Het landelijke woningtekort is 390 duizend woningen, ruim 110 duizend meer dan waarvan het ministerie van BZK uitgaat. En in Amstelveen, Amsterdam en Leidschendam-Voorburg is de 'woondruk' het hoogste. Dat stelt de Atlas Research in zijn meest recente ‘Atlas voor Nederlandse gemeenten'. Bij de presentatie op 22 juni discussieerden belanghebbenden over het woningtekort en mogelijke oplossingsrichtingen.
Op zijn vroegst in 2030 is de huidige krapte op de woningmarkt opgelost, aldus de nieuwste Atlas voor gemeenten, editie 2022. Tenminste, als het lukt om jaarlijks 100 duizend woningen bij te bouwen, zoals het ministerie van BZK wil. Dat is niet vanzelfsprekend. In 2021 zijn er bijvoorbeeld minder dan 69.000 nieuwbouwwoningen (excl. transformatie) opgeleverd. Zelfs als dat aantal stijgt tot 85 duizend woningen duurt het tot 2035 voordat het tekort is ingelopen.
Volgens Atlas Research bedraagt het landelijke woningtekort 390 duizend woningen, een nog veel hoger tekort dan waar het ministerie mee rekent. De onderzoekers komen tot dat astronomische aantal via een nieuwe rekenmethode: de Woondruk-index. Nu staan er 105 huishoudens in de wacht voor 100 woningen, in een gezonde markt zouden dat er 100 tot 102 moeten zijn. In Amstelveen, Amsterdam en Leidschendam-Voorburg is de woondruk ruim 150.
Binnen de regio Amsterdam verschilt de woondruk flink: Zaanstad en Purmerend staan op de Woondruk-index op plek 32 en 33. Almere op 35 en Lelystad zelfs op 38, terwijl in deze twee gemeenten veel wordt gebouwd. Atlas Research waarschuwt dat in gemeenten met lage woondruk en veel woningbouw ook grote investeringen in leefbaarheid nodig zijn, anders wordt mogelijk voor toekomstige leegstand gebouwd. Volgens Carolien Schippers (directeur Grond en Ontwikkeling Amsterdam) is de correlatie tussen woondruk en aantrekkelijkheid een beetje een kip/ei-verhaal: "Als wijken aantrekkelijker worden gemaakt, zal de wens om daar te wonen vanzelf toenemen."
'Wij kregen Hugo'
Olaf Cornielje, afdelingshoofd programmering en monitoring Directie Woningbouw bij het Ministerie van BZK, toonde zich op de Atlas-bijeenkomst in zijn nopjes over zijn 'dynamische' minister. Men kreeg in het regeringsakkoord minder middelen dan gehoopt, maar: “We kregen Hugo”.
Onder De Jonges bezielende leiding is afgelopen maanden aan de Nationale Woon- en Bouwagenda gewerkt, waaronder zes programma's vallen: Woningbouw, Een thuis voor iedereen (aandachtsgroepen), Betaalbaar wonen, Leefbaarheid en veiligheid, Verduurzaming gebouwde omgeving en Wonen en ouderen. Het ministerie wil het woningtekort terugdringen naar 2 procent. Maar er moeten vooral meer betaalbare woningen worden gebouwd. Om alle gemeenten die kant op te krijgen, wil De Jonge dat elke gemeente gaat zorgen voor minimaal 30 procent sociale huurwoningen.
In het panelgesprek op de Atlas-bijeenkomst betwistte Melissa Koutouzis (trekker van het Woonprotest) de bouwopgave in de sociale huursector. De ingeplande bouwopgave van 250 duizend nieuwe sociale huurwoningen is volgens haar te laag. Er verdwijnen immers ook veel huurwoningen vanwege sloop. Bovendien is de inkomensgrens te laag en de echte dakloosheid veel groter (eerder 100 duizend) dan uit de officiële tellingen blijkt (32.000). Ze wijst er op dat nu al 800 duizend huurders zijn met betalingsproblemen.
Carolien Schippers (directeur Grond en Ontwikkeling Amsterdam) miste de wooncoöperaties en andere geclusterde woonvormen in het woonwensen-onderzoek van Atlas. Een bepaalde groep ouderen, maar ook jongeren en alleenstaanden hebben daar behoefte aan. “We bouwen voor de eenzaamheid”.
Daar sluit directeur Anne-Jo Visser van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) graag bij aan. Ze wil dat de gemeente woningcorporaties weer meer ruimte geeft voor ‘Friends-contracten’. Daarnaast pleit ze ook voor afschaffing van de kostdelersnorm. Dat weerhoudt veel bewoners om woonruimte te delen. Ze kondigde nogmaals aan dat woningcorporaties meer moeten inzetten op verhuisregelingen als ‘Van groot naar beter’ en ‘Van hoog naar laag' om grotere woningen vrij te spelen. Als voorbeeld noemde ze Rochdale die nu naast een verhuiscoach ook een opruimcoach gaat inzetten om bewoners bij te staan bij een verhuizing.
Grond
Grondposities zijn een cruciaal element in de woningbouwopgave. Ook in Amsterdamse liggen geplande bouwlocaties lang niet allemaal meer op gemeentegrond. Ook de AFWC klaagt over gebrek aan locaties. Dat heeft niet alleen met grond te maken maar ook met bijvoorbeeld milieubelasting door industrie en geluidsnormen (Schiphol).
Koutouzis pleit voor het radicaal veranderen van het financiële systeem: belast huurinkomsten, schaf flexcontracten af en maak leegstand onaantrekkelijk: “Kap met de perverse prikkels en maak het voor beleggers interessant om veel te bouwen." [WK]