Overslaan en naar de inhoud gaan
Column Kasper Baggerman
Kabinet wil helemaal geen ‘gelijke kansen voor alle woningzoekenden’

Het kabinet beroept zich op ‘gelijke kansen voor alle woningzoekenden’ bij de keuze om statushouders geen voorrang te geven op sociale huur. Het is een valse drogredenering voor beleid dat haaks staat op het recht op wonen.

De opinie van
Image
Kasper Baggerman. Foto: Xander Remkes

 

“Ik hoorde van velen dat migranten de wooncrisis veroorzaken. Maar ik zie daar geen enkel bewijs voor.” Dat zei VN-rapporteur recht op adequate huisvesting Balakrishnan Rajagopal eind 2023 na zijn bezoek aan Nederland. Voor het garanderen van het recht op wonen moet het land vooral naar zichzelf kijken en niet met vingertjes wijzen, meende de rapporteur. 

De recente keuze van het kabinet om statushouders geen voorrang op sociale huisvesting te geven, staat haaks op dit dringende advies. Het is zondebokpolitiek die precies doet wat de VN-rapporteur zei dat we niet moeten doen: het legt de schuld van de wooncrisis bij een groep nu al zeer kwetsbare mensen.

Bovendien is het symboolpolitiek. Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers becijfert dat zo’n 90 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen niet naar statushouders gaat. De redenering van het kabinet dat de maatregel “noodzakelijk” zou zijn “om de schaarse sociale huurwoningen eerlijk te verdelen” en dat deze zou “zorgen voor gelijke kansen voor alle woningzoekenden” gaat dus niet op. 

Dat “alle” is hierbij een hondsbrutale woordkeuze. Het gaat dit kabinet helemaal niet om alle woningzoekenden. Statushouders moeten door de maatregel noodgedwongen (nog) langer in asielzoekerscentra verblijven, in een feitelijke situatie van thuisloosheid. Hun recht op wonen wordt dus geschonden. Dit terwijl het internationaal in verdragen vastgestelde mensenrecht op adequate huisvesting geen onderscheid naar afkomst maakt. Iedereen heeft recht op behoorlijke huisvesting, statushouder of niet.

Bij het toch wél maken van dit onderscheid beroept Mona Keijzer zich op gelijkheid. “Met dit wetsvoorstel gaan we iedereen in Nederland gelijk behandelen bij het zoeken naar een sociale huurwoning”, aldus de volkshuisvestingsminister. Het klinkt allicht sympathiek, die gelijke behandeling. Maar het is een oppervlakkige insteek, die geen recht doet aan de kwetsbaarheid en startposities van verschillende groepen woningzoekenden. 

Het is prima verdedigbaar dat een gezin dat vastzit in een AZC wat meer hulp krijgt bij het zoeken van een woning dan iemand die al een thuis heeft (en houdt hierbij vooral dat COA-percentage in het achterhoofd). Bovendien hebben statushouders door het inherente feit dat zij nog niet zo lang in Nederland verblijven, niet de mogelijkheid gehad om wachttijd voor een sociale huurwoning op te bouwen. Je kan niet met gelijke kappen aan de bak, zolang je monniken niet gelijk zijn. 

Rechters zullen evenwel geen streep zetten door dit beleid. Het kabinet besloot vorige week namelijk dat rechters wetten wel mogen toetsen aan klassieke grondrechten, maar niet aan sociale. Het recht op wonen valt in die tweede categorie. En dus komt het kabinet ermee weg om ‘wonen is een recht’ met de mond te belijden, maar het tegelijkertijd met daden te bestrijden. Zolang dit voortduurt, blijft Nederland een mensenrechtelijk suffertje. 

Ammehoela met deze morele armoede. En ammehoela met het bedrijven van zondebokpolitiek onder het mom van ‘gelijke kansen voor alle woningzoekenden’.
 

Kasper Baggerman is journalist en programmamaker bij Pakhuis de Zwijger. Hij schrijft over wonen, leefbaarheid en ruimtelijke ordening. Als één van de vier columnisten van NUL20 neem hij iedere twee maanden een aspect van het woningmarktbeleid onder de loep dat relevant is voor de Metropoolregio Amsterdam. Het kwartet vaste columnisten van NUL20 bestaat naast Baggerman uit Léon Bobbe, Ruud Fiere en Mirthe Biemans. Alle columns van: Kasper Baggerman

Trefwoorden