Overslaan en naar de inhoud gaan

Parool: Waar blijft de aandacht voor middenhuur in Amsterdam?

Image

Het Parool werpt de vraag op waar de gemeentelijke focus op de bouw van middenhuurwoningen in Amsterdam is gebleven. Directe aanleiding is de presentatie van het 'onderhandelingsakkoord' tussen gemeenten, corporaties en huurderkoepels voor de komende vier jaar. In deze prestatieafspraken staan weinig concrete doelstellingen voor het vergroten van het aanbod voor middengroepen. Het belang daarvan is toegenomen nu commerciële ontwikkelaars door marktontwikkelingen en onzekerheid over huurregulering uitermate terughoudend zijn geworden om projecten met middeldure huurwoningen te starten. 

De benarde positie van middeninkomens op de woningmarkt is al jaren een prominent thema in de Amsterdamse politiek. Omdat een groot deel van de Amsterdamse particuliere huurwoningen bij nieuwe verhuring voor tophuren in de vrije sector kan worden verhuurd, stond de lokale politiek bij gebrek aan landelijke regelgeving slechts twee wegen open om het aanbod voor deze doelgroep te vergroten: via afspraken bij nieuwbouw en via afspraken met woningcorporaties. In de nieuwbouw is dat het afgelopen decennium steeds beter gelukt. Van 2012 tot en met 2022 zijn er bijna 13.000 middeldure huurwoningen in aanbouw genomen, grotendeels in opdracht van institutionele beleggers. Maar inmiddels zit de klad erin. In het eerste halfjaar van 2023 is de bouw van slechts 211 middeldure huur- en koopwoningen gestart. Cijfers over het tweede half jaar zijn nog niet bekend gemaakt.

Veel geld naar verduurzaming

Uit het akkoord over de prestatieafspraken 2024-2027 blijkt dat de investeringsruimte van de corporaties grotendeels opgaat aan renovatie en verduurzaming van het huidige bezit en aan sociale nieuwbouw. Anders dan bij de vorige prestatieafspraken ontbreken concrete ambities voor de bouw van middenhuurwoningen. In het bod van de corporaties stond nog dat ze in vier jaar een groei van zo’n minimaal 2.500 middeldure huurwoningen willen bewerkstelligen via nieuwbouw (1.321), liberalisatie (1.321) en het aftoppen van dure huur. Die doelstellingen zijn kennelijk in de onderhandelingen met de huurders en de gemeente gesneuveld. 

Het ontbreken van afspraken over dit onderwerp betekent niet dat de corporaties niets meer doen voor middeninkomens, benadrukt wethouder Reinier van Dantzig in Het Parool. Het heeft volgens hem alleen weinig zin om dergelijke ambities op te nemen in het akkoord: “We moeten door landelijke regels corporaties in het middensegment benaderen als marktpartijen. Dan kun je niet echt specifieke afspraken maken.” (...) “Maar laten we niet de sociale huurder tegen de middenhuurder uitspelen. Ik ben blij dat we met deze afspraken de sociale huur nu écht weten te beschermen.”