Gemeente en corporaties geven elkaar financieel ruimte
Na maanden onderhandelen hebben gemeente Amsterdam, stadsdelen, corporaties (AFWC) en de huurdersvereniging een pakket financiële en volkshuisvestelijke afspraken met elkaar gemaakt voor de huidige collegeperiode tot en met 2014. Afspraken voor verkoop van corporatiewoningen lopen tot 2020. Amsterdam kan daardoor een opbrengst van 225 miljoen inboeken bij het Vereveningsfonds; de corporaties krijgen meer ruimte om woningen te verkopen.
Er wordt ingezet op een bouwproductie tussen de 24.000 en 36.000 woningen in de komende tien jaar, waarvan 30 procent bestaat uit sociale huurwoningen. Corporaties gaan extra investeren in energiebesparing. Het adagium van de ‘ongedeelde stad’ blijft het uitgangspunt.
De onderhandelaars van Bouwen aan de Stad II
Sinds de verzelfstandiging van de corporaties in 1994 (de “bruteringsoperatie”) maken gemeente en corporaties prestatieafspraken met elkaar. De huidige onderhandelingen zijn sterk beïnvloed door de financiële problemen bij beide partijen. De gemeente heeft een groot tekort bij het Vereveningsfonds waardoor de productie van bouwrijpe grond dreigt te stagneren; corporaties hebben vooral problemen met de cash flow.
De nieuwe afspraken verbeteren de balans van het Vereveningsfonds met 225 miljoen euro. Dat geld komt uit een aantal bronnen. Het verschil tussen sociale grondprijs en kostprijs wordt voortaan grosso modo bijgeplust uit het andere ruimtelijke fonds, het Stimuleringsfonds; bij de verkoop van elke sociale huurwoning vangt de gemeente voortaan 8500 euro (nu 5300); de aanleg van riolen bij nieuwbouwlocaties komt niet meer ten laste van het project maar wordt voortaan betaald uit de gemeentelijke rioolbelasting.
De verdienmogelijkheden van de corporaties nemen vooral toe door uitbreiding en verlenging van de verkoopmogelijkheden van sociale huurwoningen. De huidige quota-afspraken worden verlengd tot 2020 (met een uitloop tot 2027) en verhoogd met 5000 extra woningen. In totaal mogen er nu tot en met 2020 30.000 reguliere woningen en 5000 woningen via Koopgarant worden verkocht. Belangrijk voor de corporaties is dat de verkoopmogelijkheden in het populaire Centrum en Zuid (marktgebied 1) zijn verruimd, zolang het aantal sociale huurwoningen niet zakt onder de 47.000 woningen. Dat aantal is gebaseerd op 30 procent van de totale woningvoorraad per 1/1/2010. Procedures voor verkoop worden bovendien sterk vereenvoudigd; er worden aan de te verkopen woningen geen aanvullende eisen meer gesteld die uitgaan boven de wettelijke. De invloed van stadsdelen op het verkoopproces wordt een stuk kleiner.
Corporaties kunnen bovendien een bijdrage verwachten vanuit het Stimuleringsfonds voor energiebesparende maatregelen.
Doelgroepen
Het gedetailleerde akkoord bevat zoals gebruikelijk een aantal afspraken dan wel voornemens ten behoeve van doelgroepen. Per jaar worden 250 grote gezinnen die te krap wonen ‘geholpen om hun woonsituatie te verbeteren’. “Daarnaast is de ambitie uitgesproken voor 9000 studenten en 2500 jongeren huisvesting te realiseren.” Daartoe worden onder andere meer woningen gelabeld voor deze doelgroep en wordt de voorrangsregeling voor jongeren ook gekoppeld aan een soort ‘campuscontract’.
Daarnaast zijn er afspraken gemaakt rond de wijkaanpak, gebouwd parkeren, energiebesparende maatregelen (uitgedrukt in labelstappen), woningen voor middeninkomens, maatschappelijke opvang en GGZ. De aanbiedingsafspraken sluiten aan bij de nieuwe Europese regelgeving. De al bestaande afspraken voor leegstand en tijdelijke verhuur zijn aangescherpt.
De partijen spreken nadrukkelijk over een “onderhandelaarsakkoord”. De diverse achterbannen moeten zich er nog over uitspreken. Het akkoord wordt op 12 januari voorgelegd aan de commissie Bouwen, Wonen en Klimaat en op 16 februari aan de Gemeenteraad. [FvdM]
Zie hier het volledige conceptakkoord.
In het volgende nummer van NUL20 (27 januari) wordt uitgebreider ingegaan op de details van het akkoord