Een groep van 23 woningcorporaties bepleit bij minister Ollongren een wetswijzing om 'passend wonen' - wat betreft huurprijs en woninggrootte - te bevorderen. In plaats van eenmalige toetsing bij de toewijzing van de woning, zou jaarlijks moeten worden nagegaan of de woning nog wel past bij het inkomen en de gezinsgrootte van de sociale huurder. Dus of de woning niet te ruim, te krap, te duur of te goedkoop is. De huurdersorganisaties van Stadgenoot en Ymere (afdeling Amsterdam) zijn tegen: "Als je bij elke verandering in inkomen of huishoudsamenstelling moet nadenken over de woonsituatie, geeft dat veel stress en onrust," stellen zij in een persverklaring.
Op 7 juni heeft een aantal woningcorporaties, waaronder de 'Amsterdamse' de Alliantie, Stadgenoot en Ymere, het manifest aangeboden aan de minister. Ze stellen daarin maatregelen voor om de woningvoorraad efficiënter te benutten door ze ‘passend’ te verhuren. De huurder krijgt daarmee wel de garantie op 'passende woonruimte', maar verliest de zekerheid dat hij in zijn huidige woning onder dezelfde condities kan blijven wonen. "Wij denken dat met relatief kleine ingrepen de woningmarkt in grote delen van Nederland een stuk beter kan functioneren en tegelijkertijd de huren betaalbaar kunnen blijven," aldus het manifest. De opstellers wijzen er op dat in Amsterdam 5.000 gezinnen met drie of meer kinderen in een driekamerwoning kleiner dan 60 m² wonen. Tegelijkertijd wonen ruim 10.000 Amsterdamse huishoudens zonder kinderen in woningen groter dan 70 m² met drie of meer slaapkamers.
Huurgenoot, de huurdersorganisatie van Stadgenoot, vindt de woonzekerheid een te belangrijk goed om op te geven. De corporaties wijzen er op dat ze niemand willen dwingen om te verhuizen. Wie niet passend woont krijgt met voorrang een andere woning aangeboden. Maar van huurders daar geen gebruik van maken, wordt in stappen de huur verhoogd. Of, zoals de corporaties het formuleren: "We vinden het gerechtvaardigd om dan de huurkorting af te bouwen."
Huurgenoot wijst er op dat de kern van het probleem is dat de woningmarkt geheel is vastgelopen. Zolang de rijksoverheid de financiële druk op de corporaties in stand houdt (Verhuurderheffing en andere belastingen, red), blijft het volgens Huurgenoot dweilen met de kraan open.