Het voormalige woonhuis van de joodse schrijver Etty Hillesum wordt aangewezen als gemeentelijk monument. Dat heeft het Amsterdamse college van B&W besloten. Met dit besluit voorkomt de gemeente dat het huis op de Gabriël Metsustraat waar Hillesum tijdens de oorlog haar dagboeken schreef, wordt gesloopt. Dat dreigde namelijk vanwege nieuwbouwplannen van een vastgoedpartij. Hiertegen maakten erfgoedverenigingen en maatschappelijke organisaties bezwaar. Met succes, naar nu blijkt. Stadsdeel Zuid startte in april een spoedprocedure om de voormalige koetshouderij met paardenstal tot gemeentelijk monument aan te wijzen. Dat is gelukt.
Wethouder Touria Meliani (Monumenten en Archeologie): “De dagboeken van Etty Hillesum zijn niet alleen persoonlijke documenten, maar bieden ook belangrijk inzicht in hoe Joden in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gediscrimineerd en vervolgd. Het huis waar Etty Hillesum heeft gewoond en gewerkt is belangrijk erfgoed voor Amsterdam en verdient daarom bescherming.”
In het huis hield Hillesum vanaf maart 1941 haar dagboeken bij. Een selectie uit deze dagboeken zijn in 1981 gebundeld onder de titel ‘Het verstoorde leven’. Het boek maakte vanaf het verschijnen een diepe indruk en is in verschillende talen vertaald. Hillesum werd in 1943 in Auschwitz vermoord.