In het verleden openden in Amsterdam met enige regelmaat nieuwe woongemeenschappen voor ouderen met een migratieachtergrond de deuren. Daar kwam de klad in. Vooral door de kredietcrisis en gebrek aan locaties, maar wellicht ook door een andere tijdgeest. Maar het aantal oudere migranten groeit snel, en de behoefte aan buren met een vergelijkbare achtergrond is niet verdwenen. Zeker in tijden waarin ‘zelfdredzaamheid’ uitgangspunt is geworden in de zorg.
De Turkse Woongroep Tweede Lente in Bos en Lommer, maart 2015. Foto: Stadgenoot/Jean-Pierre Jans.
Begin jaren negentig van de vorige eeuw werd tijdens het symposium ‘Tussen wal en schip’ al geconcludeerd dat er een gapend gat bestond tussen de woonzorgvraag van oudere migranten en het toenmalige aanbod. Dit betrof toen nog een relatief kleine groep ouderen. Inmiddels is de eerste generatie arbeidsmigranten aardig op leeftijd en wordt ook een aanzienlijk deel van de tweede generatie een dagje ouder. Hetzelfde gaat op voor voormalige inwoners van Suriname en de Antillen.
Er is in het verleden in Amsterdam een aantal woongemeenschappen voor oudere migranten opgezet, bijna zonder uitzondering gefaciliteerd door woningcorporaties. Er bestaan woongemeenschappen voor onder andere Turkse, Hindoestaanse, Antilliaanse en Chinese ouderen, zo blijkt uit een blik in ons NUL20-archief.
De Tweede Lente
De primeur had Bos en Lommer, waar in 2008 De Tweede Lente werd geopend, een woongemeenschap voor Turkse senioren. Hoe gaat het daar nu mee?
We spreken met Gulseren Altesever, dochter van een echtpaar dat destijds een woning betrok in nieuwbouwcomplex de Buskenblaser bij het Bos en Lommerplein. Zij is vanaf het begin actief voor de vereniging van bewoners. Haar moeder woont nog steeds in het complex van woningcorporatie Stadgenoot. Haar vader is inmiddels overleden.
Altesever: “Mijn ouders waren nog geen zestig toen het project startte, maar ze wilden zich toch al inschrijven. Er was veel belangstelling dus we dachten dat het wel even zou duren. Toen er toch al snel een woning beschikbaar kwam, besloten ze te verhuizen. Een uitstekende beslissing. Het is een ideale oplossing voor ouderen. Ze wonen zelfstandig maar kunnen elkaar ontmoeten in de gemeenschappelijke ruimte. Bij De Tweede Lente wordt daar volop gebruik van gemaakt.”
Vooral toen haar vader alzheimer kreeg, bleek deze woonvorm een uitkomst. Altesever: “Mijn vader kon op den duur niet meer alleen thuis blijven, maar wanneer mijn moeder even naar de markt wilde of bij iemand op visite wilde gaan, was er altijd wel een medebewoner die op hem kon letten. Bovendien kan mijn moeder nu ze alleen is zo vaak als ze wil koffie drinken met de andere bewoners. Het is voor oudere migranten belangrijk dat zij mensen uit hun eigen cultuur om zich heen hebben. Sommige zaken zijn nu eenmaal cultuurgebonden en ouderen houden zich daar vaak nog aan vast.”
Haar moeder is tegenwoordig afhankelijk van een rollator. “Dus gaat ze niet zo vaak meer de deur uit. Daarom doet vaak iemand uit de woongroep boodschappen voor haar. En zo helpen de mensen elkaar.”
De klad er in
Ook de jaren daarna zijn er woongemeenschappen voor deze specifieke migrantengroepen opgericht, maar na de economische crisis kwam er - ondanks de vele plannen en grote belangstelling - de klad in. De behoefte bleef, maar er kwamen geen (betaalbare) locaties beschikbaar - een probleem waar overigens alle woon-initiatieven van senioren mee worstelen.
Maar er is hoop. In juni zag de intentieverklaring ‘Zelfstandig geclusterd wonen voor ouderen in Amsterdam 2020-2025’ het licht, die werd ondertekend door gemeente, woningcorporaties, markt- en zorgpartijen en ouderenorganisaties. Deze partijen beloven plechtig zich in te spannen voor het realiseren van woongemeenschappen voor senioren. In de verklaring wordt ook aandacht gevestigd op het grote aantal ouderen met een migratie-achtergrond.
Gebouw waar de woongroep Foe Ooi-Leeuw in is gevestigd. Geheel tegen de trend van ‘zorg op afroep’ in ontstond in Zuidoost (2009) een woongemeenschap voor zo’n honderd Chinese ouderen. Een project van gemeente, stadsdeel, Rochdale, CABO (Centrum voor Advies en Beleid Oudere Migranten), Amstelring-Osira en stichting FOL. |
Kwetsbare positie
Migrantenouderen nemen ten opzichte van andere senioren een kwetsbare positie in, zo blijkt uit onderzoek. Zorginstellingen die deze groep in de praktijk ondersteunen, wijzen daar al jaren op. Die kwetsbaarheid heeft volgens Andor Kwee, programmamanager ouderenhuisvesting van de gemeente, onder meer te maken met een gemiddeld lage sociaal-economische positie en een taalachterstand. Bovendien is hun gezondheid slechter dan gemiddeld.
Kwee: “Al die factoren kunnen leiden tot isolement en vereenzaming. Daarom is extra steun nodig om deze groep op een adequate manier te huisvesten. Een woongemeenschap met gelijkgestemden en de aanwezigheid van zorg op maat in de directe omgeving is een uitstekende oplossing voor ouderen in het algemeen en ouderen met een migratieachtergrond in het bijzonder. Dat blijkt uit de jarenlange ervaring met de al bestaande woongemeenschappen voor migrantenouderen.”
De ontwikkelbuurten in Nieuw-West, Zuidoost en Noord zijn bij uitstek geschikt om dit soort initiatieven onder te brengen. Kwee: “Een deel van de doelgroep woont daar immers al en de meeste ouderen willen graag in de buurt blijven waar zij altijd al gewoond hebben en hun sociale contacten hebben. Maar eigenlijk is het streven om overal in de stad geclusterd wonen mogelijk te maken. Dat kan gerealiseerd worden bij nieuwbouwprojecten maar ook bij transformatie van gemeentelijk (zorg)vastgoed of het herlabelen van corporatiewoningen.”
Informatiemarkten
Begin dit jaar werden enkele woon-informatiemarkten voor ouderen gehouden in Nieuw-West en Zuidoost waar diverse partijen aan deelnamen. Daar werd speciale aandacht besteed aan geclusterd wonen. Kwee: “Bewustwording is een belangrijk onderdeel van het hele proces. Ouderen weten vaak niet welke mogelijkheden er allemaal zijn. Zo’n markt is dan een prima manier om die zaken onder de aandacht te brengen. Er waren ook voor dit najaar een paar bijeenkomsten gepland, maar in verband met corona moeten we dat anders organiseren. Daar zijn we nu over aan het nadenken.”
De gemeente zet ook wooncoaches van stichting !WOON in om oudere migranten te informeren en zelf- en buurtorganisaties die een goed bereik hebben onder migranten, worden hiervoor extra gefaciliteerd.
Lange adem nodig
Stichting WoonSaem, kenniscentrum voor gemeenschappelijk wonen voor oudere migranten, is een van de ondertekenaars van de intentieverklaring. Voorzitter Harry Moeskops heeft hoop dat er nu wat meer schot komt in de realisatie van plannen. Zo is het initiatief voor de vorming van een woongemeenschap voor Marokkaanse ouderen in de Kolenkitbuurt al acht jaar oud. “We hadden al veel gegadigden voor een nieuwe woongemeenschap in Amsterdam-West. Wat echter ontbrak was een geschikte locatie. De crisis zorgde ervoor dat die locatie er niet kwam en de groep uiteenviel. Inmiddels is ook een aantal mensen uit die eerste groep belangstellenden overleden. Maar halverwege 2018 bood woningcorporatie Eigen Haard dan toch een locatie aan en zijn de gesprekken met toekomstige bewoners, woningcorporatie en gemeente weer opgestart. Daar is iedereen uiteraard heel blij mee.”
Eind volgend jaar wordt het nieuwbouwblok in de Kolenkitbuurt waar de woongemeenschap in wordt ondergebracht, opgeleverd. Die bestaat uit 23 zelfstandige woningen plus een gemeenschappelijke ruimte.
Toewijzingsregels
Een terugkerend discussiepunt bij dit soort projecten voor senioren betreft de toewijzing: wie mag er wonen? Nu wordt vaak een uitzondering gemaakt op de generieke toewijzingsregels van WoningNet. Moeskops is benieuwd wat de nieuwe toewijzingsregels voor corporatiewoningen worden waar nu door de gemeente aan wordt gesleuteld. “Er komt een nieuwe regeling maar we weten nog niet precies hoe die uitpakt. Het bestuur van de woongemeenschap kan nu mensen voordragen aan de verhuurder. Als je wilt dat een woongroep functioneert, moeten de mensen die er gaan wonen wel op een of andere manier bij elkaar passen.”
In de intentieverklaring staat dat vanaf 2021 de Huisvestingsverordening zodanig wordt aangepast dat geclusterde ouderenhuisvesting kan worden toegewezen via coöptatie. Moeskops kan nog niet voorspellen wat dit in de praktijk betekent. “Gunstig is wel dat er blijkbaar een structurele regeling komt, zodat niet meer per project via een ‘experimentregeling’ bekeken hoeft te worden hoe de toewijzing geregeld moet worden. Dat scheelt in dat geval een hoop overleg met meerdere partijen.”
Fereshteh Karimi (60) ontvluchtte twintig jaar geleden samen met man en drie kinderen haar geboorteland Iran. Het gezin woont al zeventien jaar tevreden in een koopwoning in De Banne in Noord, maar sinds de kinderen uit huis zijn, vinden ze de vierkamerwoning te groot. Bovendien zijn er drie trappen naar hun etage. Het echtpaar wil graag in een woongroep wonen met andere Iraniërs op leeftijd. Hun geduld werd onlangs na een paar jaar plannen maken met Stichting Woonsaem, beloond. Woningcorporatie Stadgenoot stelt rond de 25 zelfstandige woningen met een gemeenschappelijke ruimte beschikbaar in een nieuwbouwcomplex nabij woonzorgcentrum Het Schouw in Noord. De woningen in Het Nieuwe Schouw worden naar verwachting begin volgend jaar opgeleverd. Karimi is heel blij met dat vooruitzicht. “Het is voor ons heel belangrijk om met landgenoten op te trekken. We hadden een paar jaar een eigen plek om samen te komen via Combiwel maar die is opgeheven. We kookten daar samen en we organiseerden dagjes uit. Dat hopen we straks ook weer te kunnen doen in de gemeenschappelijke ruimte die we krijgen in Het Nieuwe Schouw. Veel van de landgenoten die we kennen van die andere plek verhuizen straks ook mee naar de woongroep.” Nu staan er dertig mensen op de wachtlijst. Zo’n woongemeenschap is volgens Karimi een uitstekende manier om de eenzaamheid te verdrijven waar oudere vluchtelingen in het bijzonder mee te maken krijgen. “Naast het ondernemen van activiteiten met elkaar is het ook heel belangrijk dat je onderling een oogje in het zeil houdt en waar nodig voor elkaar klaarstaat. Wij zijn nu nog vrij jong en werken allebei nog. Wij kunnen straks voor de oudere en zwakkere leden van de groep zorgen als dat nodig is. Normaal zou ik nu voor mijn bejaarde moeder zorgen maar die woont nog in Iran.” “En er is ook binnen onze cultuur een omslag gekomen. Het is niet langer vanzelfsprekend om voor je ouders te zorgen. De jongere generatie is druk met werk en het eigen gezin. Dat geldt ook voor onze kinderen. Ik verlang niet van ze dat ze ons over tien jaar in huis nemen en ik denk dat ze daar stiekem wel opgelucht om zijn. En wij kunnen op deze manier zo lang als mogelijk zelfstandig blijven wonen.” Najia Aabid begeleidt namens stichting WoonSaem deze groep Iraanse migranten. “Er zit vaak jaren tussen het vormen van een groep belangstellenden en het vinden van een geschikte locatie. Ook in dit geval. Gelukkig voor hen kwam Stadgenoot enkele maanden geleden met dit aanbod. De bewoners hebben onlangs de plannen bekeken en er wordt binnenkort met de corporatie een samenwerkingsovereenkomst getekend. Het is een prima locatie. In de directe omgeving zijn alle voorzieningen aanwezig die voor ouderen belangrijk zijn. Ook zijn er uitstekende ov-verbindingen.” De woongroep krijgt de naam Andishe dat zoveel betekent als ‘positief denken’. Karimi: “Wij zien onze toekomst nu in elk geval zonnig tegemoet.” |