De VVD verzet zich tegen een uitbreiding van de Huisvestingswet waarbij inwoners ook voorrang krijgen bij de aankoop van bestaande woningen in hun gemeente. Voorrang op huurwoningen en nieuwbouw-koopwoningen is voldoende, meent VVD-Kamerlid Peter de Groot. D66 heeft twijfels.
Het kabinet stuurde gisteren het voorstel naar de Kamer om de Huisvestingswet zodanig te wijzigen dat gemeenten de helft van de beschikbare huurwoningen mogen toewijzen aan bijvoorbeeld de eigen inwoners. Nu is toewijzing aan de eigen bevolking nog beperkt tot een kwart. Dat voorrangsbeleid moet ook gaan gelden voor koopwoningen met een waarde tot de NHG-grens (355.000 euro in 2022). Minister de Jonge denkt daarbij niet alleen aan voorrang op betaalbare nieuwbouw. Ook bestaande koopwoningen kunnen onder de gemeentelijke huisvestingsverordening worden gebracht.
Voor Kamerlid De Groot is dat een brug te ver. "Het grijpt in op de vrijheid bij de verkoop van jouw woning. Laten we het houden bij voorrang op huur en nieuwbouwkoop." Hij wil dat De Jonge de focus legt op overheidsingrijpen om meer en sneller te bouwen. Het tegengeluid van de VVD valt op; blijkbaar wordt er binnen de coalitie verschillend gedacht over de wijziging van de Huisvestingswet.
D66-Kamerlid Faissal Boulakjar heeft zijn twijfels. Hij verlangt van minister De Jonge een betere onderbouwing van de ophoging van het percentage voor eigen inwoners naar vijftig procent. Volgens hem hebben gemeenten zich in het verleden positief uitgesproken over een percentage van slechts dertig procent. Ook Boulakjar legt de focus op nieuwbouw om zo meer kansen te creëren voor studenten, mensen in bepaalde beroepen en starters op de woningmarkt. Alleen het CDA toont zich voluit tevreden. Volgens Kamerlid Jaco Geurts past de keuze van de minister helemaal bij de visie van het CDA op de woningmarkt.