foto: pexels
Huurders in de sociale huursector mogen vanaf 1 juli 2026 maximaal 4,1 procent huurverhoging krijgen. In de middenhuur ligt dit maximum vanaf 1 januari 2026 op 6,1 procent en in de vrije sector op 4,4 procent. De maximale huurverhoging wordt elk jaar bepaald op basis van inflatie- of CAO-loonontwikkeling. Voor sociale huur, middenhuur en vrije sector gelden verschillende regels. Daarom mag de huur per type woning anders stijgen.
Sociale huur
In de sociale sector gaat de huurverhoging in per 1 juli 2026. De maximale huurverhoging wordt vanaf die datum berekend op basis van de inflatie van de afgelopen drie jaar. Het gemiddelde daarvan wordt gebruikt. Daar komt 0,5 procent bovenop. Van december 2022 tot december 2025 was de gemiddelde inflatie 3,6 procent. Per 1 juli 2026 komt de maximale jaarlijkse huurverhoging daarom uit op 4,1 procent. Dit maximum geldt tot 1 juli 2027. De maximale verhoging geldt ook voor kamers, woonwagens en standplaatsen. Voor huurders met een hoger inkomen mag een huurverhoging van maximaal vijftig of honderd euro gevraagd worden, afhankelijk van het inkomen.
Middenhuur
In de middenhuursector stijgt de huur volgens de wet met maximaal de CAO-loonontwikkeling plus 1 procent. Omdat de lonen dit jaar harder zijn gestegen dan de inflatie, mag de huur in het middensegment meer omhoog dan in de vrije sector. Van december 2024 tot december 2025 was de CAO-loonontwikkeling 5,1 procent. Verhuurders mogen 1 procent optellen bij dit percentage. Daarom is de maximale huurverhoging in 2026 6,1procent.
Vrije sector
In de vrije sector bepaalt de wet dat de huur mag stijgen op basis van de inflatie of de CAO-loonontwikkeling. Het laagste van die twee percentages wordt gebruikt, en daar mag de verhuurder 1 procent bij optellen. Van december 2024 tot december 2025 was de gemiddelde inflatie (3,4 procent ) lager dan de loonontwikkeling (5,1 procent). Met de extra 1 procent erbij komt de maximale huurverhoging uit op 4,4 procent. Deze maximale verhoging geldt voor alle zelfstandige woningen in de vrije sector, zoals eengezinswoningen, studio’s en appartementen, en ook voor ligplaatsen van woonboten.
De percentages zijn maximumpercentages. Huurders kunnen geen hogere huurverhoging krijgen, wel een lagere of dezelfde huurprijs houden. In het sociale huursegment doet de verhuurder een huurverhogingsvoorstel. Dit voorstel kan ook lager zijn dan het maximum. Hoeveel de huurverhoging is die een huurder van een middenhuur- of vrije sectorwoning daadwerkelijk gaat betalen, hangt af van het huurcontract. De huur mag nooit meer stijgen dan het maximaal toegestane jaarpercentage. Verder mag een huurverhoging maximaal één keer per jaar worden doorgevoerd.