In zijn jaarverslag luidt het Leger des Heils de noodklok: de doorstroming uit de noodopvang stagneert. Opvallende uitzondering: Amsterdam, de gemeente met de meest overspannen woningmarkt.
Katia Maas, manager Bureau Trajectmanagement Leger des Heils. "De vrijblijvendheid verdween met het koersbesluit Thuis in de wijk"
Dak- en thuislozen, ex-verslaafden en voormalige gedetineerden brachten in 2017 gemiddeld acht maanden door in een opvang van het Leger des Heils voordat ze konden doorstromen naar een geschikte woonvorm met begeleiding. In 2013 was dat nog vier maanden.
Amsterdam is een opmerkelijke uitzondering op deze trend, zegt Katia Maas, manager Bureau Trajectmanagement bij de Amsterdamse vestiging van het Leger. “Ook in Amsterdam zagen we de opvang langzaam maar zeker dichtslibben, maar in 2016 heeft een kentering plaatsgevonden.” De omslag kwam volgens haar met het koersbesluit Thuis in de wijk. “Daarmee verdween de vrijblijvendheid uit bestaande afspraken. De woningbouwcorporaties hebben zich gecommitteerd aan een hard target. Sindsdien komen er daadwerkelijk meer huizen beschikbaar voor onze deelnemers. We zien dat de opvang weer doorstroomt.”
Dat blijkt ook uit de cijfers uit het Jaarboek 2018 van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). De uitstroom uit de maatschappelijke opvang is spectaculair gestegen, van 273 in 2015 naar 941 in 2017. Maas raadt andere gemeenten aan de Amsterdamse aanpak te volgen. Dat is allereerst de regie nemen en een gezamenlijk verantwoordelijkheid creëren met zorgverleners en corporaties. Ten tweede de vrijblijvendheid eraf schudden door harde targets te formuleren en ten derde een uniforme werkwijze te creëren rond huurcontracten, begeleiding en aanpak bij overlastmeldingen.
30% naar kwetsbare groepen
De gemeenteraad heeft in december 2015 het Programma Huisvesting Kwetsbare Groepen vastgesteld. Daarin staat dat 30 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen naar kwetsbare huishoudens moet gaan. Dan gaat het om ex-gedetineerden, ex-verslaafden en (andere) dak- en thuislozen, maar ook om statushouders, slachtoffers van huiselijk geweld en anderen met een dringende medische of sociale reden.
De woningcorporaties blijken deze afspraken loyaal uit te voeren. In 2016 en 2017 wezen zij in totaal 3.357 woningen toe aan huishoudens die vallen onder het programma. Dit is zo’n 29 procent van het totaal aantal sociale verhuringen. (Dit is nog zonder de vele tijdelijke woningen die aan jonge statushouders zijn toegewezen). Dit zijn gemeentelijke cijfers, de eigen tellingen van de corporaties komen nog iets hoger uit.
Met aftrek van de woningen die naar stadsvernieuwingsurgenten (14%) en maatwerkgevallen (3%) gingen, bleef in 2017 voor regulier woningzoekenden nog ruim de helft (54%) van de vrijkomende sociale huurwoningen beschikbaar.
De woningen waar mensen uit de maatschappelijke opvang en begeleid wonen terechtkomen, worden gehuurd door de zorginstelling. Maas: “Een groot voordeel daarvan is dat bewoners ondersteuning niet kunnen weigeren. We helpen ze een netwerk op te bouwen in de wijk, zorgen voor maaltijdvoorzieningen, maar ook voor schuldhulpverlening of time out-plekken. Het werkt. Vorig jaar hebben we op zo’n zeventig cliënten slechts één negatieve ervaring gehad.” Na gebleken succes kan de bewoner op termijn een huurcontract op eigen naam krijgen.
Bron: Jaarbericht 2018 AFWC
Binnen drie maanden
Gemeente, zorginstellingen en corporaties hebben begin dit jaar hun samenwerking vastgelegd in tien werkafspraken. Daarbij gaat het om een afgestemd aanbod van wonen en zorg, afspraken over wonen en goed nabuurschap, vroege signalering van problemen en ondersteuning bij financieel beheer. Goede woonzorgbegeleiding is een cruciaal onderdeel van het programma. De gemeente Amsterdam organiseerde in april een drukbezocht congres om de integrale samenwerking verder in de verf te zetten. De ambitie is kwetsbare bewoners met een urgente woonvraag binnen drie maanden aan woonruimte te helpen.
Kwetsbare bewoners in kwetsbare buurten
Het succes van deze aanpak staat of valt met acceptatie in de buurt. Daar sluimert wel een probleem. Uit een analyse van onderzoeksafdeling OIS bleek dat in achterstandswijken veel meer kwetsbare bewoners terechtkomen dan in andere. Zo ging in Bijlmer Centrum en Geuzenveld-Slotermeer meer dan 40 procent van de vrijkomende sociale corporatiewoningen naar deze doelgroep, en in het centrum slechts 16 procent. In absolute aantallen zijn die verschillen nog veel groter.
Daar zit geen masterplan achter, stelt OIS vast: iedere corporatie maakt zijn eigen afwegingen, onderlinge afstemming is minimaal. De toewijzing wordt ook gestuurd door het aanbod: corporaties hebben veel en goedkope woningen buiten de Ring en die komen ook nog eens vaker vrij. De corporaties maken wel telkens een afweging. Volgens OIS ‘sparen’ corporaties regelmatig een buurt, straat of wooncomplex als zich daar al problemen voordoen. Bestaande problemen in een portiek of weerstand bij buurtbewoners is reden om verder te kijken.
Het omgekeerde gebeurt ook. Zo ging in de populaire Frederik Hendrikbuurt in West in 2016 en eerste helft van 2017 maar liefst 67 procent van de vrijkomende sociale corporatiewoningen naar de doelgroep. ‘Dat kon de buurt wel hebben.’
Ter relativering van deze hoge percentages: zelfs in de Frederik Hendrikbuurt gaat het in 2017 nog altijd slechts om zo’n 1 procent van alle woningen in de buurt.
Bron: Woningtoewijzing kwetsbare groepen, OIS Gemeente Amsterdam
Mark woont sinds eind vorig jaar in een woning van Eigen Haard. Hij ziet Muriël, zijn begeleider van het Leger des Heils, elke vrijdag. Als het nodig is kan hij altijd bellen of appen. Mark heeft twaalf jaar bij Domus gewoond, een beschermde woonvorm waar ex-daklozen 24-uursbegeleiding krijgen. “Ik had er een kamertje met eigen wc en douche. Er was een gezamenlijke huiskamer, maar daar kwam ik nooit. Ik had me er al bij neergelegd dat dat mijn eindhalte zou zijn. Ik ging nergens heen, zat de hele dag binnen.” De ommekeer begon met dagbesteding, eerst een halve dag per week en nu al vier dagen. Hij sorteert kleding en schoenen. “In het begin zag ik het niet zitten, maar opeens kreeg ik er zin in.” En afgelopen zomer hoorde hij voor het eerst over de mogelijkheden van begeleid wonen. “Dat was het housing first-project”, vertelt Muriël. “Dat is bedoeld voor mensen in een wooninstelling die al redelijk zelfstandig zijn.” Een half jaar later kreeg Mark het bericht dat er een woning voor hem was gevonden. “Ik dacht dat ik flauw zou vallen. Ik kon het niet geloven.” Muriël begeleidt acht cliënten zoals Mark. “We hebben kennisgemaakt en wat formulieren ingevuld en toen zijn we snel naar de woning gegaan.” De tweekamerwoning met douche, wc, keuken, balkon en een berging vindt hij ‘enorm’. Maar misschien nog wel belangrijker is dat hij meer zeggenschap heeft over zijn leven. Het Leger des Heils huurt de woning bij Eigen Haard. Een van de voorwaarden is dat er geen overlast mag zijn voor de buren. Zijn vaste lasten worden betaald via FIBU, financieel budgetbeheer van de gemeente. Mark krijgt wekelijks leefgeld en een klein extraatje vanuit zijn sorteerwerk. Foto en informatie zijn afkomstig uit het Jaarboek 2018 van de AFWC. |
Bronnen: Woningtoewijzing kwetsbare groepen, OIS Gemeente Amsterdam, Jaarboek AFWC 2018 en Jaarverslag Leger des Heils