Overslaan en naar de inhoud gaan

Rechtbank halveert boetes voor verkamering vanwege 'goede bedoelingen' eigenaren

Image

De Raad van State beoordeelt het Amsterdamse boetestelsel rond illegale verkamering als te rigide. In een zaak waarbij twee zwagers voor hun kinderen en kinderen van vrienden een woning hadden aangekocht, werd de opgelegde boete meer dan gehalveerd. De gemeente moet differentiëren naar de "aard van exploitatie" en ook onderscheid maken tussen eerste overtreding en recidive, aldus de rechter.     

In de woning van de twee zwagers woonden zes studenten, die elk een eigen kamer en huurcontract hadden. Keuken, toilet en douche werden gedeeld. Er was kortom sprake van omzetting naar onzelfstandige woonruimten, oftewel 'verkamering'. Daarvoor was geen vergunning aangevraagd. De gemeente ontdekte dit en legde beide eigenaren in 2019 de maximale boete op van 18.000 euro.

In hoger beroep verlaagde de Amsterdamse rechtbank de boetes iets, met een kleine 1.000 euro. Maar de Raad van State kwam de eisers veel meer tegemoet. Het hoogste rechtscollege vindt dat er in de strafmaat onderscheid moet worden gemaakt tussen ouders en commerciële verhuurders. De boete werd verlaagd naar 7.650 euro per persoon. Bovendien moet de gemeente de proceskosten vergoeden.

Niet in proportie

Het is niet voor het eerst dat de rechter het Amsterdamse boetebeleid rond woonfraude niet proportioneel vindt. De Raad van State oordeelde in augustus 2024 dat de hoofdstad ook meer onderscheid moet maken bij boetes voor illegale vakantieverhuur. De hoogte van de boete moet naar het oordeel van de Raad, conform het evenredigheidsbeginsel, altijd in verhouding staan tot de ernst en omvang van de overtreding. Dus niet standaard het maximum, en zeker niet voor de eerste overtreding.

Overigens had de gemeente wel eerder de eerste boete voor mensen die hun woning aan toeristen verhuren fors verlaagd. Dit mede op aandrang van de gemeentelijke ombudsman die had vastgesteld dat "de boetes niet proportioneel zijn, dat de communicatie daarover vanuit de gemeente vaak harteloos is en het meldsysteem te ingewikkeld." 

De huidige uitspraak rond de illegale verkamering betrof opgelegde boetes in 2019. Maar de Afdeling Bestuursrecht wijst er "ten overvloede" op dat in de latere Huisvestingsverordeningen van 2020 en 2024 evenmin wordt gedifferentieerd naar de aard van de exploitatie. Bovendien wordt er in die boetetabellen, anders dan in de verordening van 2016, geen onderscheid gemaakt tussen een eerste overtreding en recidive binnen een bepaalde periode.

Fred van der Molen

Trefwoorden

Benadrukken
Toon niet groot