Het was een hamerstuk in de Eerste Kamer. Nadat de Tweede Kamer eerder al had ingestemd met het afschaffen van de marktverkenning voor corporaties, ging 14 november ook de Eerste Kamer akkoord. Dat maakt definitief de weg vrij voor corporaties om middenhuurwoningen te bouwen.
Aanvankelijk wilde het kabinet niet verder gaan dan het verlengen van het opschorten van de marktverkenning. Maar de ChristenUnie diende met succes een amendement om de markttoets definitief af te schaffen. Dit kreeg steun in beide Kamers. Daarmee sneuvelt, na de afschaffing van het tijdelijk huurcontract, een volgend onderdeel van het beleid van minister Stef Blok. Destijds legde hij vast dat er aan activiteiten van woningcorporaties die niet tot de 'Diensten van Algemeen Economisch Belang' (DAEB) behoorden een marktverkenning vooraf moest gaan. Blok wilde zo voorkomen dat corporaties zouden concurreren met marktpartijen. De praktijk is echter dat de bouw van middeldure huurwoningen fors achterblijft bij de vraag. In de Nationale Prestatieafspraken hebben Rijk, Aedes en Woonbond daarom afgesproken dat woningcorporaties tot 2030 ook 50.000 middeldure huurwoningen gaan bouwen.
Met het afschaffen van de marktverkenning is een bureaucratische drempel geslecht. Aedes wil nu ook nog graag dat corporaties voor de bouw van die woningen 'geborgd' kunnen lenen, waardoor de rente wat gunstiger uitpakt. Voor de bouw van sociale huurwoningen is een dergelijke financiële achtervang geregeld via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).