Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Eerste proeve van nieuwe aanpak stedenbouw
Hoe circulair is ‘Circulair Buiksloterham’?

Sinds 2012 is de Amsterdamse Buiksloterham een proeftuin voor circulaire gebiedsontwikkeling. Na de idealistische zelfbouwers, CPO-groepen en waterbewoners van Schoonschip zijn er nu ook bijzondere initiatieven van woningcorporaties en (kleine) ontwikkelaars. Toch moet er nog veel gebeuren voordat alle kringlopen zijn gesloten en bewoners in hun eigen (duurzame) energiebehoefte voorzien.

 

Sinds maart woont Yvonne van Sark met haar man Markus en hun twee tienerzonen in een waterwoning in het Johan van Hasseltkanaal. In hun oude woonplaats Diemen waren ze al veel met duurzaamheid bezig, dus de stap naar het circulaire woningproject Schoonschip in de Amsterdamse Buiksloterham was niet zo groot. “Vrienden van ons hadden er al veel over verteld en ons enthousiast gemaakt.” Acht maanden lang werd aan de boot op een Zaanse werf gesleuteld voordat het gezin hem kon afbouwen. Net boven de waterspiegel kwam een ruime woonkamer met open keuken; een hangende kas annex serre zorgt voor extra lichtinval. Eronder zijn drie slaapkamers, de badkamer en een extra toilet ondergebracht. In de technische ruimte staat naast de grote waterpomp en het boilervat een accu waar energie in wordt opgeslagen van de eigen zonnepanelen. De overtollige stroom wordt in een ‘smart grid’ met de buren uitgewisseld en als ook die genoeg elektriciteit hebben, gaat de rest via een gezamenlijke walaansluiting naar het openbare net.

 


Yvonne van Sark en Markus in de serre van hun waterwoning, onderdeel van SchoonSchip

Duurzame snufjes

Het is niet het enige duurzame snufje van de waterwoning. Inmiddels onzichtbaar, maar minstens zo belangrijk in het circulaire concept is de 40 centimeter dikke isolatielaag van strobalen, een milieuvriendelijk alternatief voor glaswol. De binnenmuren zijn afgewerkt met leemstucwerk, een natuurlijk product dat vocht reguleert en zorgt voor een goede akoestiek, aldus Yvonne. Verder hebben de ramen driedubbel glas en is in de woning een lage temperatuur vloerverwarming aangelegd die draait op de eigen zonnestroom. Het maakt de woning niet alleen extreem energiezuinig, maar ook prettig om in te wonen. “We leveren niets in op ons wooncomfort.”
Minstens zo fijn vindt ze dat de bewoners door de lange voorbereidingstijd een hechte gemeenschap zijn gaan vormen. “Mensen passen op elkaars woning en organiseren gezamenlijk allerlei activiteiten. We hebben ook een app-groepje waarin we spullen met elkaar ruilen. Als ik snowboardschoenen met maat 28 over heb, maak ik daar misschien iemand anders gelukkig mee.”

Kringloop sluiten

De dertig boten waar over enkele maanden 46 huishoudens wonen, zijn niet het enige project in de Buiksloterham dat de afgelopen jaren circulair is ontwikkeld. Schuin ertegenover staat Patch 22 dat de ene na de andere architectuurprijs in de wacht sleepte met zijn energieneutrale appartementengebouw dat grotendeels is opgetrokken uit hout. Veel individuele zelfbouwers en bouwgroepen wekken eveneens hun eigen elektriciteit op en proberen met milieuvriendelijke bouwmaterialen de grondstoffenkringloop te sluiten. De gemeente heeft in de crisisjaren met strenge duurzaamheidseisen in ontwikkeltenders de ontwikkeling van de woon- en werkbuurt een flinke duw in de rug gegeven. Maar het waren vooral bevlogen architecten en adviseurs die vanaf 2012 de mogelijkheden verkenden om van het verouderde bedrijvengebied een voorbeeldproject voor circulaire gebiedsontwikkeling te maken.
Peter Dortwegt was een van hen, naast zelfbouwer Frank Alsema en een adviesbureau als Metabolic, dat nauw verbonden is met de initiatiefnemers van De Ceuvel. Vanuit zijn bedrijf New Energy Docks had Dortwegt veel ervaring opgedaan met het begeleiden van duurzame start ups. In de herontwikkeling van de Buiksloterham zag hij een uitgelezen kans om zijn idealen een stap dichterbij te brengen. Met Frank Alsema en smart city-expert Saskia Müller richtte hij Stadslab Buiksloterham op, waarin 22 partijen samenwerken aan de circulaire ontwikkeling van de wijk.
Naast idealistische burgers en ondernemers waren ook de gemeente Amsterdam en grote nutsbedrijven als Waternet en Liander van de partij. Ze ondertekenden in 2015 een manifest dat tot op de dag van vandaag het uitgangspunt vormt voor de herontwikkeling van het gebied. Dortwegt: “Dat manifest en het proces ernaartoe heeft als een enorme katalysator gewerkt. Bij grote organisaties zorgde het intern voor veel dynamiek, terwijl er naar buiten toe een verplichting ontstond om hier daadwerkelijk circulair aan de slag te gaan.”

Smart grids

Vier jaar na de ondertekening zijn Dortwegt en Müller voorzichtig positief over de stand van zaken in de Buiksloterham. Er is veel in gang gezet, maar de schaal waarop innovaties plaatsvinden is nog klein. Zo is het wel gelukt om in samenwerking met Alliander bij de bewoners van Schoon Schip een smart grid aan te leggen om onderling stroom uit te wisselen. Ook rolt het nutsbedrijf binnenkort in het nieuwbouwproject Republica met Vink Bouw een zelfde systeem uit voor de kantoren, appartementen en het hotel die daar de komende jaren worden gebouwd.
Hoe smart grids moeten worden aangelegd als er meerdere ontwikkelaars op een kavel actief zijn, is echter nog onduidelijk. Dat geldt ook voor de mate waarin de nog te bouwen woontorens en stadsblokken dadelijk in hun eigen stroom kunnen voorzien. “Uit onderzoek in samenwerking met de TU Delft bleek dat waarschijnlijk maar een derde van de gebouwgebonden energie in de wijk zelf kan worden opgewekt”, vertelt Müller. “Dat wordt in de praktijk nog minder, omdat de gemeente in de herijking van haar investeringsbesluit uitgaat van hogere bouwdichtheden dan waarop was gerekend. Bovendien is het elektriciteitsnet op dit moment niet berekend op zoveel nieuwe stroomproducenten. Volgens Alliander moet de infrastructuur met minstens een factor drie worden verzwaard om de energietransitie mogelijk te maken. Dat vraagt om een grote investering door de overheid.”

 


Saskia Müller en Peter Dortwegt

Losse eindjes

Ook op het gebied van warmte en afval zijn er nog verschillende losse eindjes. Zo ligt er een gemeentelijk principebesluit om de wijk op het stadswarmtenet aan te sluiten. Maar nieuwbouwwoningen vragen zo weinig energie dat bewoners vaak genoeg hebben aan een lage temperatuur vloerverwarming in combinatie met bijvoorbeeld warmte-koudeopslag. Veel zelfbouwers kozen daar de afgelopen jaren ook voor, met gemeentelijke toestemming. Maar in afwachting van de herijking van het investeringsbesluit geeft de stad geen nieuwe vergunningen meer af. “Het is nog onduidelijk hoe het toekomstige beleid eruit gaat zien”, verklaart Dortwegt.
Dat geldt ook voor de scheiding voor hergebruik van GFT-afval, zoals de initiatiefnemers van het Stadslab graag willen. “In opdracht van de gemeente is wel een plan voor de grondstofstromen in de wijk gemaakt, maar dat is nog niet geïmplementeerd. Voor zo’n initiatief heb je ook een zekere schaal nodig in de nieuwbouw. Van alle geplande woningen is vooralsnog maar zo’n 10 procent gerealiseerd.”

Herrie-toiletten

Het plan om afvalwater uit woningen te hergebruiken leek dit jaar wel een belangrijke stap dichterbij te komen. Waternet legde voor 3,2 miljoen euro een vacuümrioleringssysteem aan, waarmee het toiletwater van honderden woningen naar een drijvend zuiveringsstation in het Johan van Hasseltkanaal kon worden afgevoerd. Daar zou uit de urine en fecaliën biogas en fosfaat worden gemaakt. Bij de 46 huishoudens van Schoon Schip waren daarvoor al vacuümtoiletten geïnstalleerd. Met het uitrollen van het systeem naar de zeshonderd woningen van nieuwbouwproject Cityplots (voorheen Buiksloterham & Co) zou de proef voldoende massa krijgen. Maar de vacuümtoiletten maakten daar meer lawaai dan in het

Bouwbesluit is toegestaan.

Ontwikkelaar de Alliantie heeft samen met Waternet nog geprobeerd het geluid te dempen en verving zelfs tot tweemaal toe het hele afvoersysteem. Maar het is niet gelukt om binnen de wettelijke normen te blijven en voor het aanvragen van een uitzonderingspositie was te weinig tijd. Om de bouw niet verder te vertragen, heeft de corporatie uiteindelijk besloten om de eerste fase van Cityplots buiten de pilot te houden. Voor Waternet is dat extra zuur, omdat het nieuwe systeem na de proef in de Buiksloterham ook op het IJburger Strandeiland zou worden geïntroduceerd. Een woordvoerder van het bedrijf laat echter weten dat een vacuümrioleringssysteem op deze locatie nog altijd op het programma staat. “Er is nog voldoende tijd om het concept verder te ontwikkelen voordat in 2023 de woningbouw begint.”

Sociale circulariteit

Hoewel Jurgen Klaassen van de Alliantie erg teleurgesteld is door het afblazen van de proef in Cityplots, blijft hij zich inzetten om nieuwbouw zo duurzaam en circulair mogelijk te maken. “Als corporatie hebben we er bewust voor gekozen om op deze locatie te experimenteren. Dat betekent ook dat niet altijd alles gaat zoals je hoopt.”
Op de gemeenschappelijke - en demontabele - parkeergarage komen in ieder geval nog zonnecollectoren. Ook wordt het huishoudelijk afval gescheiden en loopt het regenwater dankzij groene daken vertraagd naar het riool. De bewoners van Cityplots worden niet alleen gestimuleerd auto’s met elkaar te delen, maar ook wasmachines. Een van de gemeenschappelijke ruimten wordt ingericht als ‘wasbar’ waar bewoners zelf - of met hulp van cliënten van de stichting Philadelphia die er ook gaan wonen - hun kleding kunnen reinigen. Klaassen: “Vanuit sociaal beheer vind ik het erg belangrijk dat mensen elkaar op zo’n nieuwbouwlocatie leren kennen. Je zou dat als een vorm van sociale circulariteit kunnen zien die ik net zo belangrijk vind als alle technische snufjes. Uiteindelijk zijn het de bewoners die bepalen hoe duurzaam er dadelijk in deze wijk wordt geleefd.”

 


Buiksloterham, omgeving Klaverweg
 

Betonbouw domineert
In 2016 trokken Tom Frantzen, Karel van Eijken en Laura Reinders de aandacht met hun gedurfde appartementencomplex Patch 22 in de Buiksloterham. Op een plint van beton stapelden zij zes houten ‘boxen’ van elk 200 m2 die telkens een slag ten opzichte van elkaar waren gedraaid. Het werd daarmee het hoogste houten gebouw van Nederland. Voor het imago van de wijk was het project ontzettend nuttig. Hier zou immers een circulaire woon-/werkwijk ontstaan. Toch heeft het initiatief weinig volgers gekregen. Ook in de Buiksloterham domineert vooralsnog het beton, een milieu-onvriendelijk maar wel relatief goedkoop en gemakkelijk inzetbaar bouwmateriaal. Dortwegt: “Er zijn wel opdrachtgevers die met hout willen werken, maar de hoogbouw blijft nog achter door te weinig kennis bij de bouwbedrijven. Door een gebrek aan leveranciers is het ook nogal duur. Zolang ontwikkelaars en collectieven zich op lage initiële bouwkosten focussen, komt daar waarschijnlijk weinig verandering in.”

Lees ook in hetzelfde dossier:

De lange weg naar circulair bouwen
Circulair renoveren, kan dat? - Prijsvraag moet kennis en kunde bij corporaties vergroten
Beroep: Grondstoffenregisseur. Naam: Jolein Baidenmann
Madaster: materialen krijgen een identiteit
De Warren: wooncoöperatie realiseert duurzaam én circulair woongebouw

Jaco Boer