De uitkomst van de gemeenteraadsverkiezingen maakt toename van regulering op de Amsterdamse woningmarkt aannemelijk, zo schrijft vastgoedadviseur CBRE in een analyse van de verkiezingsuitslag. En dat zal de hoofdstad veel minder aantrekkelijk maken voor beleggers.
CBRE voorziet de komst van een links college. De PvdA is met negen zetels de grote winnaar. Een samenwerking met GroenLinks (acht zetels) ligt voor de hand. Huidige coalitiepartner D66 (zeven zetels) kan de coalitie compleet maken. “Gaan we uit van dit voor de hand liggende scenario, dan zal de woningmarkt in grotere mate te maken krijgen met regulering, actief grondbeleid en nieuwe toewijzingscriteria”, zo denkt de vastgoedadviseur.
PvdA en GroenLinks willen het middenhuursegment (€ 752 tot € 1.050) eeuwigdurend reguleren – het liefst landelijk, anders via een verhuurdersvergunning. Corporaties moeten woningen bijbouwen in de sociale, middenhuur en goedkope koopsector. En bij de toewijzing van huurwoningen zullen meer restricties gelden: denk aan verplichte percentages aan jongeren, bestaande wijkbewoners en mensen met kritische beroepen. Daarnaast zal volgens CBRE de beoogde coalitie discussiëren over het woningbouwprogramma.
Stapelregulering maakt, aldus deze analyse, een vrije exploitatie onmogelijk en daarmee onaantrekkelijk. Al zullen enkele institutionele beleggers nog in de hoofdstad blijven investeren. De te verwachten regulering zal ook de voortgang in de bouwproductie belemmeren. En werkt negatief door in de plannen van or projectontwikkelaars, die al zwaar onder druk staan door stijgende bouwkosten, energieprijzen, arbeidslasten, hoge grondkosten en oplopende duurzaamheidseisen. De mindere interesse van beleggers en projectontwikkelaars zal moeten worden opgevangen door woningcorporaties.