Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Gezondheid is aspect geworden van Ruimtelijke Ordening
"We zitten eindelijk aan tafel bij de stadsplanners"

Lang voelde hij zich een roepende in de woestijn. Maar inmiddels is het vanzelfsprekend dat Fred Woudenberg van de GGD aanschuift bij het ontwerp van nieuwe stadswijken. Hij wil de auto zoveel mogelijk de woonwijk uit hebben en bewoners verleiden zoveel mogelijk te bewegen.

Image
Beweeglogica

Amsterdam heeft de uitgangspunten van het programma Bewegende Stad uitgewerkt in een aantal bouwstenen. Deze ‘Beweeglogica’ geeft stadsmakers handvatten om bij de (her)inrichting van buurten, pleinen of parken het bewegen te stimuleren.

www.amsterdam.nl/bestuur-organisatie/volg-beleid/bewegende-stad/bouwste…

“Het goede nieuws is dat het met de luchtkwaliteit in Nederland steeds beter gaat”, zegt Fred Woudenberg, hoofd van de afdeling leefomgeving bij de GGD Amsterdam: “Je ziet alle lijntjes in langjarige grafieken naar beneden lopen, of het nu om roet, stikstofdioxide of wat anders gaat. En ook wat betreft de vervuiling van oppervlaktewater en de bodem staat het land er veel beter voor dan veertig jaar geleden. Maar dat is geen reden om achterover te leunen. Met de geluidsbelasting gaat het niet de goede kant op. En we hebben nog altijd te maken met een forse ziektelast door luchtvervuiling. We hanteren in Nederland normen die twee keer zo hoog zijn als de advieswaarden van de WHO. En zelfs bij die strenge waarden is er nog altijd sprake van gezondheidsschade. Bovendien zie je het tempo van de verbetering afvlakken. Het blijft dus een uitdaging.”

Auto’s leveren nog altijd de grootste bijdrage aan de luchtvervuiling, maar daarnaast waait er veel viezigheid onze kant op van verre industriegebieden, behalve Rijnmond ook uit Antwerpen en het Ruhrgebied. Procentueel gezien wordt de bijdrage van houtrook steeds groter, met dank aan de populariteit van gezellige open haarden en allesbranders. En dan zijn er nog de scooters.

Gezondheid als ontwerpprincipe

Er zijn landelijke regels die verbieden dat je scholen of woningen pal naast snelwegen of in de buurt van industriële zones bouwt - het is de wereld van de geluidscontouren, plofcirkels en fijnstofzones. Maar het bredere begrip ‘gezondheid’ is een relatief nieuw thema in de ruimtelijke ordening. Woudenberg: “Ik zit al heel lang in dit vakgebied, eerst in Rotterdam en nu al flink wat jaren in Amsterdam. Ik heb me heel lang afgevraagd of we het thema ooit op de agenda zouden krijgen van de stadsplanners. Dat is zo’n bolwerk. Maar ik heb de laatste vier, vijf jaar een omslag gezien. Bij de planning van Haven-Stad Amsterdam bijvoorbeeld zitten we vanaf het begin aan tafel. Ik merk een oprechte belangstelling voor het onderwerp. Niet onbelangrijk was de rol van voormalig wethouder Eric van der Burg, die bijvoorbeeld een groot pleitbezorger was van het programma ‘Bewegende Stad’.

“Er wordt nu naar ons geluisterd. Maar dat betekent niet dat we altijd ons zin krijgen. Neem de geluidsbelasting. In de Amsterdamse bouwstijl met gesloten woonblokken compenseren stille achtertuinen de beleefde overlast van geluid van de straatzijde. Met een stille achtertuin is het alsof het aan de straatkant tot 8 dB stiller is. Maar in Haven-Stad worden geluidluwe zijden opgeofferd aan de wens om heel veel woningen te bouwen. Bij de ontwikkeling van Haven-Stad gaan veel dingen goed, maar dit is echt jammer. Wat niet helpt is dat in de nieuwe Omgevingswet de normen voor verkeerslawaai in de stad fors omhoog gaan.”

Hoge dichtheden zijn gezond

Het gaat bij het stimuleren van gezondheid in de ruimtelijke ordening niet alleen om luchtkwaliteit. Naast het weren van auto’s uit woonwijken draait het volgens Woudenberg om de bekende drie-eenheid Roken, Voeding en Bewegen: “Het is vrij simpel. Als je niet rookt, verstandig eet en drinkt en voldoende beweegt, blijf je gezonder. Dat proberen we dus ook via de ruimtelijke ordening te stimuleren. Bijvoorbeeld door in de buurt van scholen een gezondere voedselomgeving en rookvrije gebieden te creëren.”

Je kunt volgens Woudenberg prima in hoogstedelijke milieus gezonde woonomgevingen bouwen: “Hoge dichtheden zijn juist eerder een voorwaarde. Waar veel mensen bij elkaar wonen, zijn ook veel voorzieningen op loop- en fietsafstand te realiseren. Ontwerp een buurt zo dat bewoners gaan fietsen en lopen en kinderen kunnen buitenspelen. Verban de auto naar de randen. In Haven-Stad is de parkeernorm in woonbuurten maximaal 0,2 auto’s per woning. Dat is al extreem laag, maar wat mij betreft wordt het nul. We moeten de publieke ruimte terugveroveren op de auto.”

In de bestaande woonomgeving is het lastiger om de ruimtelijke inrichting gezonder te maken. “Daar kun je proberen in kleine stapjes dezelfde principes te verwezenlijken. Je kunt initiatieven van bewoners aangrijpen, extra postzegelparkjes aanbrengen en maatregelen nemen om het autoverkeer terug te dringen.”

Groene uitgestrekte stadswijken en dorpen leveren niet per definitie een gezonde leefomgeving op. “Uit alle studies blijkt dat mensen daar minder bewegen. Men doet boodschappen met de auto, brengt zo de kinderen naar school enzovoort.”

Strijd om schaarse ruimte

Stadsplanners hanteren normen voor de hoeveelheid groen en parken in relatie tot het aantal inwoners of bebouwd aantal vierkante meters. “Maar het blijft altijd een strijd om de ruimte. Bij de planning van Haven-Stad proberen we zoveel mogelijk gebruik te maken van wat er al is. En verder moet je het zoeken in het leggen van verbindingen en het delen van functies, zoals het publiek toegankelijk maken van sportvelden. Maar de winst is dat we inmiddels aan tafel zitten bij de RO-mensen.”

 



Concentraties roet in de Metropoolregio Amsterdam (Atlas Leefomgeving, 2016). Auto’s leveren nog altijd de grootste bijdrage aan de luchtvervuiling, maar er waait ook veel viezigheid onze kant op van verre industriegebieden. Procentueel gezien wordt de bijdrage van houtrook steeds groter. En dan zijn er nog de scooters.
Fred van der Molen