Pallas Agterberg, directeur strategie bij netwerkbedrijf Alliander, is optimistisch over de bereidheid van burgers en bedrijven om te veranderen. Amsterdam kan volgens haar al in 2040 van het gas af. “Ik geloof in de kracht van het grote getal. Als we het goed plannen, dan kan het heel snel gaan.”
'Het collectief heeft geen zeggenschap over de oplossing voor de individuele woningeigenaar.’
“Als bewoners er niet goed bij worden betrokken, dan organiseren we onze eigen tegenstand” |
Haar twitterbio kent twee vermeldingen: duurzaamheidsdoener en aanjager nieuwe economie. De energietransitie is onderdeel van die nieuwe wereld. “We kunnen niet in Amsterdam de thermostaat een graadje hoger zetten, terwijl in Groningen de aarde beeft en schade aan gebouwen ontstaat. Dat voelt niet goed. Evenmin voelt het goed om afhankelijk te zijn van Russisch aardgas. Het is daarom van wezenlijke betekenis dat er een afspraak bestaat: in 2050 is ons land aardgasloos.”
Snelle overstap
Pallas Agterberg wil niemand ‘in de gordijnen jagen’ en zeker niet de discussie over het tijdpad overdoen, maar eigenlijk denkt ze dat die energietransitie wel wat sneller kan gaan. “De geschiedenis heeft ons geleerd dat bepaalde ontwikkelingen heel snel kunnen gaan. Onze voorouders hebben in korte tijd de overstap gemaakt van paard en wagen naar auto. Of kijk naar de relatief korte tijd waarin mobiele telefonie onderdeel is geworden van bestaan. Soms gaan zaken ineens razendsnel. De energietransitie gaat iedereen aan. Dan duurt het lang om tot elkaar te komen. Maar als we weten welke kant het op moet, dan is het in no-time gebeurd. Het komt allemaal goed; daar ben ik heel relaxed over.”
Volgens haar moeten we dan wel vanaf vandaag anders handelen en beter vooruitdenken. “Gemeenten moeten op de eerste plaats de focus leggen op de planning. De verschillende voornemens moeten beter bij elkaar worden gebracht. Komende jaren worden bijvoorbeeld op tal van plekken in Amsterdam aardgasleidingen vervangen. Hoe lang hebben we die gasleidingen nog nodig? De kans is groot dat die vervanging niet zo’n verstandige investering is. Feitelijk is dat zonde van het geld. We weten heel precies wanneer in Amsterdam gasleidingen aan vervanging toe zijn. Kunnen we op die plekken niet al van het gas af? Datzelfde geldt voor andere infrastructurele werken. Op plekken waar we de komende jaren het riool vernieuwen, zouden we ook moeten nadenken over werkzaamheden voor het warmtenet. Dan hoeft de straat maar één keer open. Gemeenten – welke wethouder er na de gemeenteraadsverkiezingen ook zit - moeten op korte termijn duidelijk maken wanneer in welke wijken de gaskraan dichtgaat. Dat geeft rust.’’
Meer comfort
Die duidelijkheid zal woningeigenaren uitdagen nieuwe oplossingen te bedenken voor hun energiebehoefte, verwacht Agterberg. Bij corporaties bijvoorbeeld kan het ‘mes aan meerdere kanten snijden’. “We hebben nog steeds woningen met afzonderlijke gaskachels. Er zijn nog steeds huurhuizen waar het ontzettend tocht. Verduurzaming biedt de kans huurders veel meer wooncomfort te bieden. Corporaties kijken daar, denk ik, ook zo naar. Veel woningen verdienen een upgrade. Dan ligt het voor de hand direct een extra stap te zetten en woningen aardgasloos te maken.”
Dat maakt het nog niet direct makkelijk, benadrukt Agterberg. “Het is een spannend proces. De overgang naar een ander systeem roept een duizelingwekkend aantal vragen op. We zullen daarom over de mogelijkheden van aardgasloos wonen nog veel meer kennis moeten ontwikkelen.” Dat het daaraan ontbreekt, verbaast haar overigens niet. “Decennialang hebben we woningen automatisch voorzien van een gasaansluiting en was een andere vorm van verwarming geen issue. Het moment is aangebroken dat anders te gaan doen, maar over de beste oplossingen hebben we simpelweg nog niet voldoende nagedacht.”
Technische oplossingen
De kennisachterstand, zo meent Agterberg, kan worden ingelopen door grote woningeigenaren als woningcorporaties samen met het bedrijfsleven en de overheid onderzoek te laten doen naar de best mogelijke aanpak van bepaalde woningtypes. “Het heeft geen zin individuele woningeigenaren zelf het wiel te laten uitvinden. Dat is te ingewikkeld en te duur. Woningen uit de negentiende eeuw, woonhuizen uit de jaren twintig of vijftig van de vorige eeuw; ze hebben allemaal een bepaalde constructie. Als we voor de belangrijkste woningtypes – het gaat om niet meer dan twintig types - duidelijk hebben welke varianten mogelijk zijn, dan hebben we voor het grootste deel van de stad antwoord op de vraag of we moeten kiezen voor een warmtenet, biogas, warmte uit het rioolstelsel of wat voor technische oplossing dan ook.”
Ze verwacht de komende jaren ook nog tal van interessante technische oplossingen. “De techniek schrijdt voort. Het is heel wel denkbaar dat we over vijftien jaar die vertrouwde cv-ketel kunnen vervangen door een ontzettend veel efficiënter exemplaar. Duurder in de aanschaf, maar goed voor een lagere energierekening. Dat gaat echt wel gebeuren.”
De portemonnee, zo zegt Agterberg, speelt altijd een rol. “Neem zonnepanelen: tot voor kort waren ze heel duur. Dat was een reden om teruglevering aan het elektriciteitsnet te vergoeden. Maar de productie van zonnestroom ligt eerdaags onder de kostprijs van elektriciteit uit kolen. Datzelfde geldt voor elektrische auto’s. Nu zijn ze nog heel duur, maar dat gaat veranderen.”
Pionierspremies
Agterberg is blij met de Amsterdamse City Deal waarbij Amsterdamse corporaties al op korte termijn 10.000 sociale huurwoningen af gaan sluiten van het aardgas. Ook subsidies voor pioniers zijn meer dan welkom. “Het is belangrijk pionierspremies te bieden en mensen te belonen, die als eerste ingewikkelde dingen willen uitzoeken.”
Met de stad komt het wel goed, daarover heeft zij uiteindelijk weinig twijfel. “Ik denk dat we ergens in de jaren dertig de stad aardgasloos kunnen hebben. Dat is overigens wel het meest ambitieuze dat ik mij kan voorstellen. Eerder is ‘too much’. De aanpassing van al die woningen roept ontzettend veel bouwverkeer op. Het ontbreekt aan voldoende bouwvakkers en installateurs. Aan de andere kant geldt, dat we het bouwproces nog heel wat efficiënter kunnen maken. Daar zijn al veel ideeën over. De vernieuwing van het bouwproces komt de komende decennia volledig op scherp te staan; we zullen veel meer onderdelen moeten prefabriceren.”
Voldoende draagvlak
Ook mag volgens haar beslist niet voorbij worden gegaan aan het creëren van voldoende draagvlak bij de burgers. “We moeten altijd beseffen dat het collectief geen zeggenschap heeft over de beste oplossing voor de individuele woningeigenaar. Gemeenten, maar ook een netwerkbedrijf als Liander, zullen samen met burgers de verschillende opties moeten bespreken. Die wisselwerking is cruciaal. Als huiseigenaren daar niet goed bij worden betrokken, dan organiseren we onze eigen tegenstand. Dan verzandt de transitie in gezeur en gezeik. Maar ik zie ook mogelijkheden om in die gedachtenuitwisseling het pad te effenen voor een kwalitatief betere stad. Als de straat toch open moet, dan kunnen we parkeerplekken opheffen of meer groen realiseren. Die kans is er ook.”