Overslaan en naar de inhoud gaan

Regeerprogramma Wonen en Volkshuisvesting leidt niet tot drastische koerswijzigingen

Image

Het kabinet Schoof heeft zijn regeerprogramma bekend gemaakt. Wat het programma Wonen en Volkshuisvesting betreft is geen sprake van een grote trendbreuk met het huidige beleid. Ook dit kabinet geeft 'topprioriteit' aan woningbouw, wil landelijke regie voeren op de ruimtelijke ordening en streeft naar een woningproductie van 100.000 woningen per jaar, met een groot aandeel betaalbare woningen. Het ministerie van Wonen en Volkshuisvesting is terug met minister Mona Keijzer aan het roer. Er zijn geen concrete beleidsvoornemens om de nieuwe huurregels (vaste huurcontract als norm en gereguleerde middenhuren) weer af te schaffen. Het kabinet wil wel iets doen aan de verslechterde rendementen van woningbeleggers, maar dan eerder door fiscale bijstellingen. In ieder geval wordt de overdrachtsbelasting voor woningbeleggers verlaagd naar 8 procent. De meest in het oog springende beleidswijziging: gemeenten mogen statushouders geen voorrang meer geven bij de toewijzing van reguliere sociale huurwoningen.

Bouwen en grondbeleid

Het kabinet wil de woningproductie versnellen door de regeldruk te verminderen en woningbouw op meer locaties toe te staan: zowel verdichten in de steden als het ontwikkelen van grote grote bouwlocaties. En ook een straatje erbij in kleine gemeenten. En dan in alle regio's. Voor de financiële ondersteuning van de bouw van betaalbare woningen komt jaarlijks 1 miljard euro beschikbaar. Het is op dit moment nog onduidelijk welke van de huidige regelingen (zoals de Startbouwimpuls en de Woningbouwimpuls) daaronder vallen. De huidige samenwerking met provincies en regio's in samenhang met de NOVEX-aanpak en de Regio Deals wordt voortgezet. Tweederde van de te bouwen woningen moet betaalbaar zijn voor lage en middeninkomens, maar dat hoeft niet op project- of zelfs gemeenteniveau: "regionale differentiatie" is mogelijk als maar gemiddeld 30 procent van de productie uit sociale woningbouw bestaat.

Het kabinet wil de huidige wet- en regelgeving rondom het grondbeleid verbeteren. Gemeenten wordt opgeroepen zelf meer grond te verwerven ("een actiever grondbeleid te voeren"). Grondspeculatie wil het kabinet tegengaan. Hugo de Jonge deed al onderzoek naar invoering van een 'planbatenheffing'. Het kabinet heeft daar wel oren naar: "Publieke investeringen die noodzakelijk zijn voor de gebiedsontwikkeling moeten zo veel mogelijk uit de waardestijging van de grond bekostigd kunnen worden."

Woningbouw versnellen

Het kabinet wil de bouw versnellen door processen te versnellen, procedures te versimpelen en belemmerende regelgeving weg te nemen. Bij meerdere gebiedsclaims gaat woningbouw voor windmolens. Een 'aanpak industrieel bouwen' moet er voor zorgen dat per 2030 de helft van de nieuwbouw industrieel wordt gebouwd. Het kabinet wil geen nieuwe duurzaamheidseisen en wil gemeenten verbieden bovenwettelijke eisen toe te voegen aan woningbouwprogramma's. 

Ouderen en statushouders

Het kabinet onderschrijft de noodzaak om te blijven inzetten op de bouw van 290.000 geschikte woningen voor ouderen tot en met 2030 met voldoende geclusterde en zorggeschikte woningen. Het bescheiden potje van 40 miljoen om coöperatief wonen te stimuleren blijft zoals het is. 

Zoals aangekondigd komt er een verbod op voorrang voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen. "We zetten voor deze doelgroep onder meer in op onzelfstandige huisvesting, de verdere ontwikkeling van doorstroomlocaties en andere vormen van flexibele huisvesting." 

Update 27-09-24: De Amsterdamse corporaties hebben zorgen over de doorwerking van deze voorgestelde wetswijziging. Beleidsadviseur Lars Hartmans van de AFWC voorziet we een enorme extra druk op de asielzoekerscentra: "De wetswijziging zal leiden tot een vastlopende uitstroom van statushouders uit AZC’s, aangezien zij zelfstandig nauwelijks kans zullen maken op definitieve vervolghuisvesting." Hij verwacht dat door deze plannen de dakloosheid verder zal stijgen. In het eerste kwartaal van 2024 zijn er al bijna 20.000 dak- en thuislozen in beeld gebracht, wat slechts een benadering is van de ondergrens. Wanneer dergelijke maatregelen tot uitvoering komen, dan maken we ons zorgen over hoe het straatbeeld er de komende jaren uit zal zien.”