Deze laatste column van het jaar wilde ik schrijven over de Woontop. Over dat ik blij ben met de aandacht voor de woningnood, maar toch hogere verwachtingen heb van ons allemaal. Over de woningbouwplannen waarover al jarenlang wordt gesproken die als nieuw werden gepresenteerd en over een geloof dat de oplossing te vinden is op boerenerven. Over dat het flauw is om er cynisch over te doen, omdat er wel degelijk een aantal stappen zijn gezet. Bijvoorbeeld voor de 1 miljoen mensen die in slechte wijken wonen waarin nu echt geïnvesteerd gaat worden. En over dat ik toch de indruk niet van me af kon schudden dat de fotomomenten met de handtekeningen belangrijker waren dan de stappen vooruit.
Maar onder de kerstboom schrijf ik dode letters die ik snel weer begraaf. Mijn hoofd heeft even geen ruimte voor beleid, maar geeft me een tornado van gezichten, van iedereen die me raakte dit jaar. Het radeloze gezicht van de moeder en haar baby, die in een auto wonen omdat het systeem ze het stempeltje ‘zelfredzaam’ gaf. De schuwe gezichten van kinderen die opgroeien in een opvang, maar niet bestaan in de statistieken omdat ze niet volwassen zijn. Het uitgestreken gezicht van de wethouder die zegt dat dakloze tieners het er ook wel zelf naar gemaakt hebben, schijnbaar niet wetend dat ze op hun achttiende met een tasje op straat staan zonder ouders bij wie ze terecht kunnen. Het vermoeide gezicht van de man die vertelde hoe hij blij was als hij in de noodopvang kon ’s nachts, maar dan wel de hele nacht wakker bleef omdat het op zo’n slaapzaal met vreemden nooit veilig is. De vrouw die moest kiezen tussen thuis in elkaar geslagen of dakloos met haar kinderen. De jonge man op het matras in de berging zonder ramen.
De oplossing zit niet alleen in bouwen, bouwen, bouwen, maar ook in wat we bouwen
Misschien is het goed dat hun gezichten me afleiden, moet ik ze vasthouden. Moeten we de aandacht vasthouden op hen. Op iedere top en in iedere zaal waar beslissers zitten die zelf niet echt last hebben van de woningnood. Laten we elkaar streng blijven aanspreken op dat we het beter kunnen. En laten we dan blijven herhalen dat de oplossing niet alleen zit in bouwen, bouwen, bouwen, maar ook in wat we bouwen. Voordat we weer dezelfde fouten maken. Want ik hoorde alweer het oude liedje dat er meer duur gebouwd moet worden voor de doorstroming. Een geloof dat er jarenlang voor zorgde dat we netto nul procent betaalbare woningen bouwden, terwijl ieder onderzoek ook toen al liet zien dat er geen tekort aan dure maar aan betaalbare woningen is.
En laten we vooral niet vergeten dat er al heel veel woningen staan. Maar we nog steeds geen huurtoeslag geregeld hebben voor wie een woning deelt. Dat het nog niet opgelost is dat het voor ieder stel dat leeft van de AOW goedkoper is om twee woningen aan te houden dan samen te gaan wonen. Dat je in veel gemeenten nog steeds gekort wordt op je uitkering als je iemand laat inwonen.
Willen we de woningnood oplossen dan moeten we iets doen aan alle regels die het voor mensen die financieel maar net de eindjes aan elkaar knopen heel ongunstig maken om woningen te delen of samen te wonen. En we moeten als samenleving af van onze verslaving aan veel geld verdienen met woningbouw. Met een planbatenheffing wordt het minder interessant om te speculeren met grond. En dure woningen hebben we genoeg.
We weten het allemaal al, dus laten we als goede voornemen nemen om het ook te gaan doen. En dan kijk ik uit naar de foto’s van de volgende Woontop.
Mirthe Biemans werkt als adviseur volkshuisvesting, onder meer bij Circusvis. Als één van de vier columnisten van NUL20 beschouwt zij iedere twee maanden een aspect van de volkshuisvesting dat relevant is voor de metropoolregio Amsterdam. Het kwartet vaste columnisten van NUL20 bestaat naast Mirthe Biemans uit Kasper Baggerman, Léon Bobbe en Ruud Fiere. |