De sociale huursector in Amsterdam is helemaal vastgelopen, er is bijna geen doorstroming meer. Het aantal sociale verhuringen via WoningNet is in 2013 verder gedaald tot nog maar 5.800, dat komt overeen met een mutatiegraad van nog geen 3,1 procent. Deze cijfers maakte directeur Hans van Harten bekend tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. Hij wees er op dat dit geen graadmeter is voor de hele stadsregio. De mutatiegraad in Zaanstreek/Waterland is bijna 6 procent.
Het wordt steeds moeilijker om een sociale huurwoning te krijgen. Het aanbod aan vrijkomende huurwoningen neemt jaarlijks af door een combinatie van woningverkoop, verhuur in de vrije sector, afnemende nieuwbouw én een zeer geringe mutatiegraad. Wie een sociale huurwoning heeft, blijft zitten waar hij zit. De al lage mutatiegraad in Amsterdam nam vorig jaar af van 3,4 (2012) naar 3,1 procent. In 2012 kregen nog 6.050 sociale huurwoningen een nieuwe bewoner, in 2013 kwamen er slechts 5.800 vrij. In 2003 was dat nog het dubbele.
Van Harten noemde in zijn nieuwjaarstoespraak de betaalbaarheid van de sociale huursector het belangrijkste thema voor 2014. Hij wees met de beschuldigende vinger naar Den Haag. Corporaties zijn door de verhuurderheffing gedwongen veel woningen te verkopen en huren te verhogen: "Natuurlijk zijn corporaties van de betaalbaarheid. We verlagen huren om woningen sociaal te houden of onder de aftoppingsgrens. Maar de corporaties kunnen niet alles repareren wat Den Haag heeft bedacht. Daar is ook het geld niet voor. De kunst zal zijn de kortingen zo specifiek mogelijk in te zetten, zodat ze terecht komen bij de groepen die het echt nodig hebben."