Overslaan en naar de inhoud gaan
Wethouder ziet uitgelezen kans voor publiek warmtenet
Zita Pels: ‘Wij gaan de rekening van de warmtetransitie niet bij onze inwoners leggen’

In de Transitievisie Warmte uit 2020 mikt Amsterdam erop om in 2040 van het aardgas af te zijn. De warmtetransitie is echter vastgelopen, omdat warmtenetten maar niet van de grond komen. Tijd voor een publiek warmtenet dus, vindt wethouder Zita Pels (duurzaamheid). “De afgelopen 5 jaar hebben commerciële bedrijven het mogen proberen en die hebben er kennelijk geen zin in.”

Tekst
Nico Dikstaal

Als NUL20 wethouder Zita Pels (duurzaamheid) spreekt, is net bekend dat Vattenfall wellicht zijn warmtenetten gaat verkopen. Ook die in Amsterdam. Pels vindt dat het bedrijf “bewonderenswaardig helder over zijn positie is” en "eraan meewerkt” dat het netwerk in publieke handen kan komen. Een gouden kans, volgens haar. “Ik ga ervan uit dat minister Hermans vooraan in de rij staat.” 
Dat Vattenfall zijn netwerken (zie kader) gaat verkopen is nog geen uitgemaakte zaak. Het bedrijf onderzoekt de commerciële mogelijkheden, inclusief (gedeeltelijke) verkoop.
Pels pleit voor verkoop, want de warmtetransitie in de hoofdstad is tot stilstand gekomen. Amsterdam zal niet, zoals de bedoeling was, in 2040 van het gas af zijn, schreef ze eind januari in een raadsinformatiebrief. Daarin legt ze uit waarom en hoe de warmtetransitie van koers wijzigt.

Image

Dat Amsterdam in 2040 geen gasloze stad zal zijn, komt volgens Pels doordat geld en wetgeving uit Den Haag uitblijven en daardoor de aanleg van warmtenetten al jaren stilligt. Bewoners zijn bang dat ze uiteindelijk toch duurder uit zullen zijn dan met gas, dus is er weinig animo voor warmtenetten. En energiebedrijven hebben veel gebruikers nodig om de hoge investeringen die nodig zijn, terug te kunnen verdienen. 
Pels begrijpt wel dat bewoners er niet meer op vertrouwen dat ze met stadsverwarming niet duurder uit zullen zijn dan met hun gasgetookte cv-ketel. In 2024 schoten de vaste kosten omhoog, omdat energiebedrijven de kosten voor aanleg en onderhoud moeten terugverdienen aan relatief weinig gebruikers. “Dat bewoners duurder uit zouden zijn dan met gas, was ook niet afgesproken. En de corporaties zouden eventuele verschillen bijleggen, maar die schrokken ook van de hoogte van de prijzen. Uiteindelijk hebben wij in 2024 compensatie geregeld.” Door alle commotie rond de prijsstijgingen, klapte de samenwerking tussen corporaties, gemeente en Vattenfall. Laatsgenoemde besloot de stadsverwarming in bestaande wijken niet meer verder uit te breiden, ook vanwege de aankondiging van de Wet collectieve warmte.

Wet collectieve warmte

Die Wet collectieve warmte (Wcw), die consumenten moet beschermen tegen al te drieste prijsstijgingen en voorschrijft dat warmtebedrijven voor 51 procent in handen moeten zijn van gemeenten of provincies, houdt de markt al jaren in een houdgreep. De wet die nog door de Tweede en de Eerste Kamer moet, gaat vermoedelijk begin 2026 in. Dan hebben energiebedrijven waarschijnlijk helemaal geen trek meer in warmtebedrijven. En zolang de wet niet ingaat, kijkt de consument wel twee keer uit bij een warmtenet en hoeft het Rijk niet met geld over de brug te komen.
Want dat het Rijk moet gaan betalen, staat voor Pels als een paal boven water. Net als de noodzaak dat warmtenetten in publieke handen komen. “De afgelopen 5 jaar hebben commerciële bedrijven het mogen proberen en die hebben er kennelijk geen zin in. Ze zullen de beste bedoelingen hebben, maar ze hebben ook aandeelhouders die – en dat begrijp ik – geld willen verdienen. En die heeft een publiek bedrijf of een overheid niet.” 
Het is daarom volgens Pels aan het Rijk om de betaalbaarheid voor bewoners te garanderen en de financierbaarheid van warmtenetten te verbeteren.

“Grijp je kans”

Als Vattenfall zijn Amsterdamse warmtenet verkoopt, ziet Pels daarin een uitgelezen kans om een publiek warmtenet voor de regio van de grond te krijgen. Met geld van het Rijk. “Dat heeft wel mijn voorkeur. De Wet collectieve warmte schrijft dat straks ook voor, dus grijp je kans, zou ik zeggen.”
"Als we een publiek warmtebedrijf opzetten, dan doen we dat als regio. Ik heb daarover al met alle wethouders in de ons omringende gemeenten al gesproken en allemaal hebben ze een positieve grondhouding. Hun schaal is te klein om regionaal warmtenetten op te zetten. Maar wij hebben veel meer ambtenaren, dus kunnen we ook meer werk verzetten.” 
“We zouden dat bijvoorbeeld samen kunnen doen met Energie Beheer Nederland en Liander, publieke bedrijven met kennis van de sector waarmee we hierover al gesprekken voeren, of via Westpoort Warmte, de joint-venture van ons en Vattenfall (zie kader). Mogelijk kunnen we dat uitbouwen.”

Gemeenteraadsverkiezingen

Pels wil het komende jaar plannen en scenario’s uitwerken voor een publiek warmtebedrijf: met wie, wat zijn de kosten en de risico's? Zodat een nieuw college na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026 een besluit kan nemen. “Maar misschien gebeurt het al eerder, nu Vattenfall de verkoop van zijn warmtenetten gaat onderzoeken.”
Tot het zover is, wil Amsterdam zoveel mogelijk CO2 besparen, zonder dat de rekening komt te liggen bij mensen die dat niet kunnen betalen en zonder dat de energierekening hoger wordt dan bij stoken op gas. 

“Voorlopig komen die warmtenetten er niet en de klimaatverandering wacht niet, dus gaan we andere plannen naar voren halen"

“Voorlopig komen die warmtenetten er niet en de klimaatverandering wacht niet, dus gaan we andere plannen naar voren halen. De 110 duizend huishoudens die we bijvoorbeeld al als all electric hadden ingetekend in de Transitievisie Warmte uit 2020, gaan we met spoed helpen. Dan besparen we vanaf dat moment CO2, en dat jaar in, jaar uit.” Amsterdam overlegt met netwerkbedrijf Liander over de timing over dit deel van de transitie, omdat de aanpak valt of staat met wat het elektriciteitsnet aankan en de snelheid waarmee het newerk wordt verzwaard.

Warmtepompen

Amsterdam haalt niet alleen bestaande plannen naar voren, ze worden ook aangepast. Wijken of buurten die op de rol stonden voor warmtenetten, moeten het wellicht toch met warmtepompen gaan zien te rooien. Iets waarvan de Rekenkamer onlangs zei: dat kun je beter niet doen, want die mensen melden zich niet meer aan voor een warmtenet. Waardoor investeerders nog minder been zullen zien in de aanleg van stadsverwarming. 
Peks is niet bang dat de gemeente zichzelf in de voet schiet door warmtepompen te subsidiëren in een beperkt aantal wijken waar nu een warmtenet is gepland. “We kijken naar een subsidievorm alleen voor hybride warmtepompen, waarvan de terugverdientijd ongeveer tien jaar is, dus in wijken waar voor die tijd geen warmtenet zal liggen, kan dat een tussenoplossing zijn.” De gemeente wil de collectieve inkoopactie voor warmtepompten herhalen en bewoners met een smalle beurs extra ondersteunen. 
Ze vond het hoe dan ook een merkwaardig advies, want wat de Rekenkamer volgens haar in feite zegt, is: laat de inwoners die transitie maar helemaal betalen. “Want het alternatief, dat warmtenet, dat is er niet. Ik had verwacht dat de Rekenkamer had gezegd: ‘Schiet eens op met die wetgeving en de middelen voor warmtenetten’."

"Ik had verwacht dat de Rekenkamer had gezegd: ‘Schiet eens op met die wetgeving en de middelen voor warmtenetten’"

Nog wel goed om aan te tekenen, aldus Pels, is dat het gaat om wijken waar vier jaar geleden een warmtenet de beste oplossing was. Eind dit jaar verlangt het Rijk van ons een nieuwe warmtevisie en dan zal blijken of dat nog steeds zo is. Daarbij kijken we naar techniek, maatschappelijke kosten, en wat ik vooral belangrijk vind: de kosten voor de gebruiker."
Garanties zijn niet te geven, dat beseft Pels ook. “Niet door de gemeente alleen, dat zullen we samen moeten doen met corporaties en warmtebedrijven. We gaan de rekening van de warmtetransitie in elk geval niet bij onze inwoners leggen. Maar die gesprekken ga ik graag aan. Want als mensen niet over durven stappen, blijft praten over warmtenetten een theoretische exercitie.”

Warmtenetten in de MRA
Vattenfall levert stadswarmte in verscheidene buurten in Amsterdam, Almere en Lelystad. Het gaat omgerekend (er zijn ook bedrijven en andere gebouwen aangesloten) om respectievelijk 101.929, 69.214 en 6.603 huishoudens. In Amsterdam Noord en West gebeurt dat via de joint-venture Westpoort Wamte met de Gemeente Amsterdam. De warmte kont van restwarmte van vuilverbranding door het Amsterdams Energie Bedrijf (AEB).
Op het warmtenetwerk in Amstelveen Noord van Eneco zijn 3.000 locaties aangesloten (de warmte komt van de gasgestookte Vattenfall-centrale in Diemen). Amstelveen is aangesloten op een bestaand warmtenet van Eneco. In Amsterdam en Diemen komt de warmte voornamelijk uit WKO's met een warmtepomp.