Door de coronacrisis gaan inwoners van achterstandswijken schulden aan bij woekeraars, vervallen ze in drugshandel en verdwijnen kinderen uit beeld bij hun scholen. Dat stellen vijftien burgemeesters van grote steden. Ze presenteren vandaag in Den Haag een manifest en vragen om 1,25 miljard euro voor een actieplan dat nog deze zomer van start moet gaan. Jan Hamming (Zaanstad) en Femke Halsema (Amsterdam) horen bij de ondertekenaars.
‘We waren op weg met onze wijken, met vallen en opstaan. Maar alles wat bereikt was, lijkt nu door onze vingers te glippen als gevolg van corona,’ zegt burgemeester Jan Hamming van Zaanstad in de Volkskrant. Voor het actieplan hebben de burgemeesters zich laten inspireren door ervaringen in Rotterdam-Zuid. Daar loopt een nationaal programma dat erop gericht is zeven probleemwijken in twintig jaar op orde te brengen. Ook voor Poelenburg is overigens enkele maanden terug zo'n langjarig programma gepresenteerd (zie het komende nummer van NUL20).
De burgemeesters willen bijna de helft van die 1,25 miljard euro investeren in het verlengen van de schooltijd in het basis- en secondair onderwijs, voor kinderopvang tussen 0 en 4 jaar en voor hogere salarissen voor onderwijzers in die wijken. Voor hulpverlening aan bewoners met opgestapelde schulden of psychische problemen worden ook honderden miljoenen gereserveerd.
Volgens burgemeester Hamming hebben gemeenten dat geld niet: "De maatschappelijke zorg en de jeugdzorg zijn door Den Haag naar ons overgeheveld. Hierdoor worstelen alle grote gemeenten met dramatische tekorten. Daar komt de coronacrisis bij. Het kabinet moet nu helpen, het kan niet wachten, dit is een dwingende oproep."