Op 15 maart zijn de verkiezingen voor de provinciale staten. Hoe zien politieke partijen de toekomst van Noord-Holland? Is extra woningbouw in buitengebieden wenselijk? NUL20 peilt in drie afleveringen de stemming. Van conservatief tot liberaal en progressief. In deze derde aflevering: PvdA, GroenLinks en SP. Daaronder de vorige afleveringen met VVD en D66, en BBB, JA21 en CDA.
Aanpak woningnood
Beleggers en speculanten die voor woekerprijzen woningen in de markt zetten zijn de grote winnaars op de huidige woningmarkt, zo schrijft GroenLinks in het verkiezingsprogramma ‘Verder voor verandering’. Lijsttrekker Anouk Gielen wil een radicale omslag. En dat vraagt volgens haar om een andere overheid die actief stuurt op een sterke en passende woningvoorraad.
GroenLinks is daarbij voorstander van een Masterplan Volkshuisvesting, een actief grondbeleid door provincie en gemeenten, uitkoop van ontwikkelaars die geen betaalbare woningen willen bouwen en tenminste de bouw tot 2030 van 165.000 circulaire en natuur-inclusieve woningen. “Daartoe doen we alles wat in onze planologische en financiële macht ligt, inclusief het risicodragend participeren in gebiedsontwikkeling.”
De komende verkiezingen gaan eigenlijk over het provinciebestuur. En die provincie krijgt meer invloed op het bouw- en woonbeleid in de nieuwe wet Versterking regie volkshuisvesting. Wat zijn de standpunten van die provinciale partijen in Noord-Holland. |
Image
Jeroen Olthof(PvdA): ‘Voor 2030 omvang dakloosheid halveren’
Image
Anouk Gielen(GroenLinks): 'Provincie moet actief grondbeleid gaan voeren'
Image
Remine Alberts(GroenLinks): 'Bouw vooral sociale huurwoningen' |
De PvdA hanteert een hoger cijfer. Om de woningnood te verlichten moeten er voor 2030 ruim 180.000 woningen worden gebouwd. Lijsttrekker en gedeputeerde Jeroen Olthof, oud-wethouder Wonen in Zaanstad, is ambitieus als het om betaalbaarheid gaat. “Wij vinden dat van de nieuwe woningen tenminste tachtig procent betaalbaar moet zijn. Tot en met 2030 zorgen we in het betaalbare deel van het woningbouwprogramma voor tenminste 72.000 sociale huurwoningen, 36.000 middenhuur-woningen en 36.000 betaalbare koopwoningen.” In 2030 moet dertig procent van het provinciale woningaanbod bestaan uit sociale huurwoningen. In het programma ‘Samenwerken aan een zekere toekomst’ wordt van Noord-Hollandse gemeenten met een klein sociaal segment verwacht dat zij zich vastleggen op nieuwbouwprogramma’s met zestig procent echte sociale huurwoningen.
Ook de SP verlangt veel meer sociale huurwoningen, maar noemt in ‘Voor een gezond en leefbaar Noord-Holland voor iedereen’ geen aantallen of percentages. “Als we bouwen, dan bouwen we vooral sociale huurwoningen”, aldus lijsttrekker Remine Alberts, fractievoorzitter in provinciale staten en in de gemeente Amsterdam. De SP wil per gemeente beoordelen of de verhouding koop-huur voldoet aan de woningvraag van woningzoekenden.
Bouwen in het groen
Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moeten zoveel mogelijk bij bestaande stations en ov-knooppunten plaatsvinden, schrijft de SP. Ruimtelijke kwaliteit staat voorop. Een onafhankelijke adviescommissie moet daarover gaan adviseren. Ook de PvdA kiest nadrukkelijk voor de bouw van woningen in de buurt van hoogwaardig openbaar vervoer. Maar tegelijkertijd wil die partij het beleid ten aanzien van niet-binnenstedelijk wonen heroverwegen. Zo is verdichting van lintbebouwing toegestaan. En kan er meer ruimte komen voor ‘erfdelen’.
GroenLinks is nadrukkelijk tegen het bouwen buiten bestaande dorpen en steden. Mochten beperkte uitbreidingen buiten de bebouwde om sociale redenen toch nodig zijn, dat moet altijd compensatie worden geboden in de vorm van groen, versterking van biodiversiteit en landschappelijke waarden.
Verminderen dakloosheid
De PvdA wil wat doen aan de schrikbarende toename van het aantal dak- en thuislozen. In de woonakkoorden met gemeenten moeten daarom ook afspraken worden gemaakt om de komende drie jaar dakloosheid te halveren. Uiterlijk in 2030 moet het probleem zijn opgelost. Om gemeenten te helpen investeert de provincie extra in ondersteuning.
GroenLinks verlangt van de provincie dat zij in de regionale woningbouwafspraken toeziet op voldoende opvang voor dak- en thuislozen. Zij vragen speciale aandacht voor de ‘onzichtbare daklozen’: werkenden die geen aanspraak doen op zorg, maar die wel een ernstig huisvestingsprobleem hebben.
DEEL II - VVD en D66 (gepubliceerd 8 maart)
Bestrijden woningnood
VVD Noord-Holland wil bouwen, veel bouwen, om de woningnood te bestrijden. Voor 2030 moeten er volgens de VVD 185.000 woningen worden bijgebouwd: 145.000 in het Noord-Hollandse deel van de Metropoolregio Amsterdam en 40.000 in het noordelijke deel van Noord-Holland. Lijsttrekker Esther Rommel wil alles op alles zetten om de komende vier jaar een evenredig deel van die taakstelling te halen.
D66 noemt geen harde cijfers. Maar constateert in haar verkiezingsprogramma ‘Kiezen met lef’ eveneens, dat teveel mensen geen passende woning kunnen vinden. D66-lijsttrekker Amélie Strens wil dat de provincie meer regie naar zich toe trekt en de woningbouw zo versnelt. VVD ziet een soortgelijke rol, maar merkt daarbij wel op dat het bij woningbouwplannen allereerst gaat om samenwerking tussen gemeenten en provincie, zonder dat het provinciebestuur in gemeentelijke bevoegdheden treedt.
Bouwen in het groen
De komende verkiezingen gaan eigenlijk over het provinciebestuur. En die provincie krijgt meer invloed op het bouw- en woonbeleid in de nieuwe wet Versterking regie volkshuisvesting. Wat zijn de standpunten van die provinciale partijen in Noord-Holland. Image
|
Esther Rommel (VVD): ‘Gemeenten bepalen de woningbouwlocaties’
Image
Amélie Strens (D66): 'Als we verdere groei van Schiphol stoppe komt er veel meer ruimte voor woningbouw' |
Waar kan gebouwd? Volgens het VVD-programma ‘Met realisme en optimisme vooruit’ is het aan gemeenten zelf om te bepalen waar nieuwbouw plaatsvindt. Vanwege de woningnood biedt de VVD gemeenten de mogelijkheid zowel binnen, als buiten dorps- en stadsgrenzen te bouwen. In kleine kernen met lintbebouwing is in principe verdichting toegestaan.
D66 denkt daar anders over. Om landschap en erfgoed te beschermen is binnenstedelijk bouwen voor de sociaalliberalen het uitgangspunt. Ook hamert D66 op ‘duurzame mobiliteit’. Kansen voor woningbouw zijn er rond de OV-knooppunten van Heerhugowaard, Uitgeest en Hoorn en ook in Alkmaar is er ruimte voor meer hoogbouw en verdichting. Woningbouw buiten de dorpskernen en stadsgrenzen kan van de democraten alleen als naar voorbeeld van de ladder van duurzame verstedelijking de noodzaak wordt aangetoond. En dat kan bovendien alleen ‘als nut en vraag worden aangetoond én rekening wordt gehouden met natuurcompensatie en landschappelijke kwaliteit’.
Versnelling procedures
De VVD wil het gebruik van deze 'ladder van duurzame ontwikkeling' juist zoveel mogelijk worden beperken. “Om meer en sneller te bouwen, moeten regels worden versoepeld en belemmeringen voor gemeenten worden weggenomen”, aldus het VVD-programma. De liberalen willen zo ruimte vrijmaken voor wat zij noemen ‘turbo-gebiedsprocessen’. Met financiële steun van het Rijk moet bijvoorbeeld in de Zaanstreek en in de kustzone, plekken waar stikstof een belemmering vormt, de doorlooptijd van gebiedsontwikkeling worden teruggebracht naar maximaal vier jaar.
Heel Noord-Holland kan wat betreft de VVD worden aangewezen tot versnellingsgebied. Om versnelling te bereiken zijn de liberalen ook voorstander van de ontwikkeling van Regionale investeringsagenda’s (RIA’s). In dergelijke ‘ruimtelijke arrangementen’ maken provincie, gemeenten, private partijen en bedrijven afspraken over wat wel en niet kan, wáár het kan en wat betrokken partijen ook financieel concreet bijdragen. Deze agenda’s worden met overheden en private partners opgesteld en uitgevoerd.
Bijzonder provinciaal landschap
Beide partijen verschillen van mening over het Bijzonder provinciaal landschap. D66 wil die aanwijzing als beschermingsregime behouden. De totale kwaliteit en omvang van dit landschap mag niet achteruit gaan. De VVD denkt eerder aan actualisering in relatie tot de afweging van andere maatschappelijke belangen. Zo moet het mogelijk zijn boerderijen in landelijke gebied te splitsen in meerdere woningen.
Ruimte voor woningbouw
De ruimte voor extra woningbouw is zeker in het zuidelijk deel van de provincie beperkt. Door Schiphol niet verder te laten groeien, kunnen naar de mening van D66 de voor de luchthaven reeds gereserveerde ruimtecontouren geschrapt. Dan ontstaat in de Metropoolregio Amsterdam veel meer ruimte voor woningbouw. Voor de VVD staat behoud van de hub-functie van Schiphol buiten kijf, al kan de reservering voor de tweede Kaagbaan geschrapt.
DEEL 1 (gepubliceerd 6 maart)
Bouwen in het groen
De provincie is nu een te grote hindermacht voor voldoende woningbouw, zo vindt CDA-lijsttrekker Dennis Heijnen. Zijn partij wil snel meer woningen bouwen. Niet alleen in en rondom het drukke Amsterdam, maar ook in het minder dichtbevolkte noorden van de provincie bestaat grote behoefte aan woningen, vooral voor jongeren. Ook zijn dorpen, aldus de christendemocraten, afhankelijk van nieuwe woningen voor het open houden van de school, de sportvereniging en het dorpshuis.
Het CDA wil dat vaker aan de randen van steden en dorpen wordt gebouwd. “Veel gemeenten willen dat ook, maar treffen de provincie tegenover zich als hindermacht. Het huidige provinciebestuur snapt namelijk niets van de woonwensen van de inwoners van Noord-Holland”, aldus het verkiezingsprogramma ‘Minder ik, meer wij’.
Minder milieuregels
De komende verkiezingen gaan eigenlijk over het provinciebestuur. En die provincie krijgt meer invloed op het bouw- en woonbeleid in de nieuwe wet Versterking regie volkshuisvesting. Wat zijn de standpunten van die provinciale partijen in Noord-Holland. |
Image
Dennis Heijen (CDA): ‘Huidige provinciebestuur snapt niets van woonwensen inwoners’
Image
Ingrid de Sain (BBB): 'Provincie moet duidelijke regierol krijgen'
Image
Daniël van den Berg (JA21): 'Woningbouw op eigen erf moet gemakkelijker worden' |
Het CDA wil dat het door Noord-Holland bedachte Bijzonder Provinciaal Landschap opnieuw wordt beoordeeld. Ook JA21 wil woningbouw in Noord-Holland versnellen. Met eveneens minder strenge regels voor Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL) en beperking van andere natuur- en milieuregels. In kleine kernen kan ‘een straatje erbij’ een snelle oplossing bieden. Verder wil JA21-lijsttrekker Daniël van den Berg woningbouw op eigen erf makkelijker maken.
De BoerBurgerBeweging onder aanvoering van Ingrid de Sain staat neutraal tegenover woningbouw in het groen. Haar partij ziet kansen zowel binnen bestaande contouren, als daarbuiten. Mits de bouwplannen met het oog op omgevingskwaliteit inpasbaar zijn.
Woningbouw
BBB Noord-Holland verlangt van de provincie - na het sluiten van regionale woonakkoorden - een duidelijke regierol. Daarbij moet de provincie met subsidies, menskracht en kennis gemeenten helpen om snel passende, betaalbare en duurzame woningen te bouwen. Daarbij is het volgens BBB van belang dat er voldoende betaalbare woningen zijn voor starters en betaalbare middenhuur. Ook is er steun voor de ontwikkeling van woonzorg-gemeenschappen waar ouderen op basis van nabuurschap goed voor elkaar zorgen. Beperking van de vrije markt, voorrang voor bepaalde groepen bij woningtoewijzing binnen wijk of dorp en zelfwoonplicht bij aankoop van woning, krijgt alle steun.
Stedelijke verdichting
Verder steunt BBB het deels transformeren van het havengebied van Amsterdam naar wonen. Zo’n nieuwe bouwlocatie biedt volgens hen bij uitstek de mogelijkheid om niet verder te verdichten. Juist in dat havengebied kan ruimer gebouwd. Verdichting is geen taboe bij het CDA. Zo blijven de christendemocraten het huidige beleid steunen om vooral rond ov-knooppunten te bouwen. Mocht ruimtelijke regelgeving woningbouw aldaar in de weg zitten, dan moet worden gekeken of die beperkingen kunnen worden opgeheven. Ook JA21 wil inzetten op een aantal grootschalige bouwlocaties waar de infrastructuur al aanwezig is.
Huisvesting arbeidsmigranten
Het CDA vindt verder dat huisvesting voor arbeidsmigranten voor eens en voor altijd goed moet worden geregeld. De christendemocraten maken onderscheid tussen werknemers die hier tijdelijk (kort en lang) verblijven en werknemers die zich hier willen vestigen. “Mensen die zich hier willen vestigen, zullen in de reguliere huisvesting, in de kernen, een plek moeten vinden. Voor kortblijvende arbeidskrachten is huisvesting op de bedrijven, in leegstaande gebouwen en woningen en voor dat doel bestemde pensions en hotels geschikt, mits goede woonomstandigheden, veiligheid, registratie en beheer gegarandeerd zijn”, aldus het verkiezingsprogramma.