Er zijn vorig jaar 32 Amsterdamse corporatiewoningen ontruimd vanwege huurschulden, nog weer iets minder dan de jaren ervoor toen het aantal huisuitzettingen ook al zeer laag was. Wethouder Marjolein Moorman meldt in een brief aan de gemeenteraad dat er bij de 32 ontruimingen geen gezinnen met minderjarige kinderen zaten.
Ook het aantal aangezegde ontruimingen neemt af. In 2022 waren dat er 403 tegen 797 in 2021. Moorman: "Dit is een opbrengst van de intensieve inzet op vroegsignalering van de gemeente en de buurtteams in samenwerking met de woningcorporaties." De wethouder wijst er wel op dat de verhuurders tijdens de coronacrisis terughoudender zijn geweest met het aanzeggen van ontruimingen. Dat aantal kan dus wel weer iets toenemen, aldus Moorman, "wanneer deze coulance niet meer wordt toegepast".
Het aantal ontruimingen vanwege huurschuld is het laatste decennium spectaculair afgenomen. Dat is het succes van de aanpak Vroeg Eropaf en van de Aanpak Vroegsignalering, waarin gemeente, corporaties en buurtteams samenwerken. NUL20 heeft er regelmatig over geschreven. Bij een huurachterstand nemen Vroeg Eropaf-teams contact op met de bewoner om te kijken of hulp gewenst is. Bij hulp wordt vervolgens gekeken of er meer achterstanden zijn en of er ook problemen zijn op andere leefgebieden. Uiteindelijk moet een plan van aanpak de bewoner weer perspectief bieden in vaak lastige situaties. Onderdeel daarvan is te komen tot geregelde betaling, waarin de huur op de uitkering wordt ingehouden. De Vroeg Eropaf-medewerker begeleidt de bewoner en zorgt voor 'warme overdracht' naar schuldhulpverlening en/of ketenpartners.
In antwoord op vragen van D66 wil de wethouder niet toezeggen dat gezinnen bij uithuisplaatsing altijd in de eigen woning kunnen worden opgevangen. Dat was een suggestie van Nationale ombudsman en Kinderombudsman. De gemeente heeft namelijk een zorgplicht om een permanente woonoplossing voor hen te vinden. Dus waarom niet in de eigen woning. Volgens Moorman is dat niet altijd wenselijk: "Er zijn situaties waarin dit in de weg kan staan aan het accepteren van de noodzakelijke hulpverlening."