Het huren van een woning moet weer betaalbaar worden. De Woonbond pleit daarom voor een generieke huurverlaging van 10 procent. "Daar ligt een schone taak voor een nieuw kabinet", zo meent Woonbond-directeur Ronald Paping. Corporaties kunnen worden gecompenseerd door afschaffing van de Verhuurderheffing.
De huren van sociale huurwoningen bij de woningcorporaties zijn per 1 juli van dit jaar met gemiddeld 1,1 procent gestegen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De beperkte stijging komt door het Sociaal Huurakkoord dat de Woonbond en corporatiekoepel Aedes sloten om de huurstijgingen te beperken en door de lage inflatie van 0,3 procent. De Woonbond vindt het goed dat de huren dit jaar minder hard stijgen, maar ziet dat de huren nog steeds veel harder stijgen dan de inflatie en vindt dat er meer moet gebeuren om huren weer betaalbaar te krijgen. Deze kabinetsperiode stegen de huren circa 10 procent boven de inflatie. Veel huurders kunnen de huur volgens de Woonbond amper opbrengen.
"'Huurders hebben de huren de afgelopen fors zien stijgen terwijl hun besteedbaar inkomen juist afnam. Een komend kabinet moet er echt voor zorgen dat huren weer betaalbaar wordt", stelt Woonbonddirecteur Ronald Paping. "Dat kan ook, door de belasting die verhuurders over sociale huurwoningen moeten betalen af te schaffen. Dit wordt weer doorgerekend aan de huurder en dat heeft geleid tot een huurexplosie." De Verhuurderheffing bedraagt in 2017 1,7 miljard euro.