Vorig jaar is het aantal sociale huurwoningen in Amsterdam in bezit van woningcorporaties voor de vierde keer op rij gegroeid, zo meldt de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) in het Jaarbericht 2024. De woningportefeuille groeide afgelopen jaar met zeshonderd sociale huurwoningen. In totaal werden er 1.945 zelfstandige sociale huurwoningen opgeleverd, maar tegelijkertijd werden er ook ruim dertienhonderd woningen gesloopt, dan wel verkocht of overgeheveld naar het middenhuur-segment. Daarnaast kregen de corporaties 169 zelfstandige huurwoningen opgeleverd voor middeninkomens. Met deze woningproductie leverden de woningcorporaties in Amsterdam opnieuw de grootste bijdrage aan de nieuwbouw in de hoofdstad.
Afnemende wachttijd
Ook daalde vorig jaar voor het derde achtereenvolgende jaar de wachttijd voor het toewijzen van een sociale huurwoning. Die ligt voor het eerst in lange tijd onder de tien jaar: de gemiddelde wachttijd bedroeg in 2024 9,8 jaar, tegenover 11,0 jaar in 2023 en 12,5 jaar in 2022. Het aantal actief woningzoekenden nam tegelijkertijd toe met 20 procent naar 147.500. “We zijn heel blij dat de wachttijd voor een sociale huurwoning verder terugloopt, maar er is meer nodig”, zo verklaart AFWC-directeur Anne-Jo Visser. Haar leden willen graag prioriteit geven aan het verminderen van dakloosheid onder jongeren. “Jongeren die op straat dreigen te belanden, zouden voorrang op een woning moeten krijgen. Corporaties hebben plannen om daarmee te starten.” De corporaties willen specifiek voor deze groep maatwerk leveren; daarvoor doen ze een beroep op de beschikbare ruimte om een klein percentage van de woningvoorraad naar eigen inzicht te verdelen. Maar volgens Visser zijn de mogelijkheden daarvoor te gering om deze groep structureel te helpen. “Willen we echt werk maken van de aanpak van jongerendakloosheid, dan zal uiteindelijk een aantal voorrangsregels moeten verdwijnen.”
Onvoldoende passend wonen
Amsterdam heeft nog steeds veel bewoners die niet passend wonen. Door de schaarste aan woningen komt de doorstroming naar passende woningen niet op gang. Ongeveer 30 procent van de grote corporatiewoningen met vier of meer kamers wordt bewoond door alleenstaande, vaak oudere bewoners. Tegelijkertijd woont 29 procent van de grote gezinnen (met drie of meer kinderen) in een corporatiewoning met drie kamers of minder. “Er is dus sprake van een mismatch. Daarom zijn de corporaties vorig jaar gestart met verschillende pilots om het verhuizen naar een meer passende woning makkelijker te maken. Aansluitend is gestart met een doorstroomoffensief samen met de gemeente. We gaan in 2025 door om meer mensen met een kleine portemonnee aan een passende en goede woning te helpen”, aldus Visser. [BP]