De gemeente Amsterdam komt met nieuwe regels voor woningdelen en kamerverhuur. Daardoor wordt het eenvoudiger om met een groep vrienden een woning te huren en voor eigenaren goedkoper om woningen kamergewijs te verhuren. Tegelijkertijd wil de gemeente overlast, onveilige situaties en negatieve effecten op de woningmarkt met heldere voorwaarden voorkomen. Dat blijkt uit de beleidsnotitie ‘Ruimte voor Woningdelers’. Met dit nieuwe beleid geeft wethouder Freek Ossel ook invulling aan het initiatiefvoorstel van VVD-raadslid Van der Ree voor woningdelen.
Amsterdam is een populaire stad om in te wonen. De toestroom van nieuwe bewoners is groot en het aantal mensen dat een woning deelt stijgt. Soms omdat simpelweg alternatieven ontbreken. Maar vaak is een andere woonvorm ook een bewuste keuze, denk aan een woongroep. Wethouder Freek Ossel: ‘Een deel van de woningmarkt werkt als een spons. Dat betekent dat in dezelfde hoeveelheid woningen meer mensen kunnen wonen. Daarvoor willen we ruimte geven. Maar we willen niet dat dit tot overlast of onveiligheid leidt, of dat Amsterdammers te hoge prijzen voor kamers betalen. Ook willen we voorkomen dat hele straten van karakter veranderen, bijvoorbeeld omdat te veel woningen voor kamerverhuur worden omgebouwd.’
De aanpassingen hebben uitsluitend betrekking op vrije sector woningen. Het college wil onderzoeken hoe ook in de sociale huursector woongroepen in zelfstandige woningen kunnen wonen.
Woongroep en kamerverhuur
Om meer ruimte te geven aan woningdelen introduceert het college de ‘woongroep in een zelfstandige woning’. Deze samenwoningvorm wordt gelijkgesteld aan een zelfstandige bewoning door een huishouden. Een belangrijke voorwaarde is dat het vormen van een woongroep net als bij een huishouden op basis van eigen initiatief van de huurders gebeurt. Wanneer het initiatief bij de verhuurder ligt, is er sprake van kamerverhuur.
Een woongroep moet zich melden bij de gemeente. Deze stelt dan een aantal kwaliteitseisen aan de betreffende woning om overbewoning en brandonveiligheid te voorkomen.
Ook vernieuwt het college het beleid voor kamerverhuur op onderdelen. Bij kamerverhuur worden drie of meer kamers in een woning verhuurd aan afzonderlijke bewoners en worden sanitaire voorzieningen en/of de voordeur gedeeld. Voor kamerverhuur blijft een omzettingsvergunning nodig om kwaliteitseisen op het gebied van veiligheid en overlastbeperking te kunnen stellen. De kosten voor de vergunningaanvrager gaan echter aanzienlijk omlaag, van maximaal 8 procent naar maximaal 2 procent van de WOZ-waarde van de woning.
Daarnaast stelt het college een omzettingscommissie in die de vergunningverlening gaat beoordelen. In de notie ‘Ruimte voor Woningdelers’ legt het college de hoofdlijnen van beleid neer. Naar verwachting stelt de Gemeenteraad die medio december 2013 vast. Deze hoofdlijnen worden uitgewerkt in beleidsregels en in een uitvoeringsnotitie. Het streven is om deze nog in januari of uiterlijk begin februari vast te stellen.