Overslaan en naar de inhoud gaan

Woonakkoord treft lage inkomens

Sociale huurwoningen dreigen als gevolg van het Woonakkoord onbetaalbaar te worden voor lagere inkomens. Dit concluderen Boelhouwer en Lamain van het OTB in een studie in opdracht van De Vernieuwde Stad, een samenwerkingsverband van grootstedelijke woningcorporaties.

Minister Blok sloot in februari met D66, ChristenUnie en SGP een akkoord over de woningmarkt. Een cruciaal onderdeel daarin is de verhuurderheffing die het rijk extra inkomsten oplevert oplopend tot een jaarlijks bedrag van 1,7 miljard euro in 2017. Dat geld zullen de corporaties grotendeels moeten ophalen bij hun huurders. In het akkoord is daarom een jaarlijkse huurverhoging voorzien plus een inkomensafhankelijke extra toeslag. In het plan is een extra voorziening voor de huurtoeslag opgenomen om minder draagkrachtige huurders te ontzien.

Boelhouwer en Lamain hebben berekend dat de woonlasten van veel huurders ondanks de huurtoeslag, flink zullen toenemen. Dit zal vooral voor huishoudens die geen beroep kunnen doen op de huurtoeslagregeling en die met inkomensafhankelijke huurstijgingen worden geconfronteerd. Maar voor de laagste inkomensgroepen dreigt een groot deel van de huurvoorraad onbereikbaar te worden.

Als woningcorporaties hun huren maximaal verhogen, blijft slechts 2 procent van de sociale huurwoningen betaalbaar voor de minima, aldus het OTB. Een kwart van de huurders komt onder de betaalbaarheidsgrens van het NIBUD. In de Volkskrant laat minister Blok via een woordvoerder weten dat het kabinet geen rekening houdt met de NIBUD-normen: ‘Nu al zit een substantieel deel van de huurders boven die norm. Dat je in de betaalproblemen komt als je daar boven zit, is dus onjuist.’

Maximale huurverhogingen zijn vooral in schaarstegebieden te verwachten. Als in Groot Amsterdam de volledige huurruimte wordt benut, blijft nog slechts 15,6 procent van de huurvoorraad onder liberalisatiegrens. Bovendien zijn dit vooral woningen met weinig kamers.

Wanneer corporaties - al dan niet gedwongen door de locale woningmarkt - afzien van huurmaximalisatie, loopt de investeringscapaciteit van de corporaties gevaar, aldus het OTB.

 

Meer informatie: Rapport 'Marktconforme huren en woonuitgaven' op website van De Vernieuwde Stad

 

Belangrijkste conclusies OTB rapport

  • Dé doelgroep van corporaties – de laagste inkomens – kan in de toekomst nauwelijks een beroep doen op sociale huurwoningen;
     
  • Verhuizen wordt lastig voor de minima. Voor gezinnen is praktisch geen grote woning meer beschikbaar. Deze huishoudens kunnen de doorstroming op de woningmarkt niet op gang brengen;
     
  • Door hogere huurprijzen lopen de woonlasten van huurders op. Alle huurders in de sociale huursector krijgen te maken met een aanzienlijk koopkrachtverlies;
     
  • 1 op de 4 huurders komt op den duur onder de betaalbaarheidsgrens van het NIBUD;
     
  • Een grote concentratie sociale huurwoningen (85,5%) krijgt door huurverhogingen een huurprijs net onder de liberalisatiegrens (€ 681,02);
     
  • Vraaguitval van de kant van huurders en het niet meer kunnen voldoen aan de 90% EU-norm van de kant van corporaties is een waarschijnlijk gevolg.