Jarenlange verhuur van een sociale huurwoning via Airbnb is niet automatisch grond voor ontbinding van de huurovereenkomst. Zo heeft de kantonrechter geoordeeld in een procedure van een Amsterdamse woningcorporatie tegen een huurster. Wel moet de vrouw het genoten voordeel afstaan.
De vrouw verhuurde vanaf 2012 gemiddeld twee nachten per maand haar woning via Airbnb. Reden voor de verhuurder om een einde te maken aan de huurovereenkomst. In sociale huurwoningen is vakantieverhuur niet toegestaan. De huurster verklaarde echter tegenover de rechter daarvan niet op de hoogte te zijn geweest. Zij zou bij het afsluiten van de huurovereenkomst geen algemene bepalingen met het verhuurverbod hebben ontvangen. Ook was er volgens haar geen sprake van onderverhuur. Tijdens de verhuur aan toeristen, verbleef zij gewoon in haar woning.
De kantonrechter tornt niet aan het verbod op onderverhuur. Verhuur van sociale huurwoningen via Airbnb is niet toegestaan. Wel vindt de rechter het aannemelijk dat de huurster niet op de hoogte was van het verbod. Daarom is ontbinding van de huurovereenkomst een te zwaar middel. Wel moet ze ruim tienduizend euro betalen aan de corporatie. De vergoeding is gebaseerd op het aantal recensies over het verblijf in haar woning.
De rechter refereerde in het vonnis ook aan het maatschappelijke debat dat thans woedt over het al of niet toestaan van toeristische verhuur van sociale huurwoningen.