Leefbaarheidsonderzoek: zo zit het |
Sinds 1995 wordt tweejaarlijks het onderzoek Wonen in Amsterdam gehouden. Het onderzoek geeft een beeld van de inkomensontwikkeling van Amsterdammers, de ontwikkeling van de woningvoorraad, de tevredenheid van Amsterdammers met hun woning en woonomgeving en hun verhuis- en woonwensen. Wonen in Amsterdam wordt (sinds 2001) uitgevoerd in opdracht van de Dienst Wonen, de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) en de Amsterdamse stadsdelen. Vanaf 2001 zijn in het onderzoek vragen opgenomen over de leefbaarheid. Het begrip leefbaarheid is geoperationaliseerd in de begrippen schoon, heel, veilig en ‘prettig samenleven’. Die vragen zijn een aangepaste versie van de Lemon-leefbaarheidsmonitor van Aedes. Hiermee wordt het subjectieve oordeel van bewoners gemeten over de buurt(ontwikkeling) als geheel, de inrichting, het onderhoud en het schoonhouden van de woonomgeving, veiligheid, voorzieningen en sociale relaties in de buurt. In 2003 hebben bijna achttienduizend Amsterdammers meegewerkt aan ‘Wonen in Amsterdam 2003’. Daarmee levert dit leefbaarheidsonderzoek betrouwbare gegevens op buurtcombinatieniveau. Per buurtcombinatie is gestreefd naar zo’n tweehonderd ingevulde enquêtes. Op basis van het onderzoek maakt de AFWC een leefbaarheidsrapportage. Deze rapportage verschijnt in augustus. |
Sterke daling Geuzenveld/Slotermeer
Amsterdammers staan bekend als notoire kankeraars, maar gemiddeld gesproken zijn ze redelijk tevreden over hun buurt. Op de vraag: ‘Hoe tevreden bent u met uw buurt?’ (totaaloordeel) geven de Amsterdammers in 2003 gemiddeld een 7,0. In 2001 was dat nog een 6,9. De tevredenheid over de buurt is dus iets toegenomen. De meeste stadsdelen krijgen een ruime voldoende. Bewoners van het Centrum, Zuideramstel en Oud-Zuid waarderen (evenals in 2001) hun buurt hoger dan een 7,5. Bewoners van Bos en Lommer geven gemiddeld het laagste cijfer voor hun buurt (5,7). Maar bij dat laatste stadsdeel is de tevredenheid wel toegenomen, met 0,3 punt. Hetzelfde geldt voor Oud-Zuid, De Baarsjes en Oud-West. Opmerkelijk is de sterke daling in Geuzenveld/Slotermeer. Samen met Amsterdam Noord is dit het enige stadsdeel waar de tevredenheid over de buurt is gedaald ten opzichte van 2001. Positief is de bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt in Zuidoost (van 6,5 naar 6,7).
Tabel 1: totaaloordeel over de buurt en de ontwikkeling per stadsdeel |
Overlast
Amsterdammers blijken zich het meest te ergeren aan vervuiling (gemiddeld een 6,0). De overlast ervan lijkt wel afgenomen, want bewoners gaven in 2001 nog een rapportcijfer van 5,7. (Een hoog rapportcijfer staat hier voor weinig overlast.) Opnieuw zijn het de bewoners van Bos en Lommer die het laagste cijfer geven voor de mate van vervuiling (5,2), maar ook Zeeburg en Geuzenveld/Slotermeer scoren laag (5,5). De waargenomen vervuiling blijkt het sterkst te zijn afgenomen in Oud-West. In 2001 gaven de bewoners daar nog een rapportcijfer van 5,3, terwijl dat in 2003 gestegen is naar 5,9. Deze stijging heeft waarschijnlijk veel te maken met de introductie van ondergrondse afvalcontainers in dit stadsdeel. Ook in Zuidoost is de overlast van vervuiling aanzienlijk afgenomen (van 5,6 naar 6,1). Geuzenveld/Slotermeer (van 5,7 naar 5,5) en Zeeburg (van 5,6 naar 5,5) zijn de enige stadsdelen waar de ondervonden vervuilingsoverlast is toegenomen.
Tabel 2 Waar hebben bewoners last van? |
Criminaliteit
Amsterdammers beoordelen de mate van criminaliteitsoverlast gemiddeld met een 6,3. Dit cijfer is nauwelijks gewijzigd ten opzichte van 2001. Bewoners van Zuideramstel blijken evenals in 2001 de minste overlast te ondervinden van criminaliteit (7,4) gevolgd door Oud-Zuid (7,0). In de laatste twee stadsdelen vinden weliswaar veel afrekeningen in het criminele milieu plaats, maar dat beinvloedt de rapportcijfers voor crimininaliteit nauwelijks. In Bos en Lommer (5,6), Geuzenveld/Slotermeer en Zeeburg (5,7) hebben bewoners naar eigen zeggen relatief veel last van criminaliteit. Zeeburg, Noord en Geuzenveld/Slotermeer zijn de enige stadsdelen waar deze overlast volgens de bewoners is toegenomen.
Amsterdammers ergeren zich dus het meest aan vervuiling en criminaliteit. Voor burenoverlast wordt gemiddeld een 7,0 gegeven (was 6,8), voor overlast van andere groepen bewoners ook een 7,0 (was 6,8), voor overlast van verkeer een 6,6 (was 6,3) en voor overlast van activiteiten als prostitutie, horeca en coffeeshops een 7,9 (was 7,7). Dat stadsdeel Centrum het meeste last heeft van deze ‘uitgaangerelateerde’ overlast zal niemand verbazen. Daar is immers de concentratie van horeca en coffeeshops het hoogst. Maar bewoners van het Centrum geven hiervoor nog altijd een ruime voldoende (7,1). Het laatste overlastaspect is overigens zeer locatiegebonden. Mensen die naast of boven een café wonen hebben zeer veel overlast, terwijl de rest van de buurt geen overlast heeft.
Tabel 3 Overlast van vervuiling en criminaliteit per stadsdeel |
Apollobuurt meest gewaardeerd
De Apollobuurt in Oud-Zuid blijkt, evenals in 2001, met gemiddeld een 8,5 als totaaloordeel over de buurt het meest gewaardeerd te worden door de bewoners, gevolgd door het Museumkwartier/Duivelseiland (8,5) en de Grachtengordel-West (8,5). Deze topdrie is ten opzichte van 2001 niet gewijzigd. Het minst tevreden over de buurt zijn de bewoners van de Indische Buurt West (5,3), gevolgd door Overtoomse Veld (5,3) en de Kolenkit (5,4).
De Indische Buurt West lijkt de buurt te zijn met de grootste concentratie van leefbaarheidsproblematiek. Niet alleen het totaaloordeel ligt het laagst van heel Amsterdam, maar ook het rapportcijfer voor vervuiling (4,1), de manier waarop verschillende groepen met elkaar omgaan (5,4) en de betrokkenheid van bewoners bij de buurt (4,4). Over het algemeen krijgen buurten in de grachtengordel, Amsterdam-Zuid, Buitenveldert, Watergraafsmeer, nieuwbouwwijken, de tuindorpen in Noord, en de landelijke gebieden aan de rand van de stad een hoog rapportcijfer van de bewoners. In Bos en Lommer, Overtoomse Veld, Geuzenveld, Osdorp-Midden, Bijlmer Centrum, IJplein-vogelbuurt, de Indische Buurt, en de Transvaalbuurt wordt de buurt met een onvoldoende beoordeeld.
Negatieve en positieve tendensen
Voor Amsterdam als geheel is het rapportcijfer voor de buurt toegenomen van 6,9 naar 7,0. De meeste buurtcombinaties laten een soortgelijke verbetering zien, maar er zijn uitzonderingen, zowel in positieve als in negatieve zin. Wat vooral opvalt is de sterke daling van de buurtwaardering in een aantal buurtcombinaties in Amsterdam-Noord en Geuzenveld/Slotermeer. In het eerste stadsdeel zijn het vooral IJplein-Vogelbuurt (van 6,5 naar 5,8) en het aangrenzende Volewijck (van 7,0 naar 6,3) die een sterke daling laten zien. Geuzenveld/Slotermeer is het enige stadsdeel waar het totaaloordeel voor de buurt in alle buurtcombinaties is afgenomen. De afname is binnen dit stadsdeel overigens het sterkst in de buurtcombinatie met het hoogste rapportcijfer, namelijk in de nieuwbouwwijk Eendracht (van 7,4 naar 6,7).
Tabel 4: buurtcombinaties met een onvoldoende |
De waardering voor de buurt is het sterkst toegenomen in de Kinkerbuurt (van 6,1 naar 6,8), maar ook de Haarlemmerbuurt (van 7,7 naar 8,2), Nieuwe Pijp (van 7,2 naar 7,8) en Willemspark (van 7,9 naar 8,3) is de waardering sterk toegenomen. Hoopgevend is dat ook in De Kolenkitbuurt de waardering voor de woonomgeving is toegenomen (van 5,0 naar 5,4). De buurt scoort weliswaar nog steeds onvoldoende, maar staat niet meer onder aan de Amsterdamse rangorde (zoals in 2001). Ook Bijlmer Centrum (van 5,4 naar 5,8) en Bijlmer Oost (van 5,9 naar 6,2) laten een toenemende waardering zien.
Ontwikkelingen in de stad
Over de gehele stad gezien lijkt de leefbaarheid vooral in de vooroorlogse stadsdelen binnen de ring te zijn toegenomen. Ook stadsdeel Zuidoost laat (met uitzondering van Gein) een bovengemiddelde stijging van de tevredenheid over de buurt zien. De stedelijke vernieuwing werpt duidelijk zijn vruchten af. Aan de andere kant zien we een toename van leefbaarheidsproblemen in delen van de Westelijke Tuinsteden, Amsterdam-Noord en de Indische Buurt. In deze gebieden ondervinden bewoners toenemende overlast van vervuiling en criminaliteit. Opmerkelijk is dat de tevredenheid in het laagst scorende stadsdeel Bos en Lommer is toegenomen, terwijl tegelijkertijd de tevredenheid over de leefbaarheid in het aangrenzende Geuzenveld/Slotermeer is afgenomen. Deze ontwikkeling lijkt te duiden op een ruimtelijke verplaatsing van leefbaarheidsproblemen. Bovendien is volgens het onderzoek de Staat van de Stad Amsterdam II de score op de leefsituatie-index in Geuzenveld/Slotermeer de afgelopen jaren het snelst gedaald van alle stadsdelen.
Jeroen van der Veer
Van der Veer is beleidsadviseur bij de AFWC
Zie voor ‘de vuilste buurten’ de barometer.
De complete leefbaarheidsrapportage verschijnt eind augustus. Vanaf dan is de rapportage in digitale vorm te downloaden vanaf de site van 'de Federatie': www.afwc.nl.