Twee van de acht zogeheten ‘focusgebieden’ liggen in Amsterdam-Zuidoost. Het gaat om Holendrecht/Reigersbos en Bijlmer-Centrum. De grootste zorgenkindjes in dit gebied zijn Holendrecht-West en Venserpolder. Veel kansarme gezinnen uit de afgebroken hoogbouwflats in de Bijlmermeer zijn naar die twee buurten verhuisd.
Rijkssubsidies voor stedelijke vernieuwing verdwijnen, de gemeente bezuinigt draconisch, banken houden de hand op de knip en de investeringsmogelijkheden van corporaties lopen sterk terug. De tijd van grootschalige investeringen in stedelijke vernieuwing is voorbij. Amsterdam heeft besloten de resterende gemeentelijke vernieuwingsgelden te concentreren in slechts acht gebieden. Nu zijn dat er nog 33. Wethouder Freek Ossel in april over de nieuwe aanpak: “Wij nemen samen met de stadsdelen de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor die gebieden. De middelen worden in één portemonnee gestopt. Dat is nieuw. Nu gaat het ons erom met gebiedsgerichte arrangementen het verschil te maken.” Dat verschil moet blijken uit verbetering van de buurtwaardering en van de sociaal-economische positie van de bewoners. Per kwartaal moet er gerapporteerd worden. De ‘uitverkoren’ gebieden zijn: Slotermeer-Zuidwest en Slotermeer-Noordoost, De Kolenkitbuurt, IJplein/Vogelbuurt, Nieuwendam-Noord, Volewijk, Bijlmer-Centrum en Holendrecht/Reigersbos. Deze ‘focusgebieden’ zouden er op basis van de opgestelde criteria het beroerdste voorstaan. NUL20 bezoekt in de komende nummers alle focusgebieden. In dit nummer Zuidoost: met Bijlmer-Centrum en Holendrecht/Reigersbos. |
Paul van de Klundert is programmamanager Stedelijke Vernieuwing en Wijkaanpak voor stadsdeel Zuidoost. Hij legt uit dat criteria als minimuminkomen en leefbaarheid een belangrijke rol hebben gespeeld bij de ‘uitverkiezing’ van deze twee buurtcombinaties tot focusgebied. Zowel in Holendrecht-West als Venserpolder zijn overlast en onveiligheidsgevoelens belangrijke thema’s. En er zijn volgens Van de Klundert heel veel ‘problemen achter de voordeur’. “In Holendrecht-West zijn veel eenoudergezinnen en de meerderheid van de bewoners leeft van een minimuminkomen en heeft vaak torenhoge schulden. Wanneer we niets doen, dreigt hier een grote tweedeling te ontstaan ten opzichte van de rest van Amsterdam.”
Het stadsdeel zet met name in op verbetering van de sociaal-economische positie van de bewoners. “De fysieke aanpak blijft achter omdat de corporaties niet meer zoveel kunnen investeren. Ook vanuit die hoek wordt meer aandacht besteed aan de sociale problematiek.”
Emile Jaensch, stadsdeelwethouder Ruimtelijke Ontwikkeling, schetst de problemen in Venserpolder en Holendrecht-West en de maatregelen die worden genomen. “De hangplekken in de openbare binnentuinen van Venserpolder geven veel overlast in de vorm van herrie en afval dat achter wordt gelaten. We willen dat de binnentuinen door omwonenden geadopteerd worden, zodat een aantal mensen verantwoordelijk wordt voor een stukje ‘eigen’ binnentuin.”
Het stadsdeel wil samen met corporaties studenten vestigen in de wijk die bereid zijn zich maatschappelijk in te zetten tegen een gereduceerde huurprijs. “We willen bijvoorbeeld een student per portiek die de boel in de gaten houdt. De studenten krijgen hiervoor een cursus aangeboden bij de corporaties.”
Om de vereniging van eigenaren van mensen met een koopwoning beter te organiseren, wil Jaensch dat zwakke VVE’s worden versterkt met bestuurders die namens de corporaties worden ingezet. “Alle andere maatregelen die al op de rails staan, worden uiteraard voortgezet en waar nodig geïntensiveerd.”
Negatieve spiraal
Holendrecht-West, vroeger een buurt met laagbouw voor de middenklasse, is de afgelopen jaren in een negatieve spiraal terechtgekomen in sociaal-economisch opzicht. Ook zijn er problemen ontstaan op het gebied van veiligheid en leefbaarheid. In de buurt zijn veel kansarmen komen wonen die afkomstig zijn uit de afgebroken hoogbouwflats in de Bijlmermeer. Maatregelen die moesten worden genomen op het gebied van openbare voorzieningen en de openbare ruimte werden uitgesteld.
Vanaf 2009 zijn er diverse maatregelen genomen op het terrein van openbare orde en veiligheid die volgens de buurtbarometer effect hadden. En sinds 2010 zijn diverse sociaal-maatschappelijke projecten gestart en wordt het achterstallig onderhoud aan de woningen weggewerkt. Ook is er flink geïnvesteerd in de openbare ruimte.
Door corporatiewoningen te verkopen en meer woningen in de vrije sector te verhuren, moet de demografische samenstelling van de wijk geleidelijk minder eenzijdig worden. Bovendien gaan Eigen Haard en Stadgenoot dertig ruime vrije-sectorwoningen na mutatie beschikbaar stellen aan in totaal honderd studenten.
Jaensch: “Holendrecht-West scoort als enige wijk een onvoldoende in de leefbaarheidsmonitor. Bijna de helft van de mensen die er wonen kampt met een meervoudige problematiek. Bovendien waren de woningen in zeer slechte staat. Er is het nodige gedaan om het achterstallig onderhoud aan te pakken. Ook aan de leefbaarheid en veiligheid wordt gewerkt. Zo worden overlastgevende jongeren op hun gedrag aangesproken en waar nodig aangepakt.”
Er is in een pand van Eigen Haard een activeringscentrum geopend waar onder anderen alleenstaande moeders terechtkunnen voor activiteiten. Jaensch: “Het mag dan een beetje soft klinken maar die jonge meiden kunnen daar bijvoorbeeld hun eigen talent ontdekken waardoor ze meer zelfvertrouwen krijgen. De praktijk wijst uit dat het werkt. Door de gesprekken die daar worden gevoerd, kunnen ze bovendien naar de juiste instanties worden verwezen. Uiteraard wordt er veel aandacht besteed aan opvoedingsproblemen.” Met het AMC en winkelcentrum Holendrecht – de twee grootste werkgevers in de buurt – worden afspraken gemaakt voor begeleiding naar werk en stageplaatsen.
Een punt van zorg is dat woningen in Holendrecht-West op dit moment nauwelijks verkocht worden. “Wanneer de wijk goed wordt aangepakt trekt ook de koopmarkt weer aan. Stijging van de WOZ-waarde is cruciaal. Dat ook de corporaties daar baat bij hebben is evident.”
“Monitoren goede zaak”
Dat een deel van Zuidoost als focusgebied is aangemerkt, heeft volgens Jaensch vooral tot gevolg dat bestaand beleid versneld uitgevoerd kan worden. Dat de centrale stad de resultaten ieder kwartaal wil monitoren vindt de deelraadswethouder alleen maar gunstig. “Er zijn afspraken gemaakt tussen de centrale stad en de vertegenwoordigers van de focusgebieden. Daar hoorde die monitoring ook bij en niemand heeft daar bezwaar tegen gemaakt. Het is goed om die acht buurten tegen dezelfde meetlat te leggen en die mag wat mij betreft hoog liggen.”
In de praktijk zijn veel resultaten al snel meetbaar, meent Jaensch. “We moeten ons concentreren op een integrale aanpak. We zijn in beide gebieden twee jaar geleden begonnen met zo’n integrale aanpak en je merkt op veel onderdelen dat er een omslag is bereikt. Dat geldt nu nog met name voor de openbare ruimte en de fysieke staat van de woningen maar op korte termijn verwacht ik ook verbetering van de sociaal-economische situatie van de bewoners en bijvoorbeeld minder schooluitval.”
Sinds 2010 worden middenstanders en bewoners in Holendrecht-West om het half jaar gepolst hoe het er naar hun beleving voorstaat met de buurt. Volgens Jaensch zit er sinds vorig jaar een stijgende lijn in de tevredenheid over de buurt. “En we zijn vast van plan om die lijn nog veel verder te laten stijgen.”
Ook Van de Klundert is voorstander van monitoring. Ieder kwartaal vindt hij echter erg ambitieus. “Laten we het op twee keer per jaar houden. Als we steeds moeten monitoren komen we niet meer aan ons werk toe.”
Venserpolder is een wijk met 4372 woningen en in totaal 8188 inwoners. Van die woningen is 76 procent sociale huur. De wijk werd in de jaren tachtig gebouwd op een meer ‘menselijke maat’ dan de hoogbouw elders in de Bijlmermeer en bestaat voornamelijk uit portiekwoningen met vier etages. Venserpolder ligt ten noorden van de Amsterdamse Poort, vlak langs de spoorlijn. Halverwege de jaren negentig woonden er veel jonge gezinnen en alleenstaanden. Inmiddels is de groep bewoners in de leeftijdscategorie 40-65 jaar flink toegenomen. Ondanks dat is het aandeel jongeren hoog. De meeste bewoners (75 procent) zijn van niet-westerse afkomst. Er is veel werkloosheid (11 procent) en het gemiddelde inkomen is laag (28 procent leeft van een minimuminkomen). Wat betreft de openbare ruimte is er sprake van vervuiling, vandalisme, hanggroepen en andere overlast. Venserpolder scoort ten opzichte van de meeste andere gebieden in Zuidoost laag op de leefbaarheidsmonitor. |
Holendrecht-West maakt deel uit van Gaasperdam. Hoewel in heel Gaasperdam het aandeel koopwoningen hoog is, vormt Holendrecht-West hierop een uitzondering: 95 procent van de woningen is sociale huur. De wijk met 7223 inwoners scoort met een 5.8 bijzonder laag als het gaat om leefbaarheid. Bijna 75 procent van de inwoners is van niet-westerse afkomst. De helft van de inwoners is alleenstaand. Het aandeel eenoudergezinnen is in Holendrecht-West met 28 procent bijzonder hoog. Van de inwoners leeft 38 procent van een minimuminkomen. Het aandeel jongeren dat in contact komt met Bureau Jeugdzorg is eveneens hoog en de gemiddelde Cito-score is de afgelopen jaren gedaald. Wat betreft voortijdige schoolverlaters scoort Holendrecht-West bovengemiddeld. Veel gezinnen kampen met meervoudige problematiek. |