders - nieuwbouw of transformatie - vindt hij niet realistisch voor senioren. “Professionele ontwikkelaars kunnen dat veel beter.”
Bewoner van het Ramses Shaffyhuis
Er toe doen
De roep van Salm en anderen dringt ook in de hoofdstad door bij beleidsmakers. In de nieuwe prestatieafspraken is afgesproken dat de corporaties – met een aanloop van twee jaar – jaarlijks 250 geclusterde sociale huurwoningen voor senioren gaan realiseren.
Andor Kwee is programmamanager ouderenhuisvesting in de hoofdstad. Amsterdam is een relatief jonge stad in vergelijking met de rest van de Metropoolregio, maar hij benadrukt dat ook de hoofdstad vergrijst: “45.000 extra 65-plussers tot 2030”. Belangrijker is dat veel senioren eenzaam zijn, zorg nabij willen hebben en de mogelijkheid met leeftijdgenoten leuke dingen te doen. De oplossing wordt gezocht in ‘geclusterde woonvormen’. Voor Amsterdam zijn dat complexen met minimaal vijf zelfstandige woningen én een gemeenschappelijke ruimte, minimaal voor 50 procent door ouderen bewoond.
Waar het om gaat bij het creëren van communities van senioren is ‘er toe doen’, zegt Peter Boerenfijn, directeur van de landelijk opererende seniorenhuisvester Habion. “Als zij daarin op een betekenisvolle manier mee kunnen doen, is dat van bijzonder groot belang voor hun welzijn.”
Hoewel Amsterdam met een ‘vertraagde vergrijzing’ te maken heeft ten opzichte van het landelijke gemiddelde, is de nood niet minder hoog. Boerenfijn: “Veel gestapelde woningen zijn door het ontbreken van liften, niet geschikt voor senioren.”
Ook de Commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen ziet het belang van geschikte woonvormen voor senioren. In Trouw zei voorzitter Wouter Bos dat ‘we woonvormen nodig hebben die het ouderen gemakkelijk maken om elkaar bij te staan’.
Zelfstandigheid tot op hoge leeftijd hoeft niet altijd te betekenen dat iedereen ‘langer thuis’ blijft. Herwaardering van collectieve en semi-collectieve (of semi-zelfstandige) woonvormen voor ouderen is volgens de Commissie Toekomst Zorg Thuiswonende Ouderen geboden. Volgens commissievoorzitter Wouter Bos moeten er veel meer woonvoorzieningen komen tussen het aloude eigen huis en het verpleeghuis. Een goede woonomgeving is voor ouderen cruciaal om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en zo min mogelijk afhankelijk te worden van zorg. Ga (ver)bouwen is een van de drie centrale adviezen van de commissie. De nadruk op ‘langer thuis wonen’ heeft volgens Wouter Bos tot de misvatting geleid dat dit ook het aloude eigen huis moet zijn. Met als gevolg niet alleen een tekortschietend woningaanbod voor ouderen, maar ook minder doorstroming op de woningmarkt. Corporaties moeten volgens de commissie meer ruimte krijgen om ook voor dergelijke nieuwe woonvormen te zorgen. Daartoe moeten inkomensnormen minder rigide worden gehanteerd en moet nieuwbouw van deze collectieve woonvormen worden vrijgesteld van de verhuurderheffing. “We moeten de corporaties nieuw leven inblazen”, aldus Bos in het radioprogramma Met het oog op Morgen. De commissie is kritisch over marktwerking in de zorg. Ze bepleit dat lokale en regionale instanties meer gaan samenwerken om de schaarse middelen doelmatig te kunnen inzetten. “Dat is belangrijker dan keuzevrijheid en concurrentie.” Het advies werd medio januari gepubliceerd. Zie voor meer info: Oud en zelfstandig in 2030 - een reisadvies |
Aan de slag
Kwee geeft aan dat Amsterdam op drie manieren probeert passende woonruimte voor senioren te stimuleren: door 5 procent van de nieuwbouw aan senioren toe te wijzen, door samen met zorgaanbieders en zorgkantoor het aanbod van zorghuisvesting op peil te houden én door geclusterde woonvormen voor senioren tot stand te brengen. “Ouderen die in een gemeenschap wonen en samen dingen ondernemen en elkaar zo mogelijk helpen, blijven cognitief en fysiek uitgedaagd worden. Dat is goed voor de senioren zelf en voor de maatschappij want uiteindelijk scheelt dat ook in de zorgkosten. Niet in de laatste plaats lijkt woongenot en plezier ook een belangrijk bijkomend voordeel.”
“Geclusterd wonen kan in een kleine vorm”, vervolgt Kwee, “zoals er ook al woonvormen voor ouderen met dementie bestaan, in hoogbouw zoals Akropolis op Zeeburgereiland waar senioren in samenwerking met corporatie de Alliantie een beheercoöperatie zijn begonnen. De helft van de 86 woningen is sociale huur, de andere helft middenhuur. Of voor specifieke doelgroepen, zoals het Shaffyhuis van Stadgenoot in Oost en diverse geclusterde woonvormen voor migrantenouderen in de stad.” Een ander veel genoemd voorbeeld is het Amstelhuis op de hoek van de Ceintuurbaan en de Amsteldijk (zie kader).
Middengroepen aandacht nodig
Volgens Marleen Bosma, hoofd onderzoek bij Bouwinvest, weet de groep kapitaalkrachtige senioren zich redelijk goed te redden. “Die groep is niet alleen kleiner, ze heeft ook de middelen om geschikte woonruimte voor de oude dag te vinden.” Zo ontwikkelde Syntrus Achmea Vastgoed in de afgelopen jaren bijvoorbeeld Sint Jacob, de Makroon en Sint Bernardus. In het sociale segment is al langere tijd de nodige aandacht voor geclusterd wonen. “Vooral in het middensegment bestaat echt een tekort”, zegt Bosma, “en dat is ook het segment waarop wij ons nog meer willen richten.”
Kwee hoopt ook dat naast de extra inspanning van de corporaties, marktpartijen meer voor senioren gaan bouwen: “Onlangs is daar met verschillende marktpartijen over gesproken in de ambtswoning van de burgemeester. Opvallend was dat markt- en zorgpartijen de overheid daarbij opriepen met duidelijker richtlijnen te komen, zodat gespecialiseerde ontwikkelaars zich beter kunnen onderscheiden. En ook: de gemeente moet duidelijk maken waar seniorenwoningen moeten komen. Wij zijn nu in een ambtelijke werkgroep in nauwe samenwerking met zorgpartijen, de AFWC, marktpartijen en ouderenorganisaties bezig de behoefte en mogelijkheden in kaart te brengen. En belangrijker, we willen ook meteen aan de slag gaan.”
Nederland vergrijst. Volgens Marleen Bosma, hoofd onderzoek bij Bouwinvest, neemt het aantal 65-plussers tot 2040 toe van 3,3 naar 4,8 miljoen. “Dan vormt deze groep ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking.” Het aantal 65-plushuishoudens groeit nog sneller: nu zijn 2,2 miljoen woningen bewoond door een 65-plushuishouden, in 2040 naar schatting zo’n 3,3 miljoen. In de Metropoolregio Amsterdam gaat het om een toename van liefst 60 tot 65 procent, waarbij de randgemeenten sneller vergrijzen dan de hoofdstad. De institutionele beleggers zien kortom investeringskansen. Hun investeringsvolume in zorgvastgoed nam in 2019 weer toe tot net iets meer dan een miljard euro. Dat is volgens Bosma echter nog niet voldoende. “Wij hebben onlangs samen met woningcorporatie Habion het project LIFE in de Houthaven gerealiseerd, dat is bedoeld als een LHBT-vriendelijk ouderencomplex midden in de stad. Wij willen graag meer van dergelijke projecten realiseren, maar we zien ook dat de concurrentie toeneemt, zelfs vanuit het buitenland, en de grond- en bouwkosten stijgen. Daardoor wordt het lastiger om betaalbaar te bouwen.” |
Knarrenhof
Betekenisvolle woongemeenschappen van actieve senioren leiden ook tot besparingen op de WMO- en medische kosten. Dat is de ervaring van Peter Prak, een van de initiatiefnemers van het Knarrenhof - vrij naar de Krasse Knarren van Van Kooten en De Bie. “Het gaat dan om 750 euro per levensloopbestendige woning per jaar en 3.000 euro per 60-plusser per jaar. Daarnaast zit de winst in versterken van de sociale cohesie, vermindering van eenzaamheid en het beperken van uitsluiting.”
De behoefte aan een dergelijke woonvorm onder senioren is volgens hem enorm. Het eerste Knarrenhof in Zwolle vindt op verschillende plekken in het land navolging. “In 301 gemeenten hebben we 16.500 deelnemers en in Amsterdam zijn dat er 1.000 terwijl we niet één locatie concreet hebben. Dat verbaast mij niet; in grote steden loopt de maatschappelijke loyaliteit het hardste terug.”
Prak geeft aan ‘al meerdere pogingen’ gedaan te hebben om een Knarrenhof in de hoofdstad van de grond te krijgen: “Amsterdam heeft haar eigen regels over wat een CPO is en ziet onze coöperaties voor senioren zonder winstoogmerk niet als CPO maar als mede-opdrachtgeverschap; onze insteek is juist dat wij oudere mensen ontzorgen.” Prak zegt de gemeente Amsterdam herhaaldelijk aangeboden te hebben een CPO-toren te ontwikkelen, maar denkt nu ‘heel misschien’ een plek voor een eerste Amsterdams grondgebonden Knarrenhof ‘in een buitenwijk’ te kunnen krijgen.
En dit terwijl het volgens Kwee juist de woongebieden binnen de Ring en onder het IJ zijn die het sterkst vergrijzen; het aantal 75-plussers neemt in dat deel van Amsterdam fors toe. Hoopvol volgens Kwee is dat het met de sluiting van verzorgingshuizen in Amsterdam nog wel meevalt – er zijn er nu nog ongeveer zestig over. Maar hij geeft ook toe dat het niet eenvoudig is om in alle Amsterdamse buurten zomaar even locaties te vinden voor nieuwe geclusterde woonvormen voor senioren. Daar hebben senioren behoefte aan en deze woonvormen zouden ook kunnen bijdragen aan de doorstroming op de woningmarkt als grotere woningen voor gezinnen vrijkomen.
Sinds de opening van het door Cocon Vastgoed getransformeerde Amstelhuis op de hoek van de Ceintuurbaan en Amsteldijk woont José Hartman in een sociale huurwoning op de vierde verdieping. “Heel groot is mijn appartement niet, maar het is fijn dat hier ook leuke mensen wonen waar je dingen samen mee kan doen.” De voormalige reisleidster zit in het zangkoor dat iedere dinsdag bijeenkomt en is opgezet door bewoners – die minimaal 70 jaar oud zijn. In het gebouw is een fitnessruimte en een sociëteit op de begane grond, die ook openstaat voor buurtbewoners. Daar heeft Hartman Monique van Tuyl leren kennen, voormalig antiquair die nog maar recentelijk in het Amstelhuis is komen wonen. “Ik heb een hersenbloeding gehad en daarom is het beter dat ik hier wat meer onder de mensen ben en zorg in de buurt heb.” Hoewel ze liever nog in haar vertrouwde huis in de Rivierenbuurt had gewoond, is het Amstelhuis niet verkeerd: “De markt is vlakbij, ik vind het leuk om naar musea te gaan en ik ga heb vanuit mijn woning mooi uitzicht op de Amstel.” |
Locaties, locaties
Het lukt de landelijke seniorenhuisvester Habion, nog relatief kort actief in Amsterdam, nauwelijks om nieuwbouwprojecten van de grond te krijgen. Directeur Peter Boerenfijn: “We hebben geld, visie en we hebben bewezen dat we met bewoners betekenisvolle gemeenschappen kunnen bouwen, maar het ontbreekt ons aan locaties.”
Habion realiseerde twee nieuwbouwprojecten in Oost, waaronder het nieuwe Willem Dreeshuis in Oostpoort, en participeert in LIFE in de Houthaven (zie artikel).
De grote Amsterdamse corporaties hebben meer opties, bevestigt bestuurder Marien de Langen van Stadgenoot: “Wij kunnen in lopende nieuwbouwprojecten ruimte maken.” Zo realiseerde corporatie enkele jaren terug het Shaffyhuis voor oudere kunstenaars (later kwamen daar ook jongere bij). De Langen geeft aan dat regelgeving de ontwikkeling van geclusterde woonvormen voor senioren bemoeilijkt. Zo blijkt het ingewikkeld gemeenschappelijke ruimtes te financieren. “En ook als je voor een specifieke groep, zoals kunstenaars, wil bouwen, dan moet je in principe passend toewijzen. Terwijl je kunstenaars met een iets hoger inkomen er graag ook bij wil hebben.”
Het weerhoudt Stadgenoot er intussen niet van nieuwe geclusterde woonvormen voor senioren te realiseren. “We zijn bezig met de realisatie van het Leven Lief Huis voor dementerende kunstenaars en met Noorderzon, op eigen initiatief van een groep senioren.”
In de afgelopen decennia is in Amsterdam een aantal collectieve woonvoorzieningen voor migrantengroepen gebouwd. Volgens Harry Moeskops, voorzitter van WoonSaem, dat als ‘verbindingsofficier’ tussen migrantengroepen enerzijds en gemeente en corporaties anderzijds fungeert, is de vraag onder oudere migranten naar geclusterd wonen ook nu aanzienlijk. “De culturele achtergrond en de eigen taal spelen op latere leeftijd misschien wel een grotere rol. Wij helpen momenteel een Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Ghanese en West-Afrikaanse groep een geschikte en vooral betaalbare plek te vinden in de stad.” Moeskops geeft aan dat enkele jaren geleden eerst een groep werd geformeerd om vervolgens naar een locatie op zoek te gaan. “Omdat betaalbare locaties zo moeilijk te vinden zijn, hebben we dat omgedraaid: eerst een locatie en dan de groep begeleiden.” WoonSaem richt zich op de hele Metropoolregio en heeft bijvoorbeeld een groep oudere migranten in Hoofddorp kunnen ondersteunen. Maar WoonSaem helpt momenteel ook een groep Marokkaanse senioren in het Utrechtse Kanaleneiland. “En het is heel mooi dat Eigen Haard in de Kolenkitbuurt in nieuwbouw ruimte maakt voor een groep oudere Marokkaanse Amsterdammers. Het is de bedoeling dat zij begin volgend jaar in de woningen kunnen trekken.” Op het dak van een woon/winkelcomplex in het in 2014 opgeleverde Oostpoort staat het theehuis van een woongroep voor de Chinese ouderen. Zij wonen eromheen in twintig seniorenwoningen van Ymere. |