Het huurbeleid van het kabinet Rutte II heeft tot een forse stijging van de sociale huur geleid, zo blijkt uit een analyse van de Woonbond. In 2012 lag de prijs voor een sociale huurwoning gemiddeld op 457 euro per maand. Vier jaar later is die prijs met 68 euro per maand gestegen naar gemiddeld 525 euro. Volgens de Woonbond betalen inmiddels 528.000 huishoudens (18,3%) een huur die te hoog is voor hun inkomen.
Ronald Paping, directeur van de Woonbond, wijt de sterke huurstijging aan de invoering van de verhuurderheffing. "De sociale huurprijzen zijn enorm gestegen onder druk van de verhuurderheffing. De heffing is een ramp gebleken voor de sociale sector. Een nieuw kabinet moet een streep zetten door deze onrechtvaardige belasting." Volgens hem kunnen de huurders de huur vaak amper opbrengen. "De huurprijzen moeten omlaag. Er moet radicaal worden gebroken met het beleid van de afgelopen jaren", aldus Paping.
Verder hekelt de Woonbond het afnemende aanbod aan betaalbare huurwoningen. "Nieuwbouw stagneert. Corporaties bouwden in 2010 nog bijna dertigduizend woningen. In 2015 waren dit er nog maar 16.400. Tegelijkertijd zijn er veel sociale huurwoningen verdwenen door sloop, liberalisatie of verkoop. Tussen 2009 en 2015 zijn er 262.000 sociale corporatiewoningen verdwenen," aldus de directeur van de Woonbond.
Wat brengt de volgende regeerperiode? Kom naar het PakhuisNUL20 Verkiezingsdebat op 27 februari