Ymere blijft investeren in nieuwbouw, onderhoud en renovatie. Berekeningen van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat de corporatie geen extra bestedingsruimte heeft, zijn niet van betekenis voor de reeds voorgenomen investeringen, zo laat Ymere in een verklaring weten.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft cijfers gepubliceerd over de indicatieve bestedingsruimte van woningcorporaties voor 2018 (IBW2018). Het is de derde keer dat deze kengetallen op een rij zijn gezet. De indicatie voor de omvang van de bestedingsruimte laat zien hoeveel financiële middelen een woningcorporatie extra kan investeren, bovenop het geld dat de corporatie al gereserveerd heeft voor voorgenomen investeringen, projecten en huurbeleid in haar meerjarenplanning.
Voor Ymere komt de IBW 2018 uit op nihil. Dit is de uitkomst van de rekenmethode die het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) voor de tweede keer hanteert. Net als vorig jaar heeft het WSW de reserveringen die Ymere heeft gemaakt om aan haar toekomstige financiële verplichtingen te voldoen, opgeteld bij het totale leningenvolume. Op basis van die uitkomst heeft het ministerie bepaald dat de extra indicatieve bestedingsruimte van de corporatie nihil is.
Dat betekent echter niks voor de huurders van en gemeenten in de Metropoolregio Amsterdam waar Ymere actief is, zo verklaart financieel-bestuurder Ber Bosveld. "Er verandert helemaal niets. We zijn financieel gezond. Alle plannen die we hebben gemaakt voor nieuwbouw, onderhoud en renovatie gaan gewoon door. Wij zijn een grote corporatie en hebben daardoor ook een hoog leningenvolume. Maar de vooruitzichten zijn goed, waardoor toezichthouder WSW vertrouwen heeft in onze draagkracht. Conform ons Financieel Meerjarenplan starten we in de periode 2018 – 2022 met de bouw van 1.800 sociale huurwoningen in de Metropoolregio Amsterdam."