Om in 2030 anderhalf miljoen huizen gasvrij te hebben- het doel van het in 2019 gesloten Klimaatakkoord - zijn jaarlijks honderden miljoenen extra nodig. Ook moet een volgend kabinet de belasting op gas verhogen en die op elektriciteit verlagen. In het uiterste geval moeten huiseigenaren kunnen worden gedwongen te stoppen met verwarming via gas. Dat adviseert Maarten van Poelgeest, voorzitter klimaattafel gebouwde omgeving. Hij baseert zich op een rapport van Ecorys.
Het gasloos maken van huizen loopt vast als een nieuw kabinet niet meer geld beschikbaar stelt. Om de gestelde klimaatdoelen te halen is tweemaal zoveel nodig als de ruim 300 miljoen euro die nu jaarlijks beschikbaar is voor verduurzamingsmaatregelen. Maar ook fiscaal moet er steviger worden ingegrepen om het aantrekkelijker te maken van het gas te gaan. 'Een verdubbeling van de gasbelasting en een even grote verlaging van elektriciteitsbelasting,' aldus Van Poelgeest.
Hij erkent dat in de lopende proeftuinwijken de kosten hoger uitvallen dan vooraf was aangenomen. Ook van het gehoopte 'vliegwieleffect' is nog geen sprake en is er veel 'tegenwind'. Maar een wijkgerichte aanpak blijft volgens hem onverminderd belangrijk omdat deze het meest kostenefficiënt is. Woningcorporaties zijn daar veelal de grote woningbezitters; Van Poelgeest nog weer eens aan op de afschaffing van de verhuurderheffing om de corporaties meer armslag te bezorgen.
In grote steden is investeren in warmtenetten volgens het rapport het meest efficiënt, daarbuiten zijn hybride warmtepompen handig als tussenoplossing, juist voor individuele eigenaren. Hybride warmtepompen draaien deels op gas, zodat er in woningen zonder top-isolatie op winterse dagen bijgestookt kan worden. Volgens Ecorys is het mogelijk om voor eind 2030 zo'n 1,5 miljoen hybride warmtepompen te installeren.