Provincies moeten meer ruimte bieden voor kleinschalige woningbouw aan randen van dorpen en steden, zo meent het EIB. Uit een praktijktoets onder 23 gemeenten in de provincie Noord-Holland blijkt volgens de onderzoekers dat ook bij strikte ruimtelijke condities een kwart van de totale woningbouwopgave in deze dichtbevolkte provincie kan worden gerealiseerd via het concept van ‘straatje erbij’.
Volgens het EIB is er in Noord-Holland op kleinschalige locaties ruimte voor de bouw van 220.000 woningen. Daarbij is rekening gehouden met bescherming van werelderfgoed, ontsluitingsproblemen, hinderaspecten of de aanwezigheid van een vogelbeschermingsgebied. Daarbij is het wel noodzakelijk dat de provincie Noord-Holland zich minder rigide opstelt. De aanwijzing van gebieden als Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL) belemmeren op veel plekken ‘een straatje erbij’.
Een eenvoudige en effectieve oplossing, aldus EIB, zou zijn om te komen tot een kruimelregeling voor het landelijk gebied, ongeacht de locatie. Met projecten van maximaal vijftig woningen aansluitend op de bestaande bebouwing.
Minister de Jonge verklaart in een reactie dat 'een straatje erbij' grote potentie heeft. Hij wil daarom de regels voor bouwprojecten tot vijftig woningen versoepelen. Daarover wil jij de komende maanden afspraken maken met alle provinciebesturen. "Provincies moeten kleinschalige bouwprojecten niet zomaar terzijde leggen", aldus de Jonge. "Zeker in kleine gemeenten is er veel behoefte aan nieuwbouw. Als zij niet kunnen bouwen voor de eigen bevolking, dan gaat de boel op slot." Hij wil niet alle regels schrappen. "We moeten ook niet zomaar gaan bouwen in het groen, maar het kan wel allemaal wat minder bureaucratisch. Niet elk stukje gras is te beschermen."