Duitsland loopt wereldwijd voorop met het opwekken van zonne-energie. De oorzaak daarvan is even simpel als doeltreffend: de overheid heeft de energieconcerns verplicht elektriciteit af te nemen van de burgers tegen een gegarandeerde prijs die voor twintig jaar vastligt. Zo kan elke koper van een zonnedak precies uitrekenen wanneer hij geld gaat verdienen. De regeling is een doorslaand succes.
Vlak over de grens liet de familie Ludwig in de gemeente Twist op het dak van een schuur een installatie met een capaciteit van 30 kWh aanleggen. Albrecht Ludwig drukt op de knoppen van zijn stroommeter. Degelijk Duits fabricaat, AEG. Hij kan precies zien hoeveel stroom zijn installatie produceert, per uur, dag of week. De panelen zelf komen uit China. Duitse panelen waren op het moment van aanschaf schaars en duur.
“Er was in de herfst van 2009 een enorme vraag naar installaties, want iedereen wilde nog snel van de subsidie gebruik maken. Wij konden de gewenste panelen daarom niet krijgen, maar zijn zeker niet ontevreden met wat we nu hebben. Afhankelijk van de hoek waarin de zon schijnt produceren we tussen de 8 en de 24 kWh.” Ludwig junior houdt het nauwkeurig bij. “Met mijn vrienden vergelijk ik de productie van onze installaties”, zegt hij lachend.
Met een softwareprogramma konden ze precies berekenen wat de beste plek en hoek voor de zonnepanelen was. Hoge eiken rondom de binnenplaats werden geveld. Je moet wat over hebben voor de natuur.
De Duitse stroom wordt voor zestien procent opgewekt met duurzame methoden als windenergie, biogasinstallaties en zonnepanelen (1 procent). Tweeënveertig procent is afkomstig van bruin- en steenkool (met veel subsidie, betaald door de stroomverbruikers), 23 procent van kernenergie (idem) en 13 procent van aardgasinstallaties. Duitsland is de grootste stroomverbruiker van Europa. Het aantal zonne-installaties, meestal op woonhuizen, kruipt naar de 600.000. Daarmee kan de stroombehoefte van 1,5 miljoen driepersoonshuishoudens worden gedekt. Duitsland loopt wereldwijd voorop, dankzij de Erneuerbare-Energien Gesetz (EEG). Deze wet verplicht netbeheerders om stroom uit zonne-installaties af te nemen tegen een vastgelegde prijs (voor 20 jaar). Dat was 39 cent per kWh, maar is voor nieuwe installaties gezakt naar 32,88 cent. De vergoeding staat ter discussie en zal vrijwel zeker verder omlaag gaan. Als de prijs van normale stroom uit het net doorstijgt, komt rond 2016 het moment dat beide stroomsoorten even duur zijn (‘grid parity’). Dan zullen veel huishoudens die zonnestroom opwekken er ook zelf gebruik van gaan maken. |
Ludwig pakt er een calculator bij. “De aanleg kostte 2400 euro per kWh, maal dertig… opbrengst tussen de 850 en 870 per jaar, maal dertig… maal 39 eurocent… minus eventuele reparaties, verzekering… afbetaling, kosten voor boekhouding, rente… Nou, als de installatie goed blijft functioneren zijn we na ongeveer tien jaar uit de kosten, daarna gaan we geld verdienen. Misschien dat we dan nog een koppeling maken met aardwarmte.”
Wel hoopt hij dat ‘de politiek’ tegen die tijd geen roet in het eten gooit. De milieuminister mag volgens de wet de prijs van de afgenomen zonnestroom bepalen. Het Duitse parlement, de Bundestag, is al aan het vergaderen over lagere vergoedingen. Maar er is nog geen zekerheid. “Wat dat betreft is het toch een beetje schwimmen in die Luft”, zegt Ludwig.
Ondertussen wordt al zijn stroom eingespeist. De familie wekt veel meer stroom op dan voor het huishouden nodig is. Bovendien is het voeden van het net vooralsnog veel voordeliger dan een deel zelf te gebruiken. Onze oosterburen doen wat calculeren betreft niet voor ons onder.
Groen piramidespel
Privéhuishoudens die zelf groene stroom willen opwekken, komen snel uit bij zonnepanelen. Een biogasinstallatie of windmolen zet je niet zomaar in je tuin. Dat vergt veel geld en organisatievermogen, om maar te zwijgen over de rompslomp met vergunningen. Dankzij de Duitse Wet op Duurzame Energie (EEG) wordt het huishoudens gemakkelijk gemaakt om voor een zogenaamd Dachsparbuch te kiezen. Want een spaarboek is het: het rendement van zonnedaken is praktisch verzekerd. Burgers weten zich verzekerd van een gegarandeerde stroomafname door de energieconcerns, tegen een prijs die voor twintig jaar vastligt.
Honderdduizenden Duitsers lieten inmiddels een installatie aanleggen, met subsidie van de overheid. Die subsidie op de aanleg is inmiddels wegens groot succes gestopt. Wat bleef is de verplichte afname en vaste vergoeding voor met zonnepanelen opgewekte stroom. De huishoudens ontvangen die via de energieconcerns. Die betalen dit overigens niet uit eigen middelen. Het wordt namelijk omgeslagen over alle stroomafnemers. Dat is de reden dat de hoogte van de vergoeding onder druk komt te staan nu steeds meer huishoudens voor zonnepanelen kiezen. Het is als een piramidespel. De stroomprijs is in Duitsland de afgelopen tien jaar al met 68 procent gestegen. Met dank aan de fiscus, want heffingen en belastingen op energie zijn sinds 1998 met 130 procent verhoogd. Inmiddels incasseert de overheid 39 procent van iedere stroomrekening.
Maar voorlopig is het rendement van een zonnedak verzekerd en de banken doen dus niet moeilijk over een lening.
Einspeisen maar!
De branche kijkt ondertussen nadrukkelijk vooruit. En de EEG-vergoedingen bewegen mee. De volgende stap zou vanuit milieuoogpunt gebruik van de opgewekte energie in eigen huis moeten zijn. Transport kost immers weer energie. Maar dat gebeurt in Duitsland maar sporadisch, omdat einspeisen nou eenmaal voordeliger is. De vraag is hoe lang de Duitsers dat vol kunnen en willen houden.
De normale tarieven voor stroom stijgen gemiddeld met zes procent per jaar en de vergoeding voor eigen zonnestroom wordt op den duur minder. Naar verwachting leidt dit rond 2016 tot de zogenaamde ‘grid parity’: de prijzen van beide stroomsoorten komen op gelijk niveau. Dan wordt het tijd voor de volgende stap: ‘elektrische onafhankelijkheid’.
Milan Nitzschke, werkzaam bij de grootste Duitse installateur voor zonnepanelen SolarWorld, ziet de ontwikkeling naar het zelf benutten van zonnestroom als onvermijdelijk. “Het heeft nogal wat voordelen. Het elektriciteitsnet wordt ontlast, omdat de energie wordt gebruikt waar die wordt opgewekt. Voor de verbruiker betekent het onafhankelijkheid van de stroomconcerns. En hij krijgt, afhankelijk van de capaciteit, een vergoeding tussen de 17 en 21 eurocent per kWh voor de zelf opgewekte en verbruikte stroom.”
Het systeem, met twee stroommeters, is relatief eenvoudig. Daarbij komt dat je met een smartphone of pc via het internet steeds kunt aflezen hoeveel stroom er wordt opgewekt, ook van afstand dus. Het is mogelijk om huishoudelijke apparaten in of uit te schakelen om de energie zo efficiënt mogelijk te benutten, of in het net te pompen.
Nitzschke: “Het is ook al mogelijk om apparaten in huis automatisch aan te laten sturen. Een eventueel teveel aan stroom kan je ook in accu’s opslaan, die accu’s worden immers steeds beter. En de dag is niet meer ver dat we overschakelen op elektrische auto’s.”
Het ‘dakspaarboek’ ziet er dan zo uit: voor zonnestroom die aan het net wordt geleverd ontvangt een huishouden twintig jaar lang een vaste vergoeding per kWh. Ook voor zonnestroom die in het huishouden wordt gebruikt (de zogenaamde Eigenstrom) bestaat een, iets lagere, vergoeding. Maar daar komt nog bij dat je dankzij je zelf opgewekte zonnestroom minder normale en dure stroom uit het net haalt. Bovendien bespaar je jezelf de prijsverhogingen van normale stroom. Bij dertig procent Eigenstrom levert dat laatste alleen al een kleine 10.000 euro op. Bij zestig procent Eigenstrom gaat het in de richting van 20.000 euro.
Ludwig, tot slot: “Ons motief is geld verdienen. Maar als elektrotechnisch ingenieur ben ik natuurlijk ook gefascineerd door de mogelijkheden die zo’n zonnedak biedt.”