Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
OP STAP MET ….. Nicole Hoogendijk, beheerder van studentenflats
'Dit is echt wel een vak apart'

Nicole Hoogendijk is sinds januari gebouwbeheerder bij studentenflat De Weesper in Amsterdam. Daarnaast heeft ze nog dertien andere studentencomplexen voor woningstichting Lieven de Key onder haar hoede. “Maar De Weesper is het bewerkelijkste pand, met name omdat hier de meeste mensen wonen.” Op Stap met de beheerder in een studentencomplex met een roemrucht verleden.

Image
OP STAP MET …

In de serie Op Stap Met … volgen we professionals en vrijwilligers die met de spreekwoordelijke poten in de modder staan.

Het zeven verdiepingen tellende studentencomplex De Weesper in de Weesperstraat van architect Herman Hertzberger uit 1966 heeft de tijd glansrijk doorstaan. De bouw moest destijds de vervallen Weesperbuurt uit het slop trekken en de woningnood onder studenten helpen oplossen. De flat was het eerste grote studentencomplex dat werd opgeleverd in Nederland. Aan de zijkant van het gebouw herinnert de muurschildering El Salvador - geschilderd door het Februari-collectief naar een ontwerp van Kees Romeyn - aan het activistische verleden van de vroegere bewoners.

'De Weesper staat nog steeds bekend als feestflat'

Berucht werd de flat door allerlei uitspattingen. Zo werd in 1999 een feest door de ME beëindigd nadat voorbijgangers door de feestgangers werden bekogeld met flessen en er zelfs ijskasten uit de ramen werden gegooid. De laatste jaren is het in het complex een stuk rustiger. Ook aan de overlast van binnensluipende junks en daklozen is een eind gekomen door de invoering van een pasjessysteem en cameratoezicht.

Volumeknop voluit

Momenteel wonen er rond de 250 studenten uit binnen- en buitenland in de flat. De inrichting is nog altijd spartaans. Het complex is per verdieping ingedeeld in twee eenheden van zeventien kamers met voor elke groep studenten één gezamenlijke keuken, twee douches en twee toiletten. Een uitzondering vormen de zelfstandige eenheden op de vierde verdieping. Enkele daarvan worden regulier verhuurd in de sociale sector, zoals Hertzberger dat al bij aanvang graag zag.

Maar volgens beheerder Hoogendijk is dat laatste niet zo’n succes. “Het is weliswaar rustiger dan in het verleden, maar de flat staat nog steeds bekend als feestflat. Vooral tijdens de lockdowns door de coronapandemie was het bijna iedere avond raak. Wanneer je hier dan met kinderen woont – wat op de vierde verdieping hier en daar het geval is – wordt de geluidshinder wel een probleem. Begin dit jaar, toen corona nog steeds voor beperkingen zorgde en ik hier net kwam werken, werd er ook door omwonenden nog regelmatig geklaagd over geluidsoverlast. Mijn taak is dan om de boel te sussen en de studenten op het hart te drukken de muziekinstallatie de volgende keer wat zachter te zetten. Daar wordt voor even gehoor aan gegeven maar bij het volgende feestje gaat de volumeknop toch weer voluit.”

Imponerende brandweerlui

Het beheer van een studentenflat is kortom een vak apart. Hoogendijk bezoekt gemiddeld vier keer per week het gebouw. “Meestal na een melding. Maar woensdag is mijn vaste dag: dan ben ik ’s middags in het kantoor op de begane grond te vinden zodat mensen binnen kunnen lopen wanneer ze vragen of problemen hebben. Daar wordt veel gebruik van gemaakt. Dat kan gaan over een verstopt toilet maar ook over een gestolen fiets. Dat eerste kan ik oplossen door iemand van onderhoud te waarschuwen maar dat tweede helaas niet.”

Een oud gezegde is: het stinkt hier alsof je een koelkast in een studentenflat opendoet. Feit is dat keukens, douches en toiletten in De Weesper worden gebruikt door zeventien mensen. Dat is niet bepaald bevorderlijk voor de hygiëne. “De keukens zijn vaak ronduit smerig en daardoor hebben de bewoners last van muizen. Maar als je ze daar op aanspreekt zeggen ze dat dat nu eenmaal bij het studentenleven hoort. En er zijn natuurlijk goedwillenden maar die geven het meestal snel op.”

Image

Een belangrijke taak van Hoogendijk is zorg dragen voor de brandveiligheid. “De kamers zijn niet erg groot dus hebben bewoners de neiging om allerlei troep op de gang te zetten, van schoenen tot wasrekken en van meubels tot fietsen. Maar daarmee worden de vluchtwegen geblokkeerd. Een keer per maand kondig ik een opruimronde aan en krijgen de bewoners – na herhaalde waarschuwingen -  nog eenmaal de kans om hun spullen van de gang te halen. Wat blijft liggen laat ik door een schoonmaakbedrijf weghalen op hun kosten. Ik merk dat het nu wel wat netter blijft. Bovendien komt de brandweer regelmatig in vol ornaat op inspectie. Dat is nogal imponerend en vooral de manier waarop ze de bewoners duidelijk maken wat er gebeurt als ze niet weg kunnen komen maakt indruk.”

Afgeplakte rookmelders

Een andere belangrijke taak van Hoogendijk is om te zorgen dat alles in de gemeenschappelijke ruimtes werkt. Zoals de rookmelders die regelmatig met bijvoorbeeld een rubber handschoen worden dichtgemaakt zodat de bewoners ongestoord kunnen roken. “Ze zijn erg creatief wat dat betreft. Maar er mag sowieso niet gerookt worden in het pand. Wanneer ik zo’n afgeplakte  rookmelder tegenkom stuur ik die groep bewoners een mail met de huisregels om ze daar maar weer een keer aan te herinneren. Er staat ook een boete van tweehonderd euro op. Nadat ik de bewoners er op heb aangesproken gaat het een tijdje goed maar na een paar maanden kun je weer van voor af aan beginnen.”

‘De rookmelders worden regelmatig dichtgeplakt met bijvoorbeeld een rubber handschoen’

Dat klinkt als dweilen met de kraan open? Hoogendijk: “Ja, en af en toe krijg je er een beetje genoeg van. Maar vaak leidt het ook tot leuke gesprekken en sommige bewoners denken ook echt met je mee. Ik heb laatst het hele trappenhuis laten schilderen en het blijft tot nu toe netjes. Dan heb ik toch eer van mijn werk.”

Kleine klusjes doet Hoogendijk zelf. “Vanochtend was het licht op een paar plekken uit. Dan duik ik zelf even de stoppenkast in. Verder moet ik regelmatig de lift resetten en zo zijn er nog allerlei klusjes die steeds terugkomen.”

Van Hoogendijk wordt soms op haar vrije dag gebeld. “Laatst - toevallig keek ik net op mijn werktelefoon - omdat er een kat opgesloten zat in een leegstaande kamer. Die was vast met een van de werkmensen naar binnen geglipt. Ik was al in mijn auto gesprongen om van Beverwijk naar Amsterdam te rijden want de hele flat was in rep en roer. Toen kreeg ik gelukkig een telefoontje van een bewoner dat de voormalige huurster in de buurt was en de sleutel nog had. Dus de kat kon gelukkig worden bevrijd en mij werd een rit naar Amsterdam bespaard.” •

Janna van Veen