Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Energietransitie in de Metropoolregio Amsterdam
"Warmtenetten onmisbaar"

Duurzaam wonen, duurzaam bouwenWe moeten van het aardgas af, uiterlijk in 2050. Niet alleen omdat de Groningers wel genoeg zijn getart, maar ook omdat de Nederlandse regering zo besloten heeft na het Parijse klimaatakkoord. Hoe gaan we straks ons huis verwarmen? Warmtenetten lijken een belangrijke rol te gaan spelen, ondanks alle bezwaren.

 

Alternatieven voor gas
Groen gasAll-electricWarmtenet
Voor: (monumentale) woningen in historische binnensteden
Want: geen ruimte voor warmte­leidingen, afdoende woning-isolatie ingewikkeld
Voor: rijtjeswoningen/de goed te isoleren naoorlogse woningvoorraad
Want: gevels zijn goed te isoleren, zonnecellen en warmtepomp makkelijk te plaatsen
Voor: (vooroorlogse) gestapelde woningen en hoogbouw.
Want: daar is schil-isolatie duur; hoge dichtheden maken aanleg van een warm­tenet rendabel

 

Warmtenetten
Er zijn lokale warmtenetten in Amsterdam, Almere en Purmerend.  
In 2016 zorgde dat voor:
70.000 ton minder CO2 in Amsterdam
• en bijna 60.000 ton minder CO2 in Almere
vgl. met aardgas (bron: Nuon/TNO)
Doelstelling 2040
• regionaal netwerk in dertien MRA-gemeenten.
500.000 aansluitingen.

Voor Jan van der Meer, warmteregisseur van de Metropoolregio Amsterdam (MRA), is het een uitgemaakte zaak dat warmtenetten een voorname rol gaan spelen bij de transitie naar een aardgasvrije Metropoolregio Amsterdam. “In het klimaatverdrag en in onze Nederlandse energieagenda is duidelijk gemaakt dat we moeten stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen. Daarbij spelen de problemen met de aardgaswinning in Groningen, terwijl we ook niet afhankelijk willen worden van het gas van Poetin.”
Volgens Van der Meer zijn warmtenetten onmisbaar om die transitie te maken. In de Metropoolregio zijn nu al 170.000 zogenoemde woningequivalenten – het gemiddelde gebruik van een woning geldt als maat waardoor bijvoorbeeld bedrijven ook meegeteld kunnen worden – aangesloten op een warmtenet. Volgens de afspraken die de MRA-gemeenten hebben gemaakt, moet dat naar een half miljoen aansluitingen in 2040. Die woningen en bedrijfsruimtes worden dan op temperatuur gehouden en voorzien van warm tapwater door middel van warmte uit een of meerdere buizensystemen. Dat kan bijvoorbeeld restwarmte zijn van de industrie of datacenters en ook warmte die voor het warmtenet geproduceerd wordt.

Alternatieven voor aardgas

 

Volgens Van der Meer zijn er op dit moment drie serieuze alternatieven om van het aardgas af te komen. “Ten eerste groen gas van afvalstromen zoals GFT-afval en mest. Groen gas is een alternatief voor aardgas in historische binnensteden, zoals de Amsterdamse grachtengordel. Daar is vaak geen ruimte in de ondergrond voor een warmtenet en de monumentale gevels wil je niet aantasten met allerlei isolatiemaatregelen.”
De tweede categorie zijn de all-electric maatregelen in combinatie met een warmtepomp. Dat betekent dat de woningen zeer goed geïsoleerd moeten worden. Deze methode is ideaal voor de goed te isoleren naoorlogse woningvoorraad. Rijtjeswoningen kunnen met zonnepanelen zelfs nul-op-de-meter worden gemaakt. De kosten zijn met zo’n 60.000 euro per woning nog wel vrij fors. Warmtenetten tot slot zijn een goed alternatief voor slecht te isoleren vooroorlogse woningbouw, gestapelde woningen en hoogbouw. Door de hoge dichtheid zijn warmtenetten daar de meest eenvoudige en efficiënte oplossing.”
Met warmtenetten is volgens Van der Meer 50 tot 70 procent CO2-reductie te behalen in vergelijking met aardgas. “Weliswaar geen 100 procent, maar wel een goede uitgangspositie om de warmtenetten vervolgens verder te verduurzamen.”

Verplichte aansluiting

Leon Bobbe, bestuursvoorzitter van woningcorporatie De Key, staat zeer kritisch tegenover hoge-temperatuur-warmtenetten. “Ze worden gevoed door niet-duurzame bronnen. En voor nieuwbouw hebben we grote warmtenetten helemaal niet nodig. Iedereen weet dat dat de toekomst niet is. Bovendien moet er enorm voor geïnvesteerd worden, terwijl we ons op termijn zullen afvragen hoe we er weer vanaf moeten komen. De ambitie zou niet alleen moeten zijn om in 2040 van het aardgas af te zijn, maar ook van alle hoge-temperatuur-warmtenetten.”
De Key heeft de Amsterdamse City Deal, waarin stadswarmte als een van de alternatieven voor aardgas was opgenomen, dan ook niet getekend. “We moeten naar kleinschaligere, goedkopere en meer duurzame systemen toe en die kunnen af met veel lagere temperatuur.”
Bobbe keert zich dan ook fel tegen de verplichte aansluiting die Amsterdam bouwende partijen oplegt. “Wij worden nu in Amsterdam via de gronduitgifte gedwongen onze woningen aan te sluiten op het warmtenet, ook al mag dat niet volgens het Bouwbesluit.” Alleen voor slecht geïsoleerde woningen met collectieve installaties is het volgens Bobbe een ander verhaal. “Als installaties vervangen moeten worden, dan is tijdelijk aansluiten op een warmtenet een mogelijkheid, totdat meer duurzame oplossingen zich aandienen. Contracten voor warmtenetten moeten dan wel een kortere looptijd hebben dan de 25 of 30 jaar zoals nu gebruikelijk is.”
Voor de gemeente Amsterdam zijn warmtenetten overigens geen doel op zich, zegt duurzaamheidsexpert Theun Koelemij: “Aardgasloos is dat wel. We willen per gebied kijken wat de beste en meest realistische oplossing is.” Voor de slecht geïsoleerde grote bestaande woningvoorraad is een warmtenet volgens hem op dit moment de beste keuze: “We lozen nu heel veel warmte en veel bronnen zoals datacenters zijn nog niet aangesloten. Die warmte kunnen we beter hergebruiken voor het verduurzamen van deze woningen. All-electric is daar te duur of niet haalbaar.”

Dure infrastructuur

Het Planbureau voor de Leefomgeving constateerde in een recent rapport dat de uitrol van warmtenetten moeizaam verloopt. Wat niet helpt, is dat iedere Nederlander recht heeft op een gasaansluiting. Daarbij is de gasprijs laag, waardoor het moeizaam concurreren is.
Koelemij herkent de bevindingen van het PBL. “Er zal minimaal nog een kabinetsperiode nodig zijn om de juiste wettelijke maatregelen te nemen. Intussen gaan we wel verder met het aardgasvrij maken van Amsterdam.”
Volgens Van der Meer komen warmtenetten pas echt van de grond als het Rijk gaat investeren in de infrastructuur. “Vroeger heeft de overheid de infrastructuur voor het gasnetwerk ook aangelegd. Daar zijn miljarden in geïnvesteerd. Het is geen vreemde gedachte dat het Rijk die taak weer op zich neemt voor warmtenetten. Of in ieder geval voor de hoofdinfrastructuur, de grote verbindingen op regionaal niveau.”
Arno van Gestel, directeur Sales bij Nuon Warmte denkt daar net zo over: “Wij laten met onze bestaande warmtenetten zien dat we dat rendabel kunnen doen, maar voor verbindingen op regionaal niveau zijn de investeringen al snel te hoog.”     
Regionale koppelingen zijn volgens Van der Meer wel nodig, omdat kleine warmtenetten kwetsbaar zijn. Er kan een bron verdwijnen of uitvallen. Van der Meer: “Juist door meerdere bronnen aan te sluiten, wordt warmte op termijn gegarandeerd.” Bovendien heeft Amsterdam volgens hem de luxe dat het een aantal warmtebronnen in de nabijheid heeft. “Een stad die alleen draait op elektriciteit, maakt zich bovendien enorm kwetsbaar.”

Haarlem onderzoekt geothermie
Haarlem onderzoekt de mogelijkheden voor een warmtenet. Programmamanager Wienand van Dijk. “Wij kijken naar de beste oplossing voor verduurzaming per wijk. De kans is groot dat warmtenetten daarbij een belangrijke rol zullen spelen.” Er wordt ook gekeken naar geothermie als warmtebron: “Er is een vergunning aangevraagd voor het doen van geothermische proefboringen bij Zandvoort. Daar zouden wij warmte uit kunnen winnen, maar de kennis over de ondergrond in onze regio is nog relatief beperkt. Haarlem streeft naar een ‘open netwerk’, waardoor eventuele afhankelijkheid van restwarmte met aardgas of steenkool uiteindelijk kan worden afgebouwd.

Duurzame bronnen

De Amsterdamse Afvalenergiecentrale is een belangrijk leverancier van warmte. Maar de huidige warmtenetten worden ook gevoed door restwarmte die vrijkomt bij elektriciteitsproductie met gas of steenkool als bron. Vormt dat geen rem op de overschakeling naar echt duurzame energie?
Van der Meer ziet dat anders: “We hebben de infrastructuur nodig, zodat we vervolgens kunnen gaan verduurzamen. Naast gebruik van restwarmte moeten we duurzame bronnen gaan ontwikkelen.” Dat is ook het toekomstscenario van Nuon. Van Gestel: “Biovergister Orgaworld uit de Amsterdamse haven is al op ons net aangesloten en we zijn in gesprek met andere partijen. Purmerend heeft al zo’n ontwikkeling doorgemaakt waarin een paar jaar geleden het warmtenet is verduurzaamd door over te schakelen op houtsnippers van Staatsbosbeheer. Daar wordt nu al 75 procent van de woningen duurzaam verwarmd.”
Biomassa is dus een optie, maar zal nooit volledig aan de vraag kunnen voldoen, windenergie omzetten in warmte – power to heat – heeft nog een lange weg te gaan en over de potentie van geothermie is te veel onduidelijk. Haarlem, Aalsmeer en Almere zijn (binnenkort) in het stadium van proefboringen, maar er is nog weinig ervaring met het boren op vele kilometers diepte. Staatstoezicht op de Mijnen wijst in een recent rapport op de gevaren, die vergelijkbaar zouden zijn met gevolgen van boringen naar aardgas in Groningen.

 

Warmtenet in Zaanstad
Zaanstad ontwikkelt met de woningcorporaties ZVH, Parteon en Rochdale een plan voor een warmtenet voor - in eerste instantie - zo’n drieduizend ‘woningequivalenten’.  “De industrie staat in Zaanstad zo’n beetje tussen de woningen,” zegt Jan Schreuder, programmamanager Zaanse Energie Agenda bij de gemeente. “Het is zonde dat we die restwarmte niet gebruiken.” Toch zal, vanwege de leveringszekerheid, in eerste instantie het Afval Energie Bedrijf in Amsterdam de warmte aan het beoogde warmtenet gaan leveren. Om de businesscase sluitend te krijgen, investeert de gemeente mee in de infrastructuur. “Op die manier willen we de CO2-uitstoot van die woningen met 70 procent terugdringen.” Het gaat in eerste instantie om gestapelde woningen van corporaties en gemeentelijke voorzieningen zoals zwembaden. Volgens Schreuder is het van belang dat Zaanstad eerst een warmtenet krijgt, waarna vervolgens duurzame bronnen zoals in warmte omgezette windenergie of geothermie ingezet kunnen worden. Toch laat Harry Platte, directeur-bestuurder van Parteon, weten dat duurzame energie als bron een voorwaarde is voor de corporaties om een warmtenet aan te leggen. Net als een prijs die 5 procent lager ligt dan bij aardgas. Volgens Platte is dat de enige manier om bewoners te overtuigen van de noodzaak van een warmtenet. “Het prijsverschil mag niet op onze huurders worden verhaald.” Voor het einde van dit jaar moeten de betrokken partijen overeenstemming bereikt hebben over de aanleg. De corporaties willen een contract van 15 jaar met een optie voor verlenging. Het achterliggende idee is dat in die tijdspanne wellicht weer andere systemen duurzamer en goedkoper zijn. De gemeente gaat vooralsnog uit van een periode van 30 jaar.

 

En dan de bewoner nog...
Om de transitie naar aardgasvrij te maken, is de medewerking van bewoners nodig. Koelemij: “Duurzaam vinden veel mensen wel belangrijk, maar iedereen zal zich toch meteen afvragen: wat kost het mij?” Voor woningcorporaties speelt mee dat 70 procent van de bewoners met een dergelijk grote ingreep in zal moeten stemmen. De gedachte is om een pakket te bieden: huis opknappen, comfort verbeteren en energiecomfort verbeteren. Wybo Jurgens, duurzaamheidsexpert van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC): “We moeten snelheid maken, maar de wettelijke middelen, 70 procent instemming van bewoners en het recht op een aardgasaansluiting, maken het voor de woningcorporaties lastig. Daarbij zijn onze financiële middelen als gevolg van de verhuurderheffing ook beperkt.”
Gemeenten zullen uiteindelijk toch het voortouw moeten nemen om per wijk met een alternatief voor aardgas te komen. Van der Meer: “Het is een uitdaging hoe de besluitvorming over een alternatief plaats moet vinden en hoe dat democratisch kan.” Binnenkort worden de eerste vijf van in totaal vierhonderd Amsterdamse wijken aangewezen om van het aardgas af te gaan. (zie pag. 18)
Als woningen nu met collectieve gasketels worden verwarmd, merken bewoners niet veel van een overstap. Van Gestel: dat is min of meer ‘plug and play’.
Maar als de individuele gaskraan dicht gaat, is dat voor bewoners wel een behoorlijke ingreep. Op gas koken is er dan niet meer bij.

 

Joost Zonneveld