Remine Alberts van de SP kwam tijdens het NUL20-verkiezingsdebat met de slogan 'onderhoud, onderhoud, onderhoud', als variatie op het adagium 'bouwen, bouwen, bouwen'. Alberts benadrukte dat de SP ook graag wil dat er meer woningen komen, maar dat in deze moeilijke economische tijden in ieder geval de bestaande voorraad moet worden gekoesterd.
Haar partij signaleert te vaak dat sociale huurwoningen slecht onderhouden zijn, terwijl mensen met een laag inkomen recht hebben op goede woningen. De basiskwaliteit van woningen is volgens de SP niet altijd op orde, terwijl huiseigenaren daar verantwoordelijk voor zijn. Ook Femke Roosma van Groenlinks liet weten regelmatig te schrikken van de situatie waarin mensen moeten wonen. Desgevraagd vindt zij niet dat er prestatieafspraken moeten komen over de minimale kwaliteitseisen. “We moeten eerder beboeten als de basiskwaliteit niet op orde is.” Daarmee suggereren beide partijen dat de controle door Bouw- en woningtoezicht en het aanschrijfbeleid van de gemeente tekortschiet.
Gerard Anderiessen, bestuurder van Stadgenoot, bevestigt dat corporaties geworsteld hebben met achterstallig onderhoud: "Door de crisis zijn allerlei sloop/nieuwbouwprogramma's uitgesteld of zelfs teruggetrokken. Vanwege voorgenomen sloop was het onderhoud aan de woningen geminimaliseerd. We zijn sindsdien hard bezig de basiskwaliteit van alle woningen op peil te brengen. De investeringen in onderhoud is een van de weinige posten die de afgelopen jaren intact is gebleven. Daar is niet op bezuinigd."
Bij groot onderhoud is instemming vereist van 70 procent van de bewoners. D66 en VVD vinden die norm veel te streng. Het hindert de verduurzaming van de stad. Alberts houdt wel vast aan de zeventig procentnorm: “Als zo´n renovatie mensen iets oplevert, dan stemmen zij heus wel in. Maar zij doen dat niet als dat voor hun negatieve gevolgen heeft. Het plan is dan niet goed genoeg.”