Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Participatie na de bezuinigingen: doe het vooral zelf
Apres nous: Kwanda!

De bewonersparticipatie staat door de bezuinigingen onder druk. Hoe verder met minder geld? Meer als burger de zaken in eigen hand nemen bijvoorbeeld. In andere landen is dat meer vanzelfsprekend dan in Nederland. Hier denken instituties vooral in termen van helpen. Een recente conferenties bracht Amsterdamse professionals in contact met buitenlandse voorbeelden. Ontwikkelingshulp, maar dan omgekeerd.

Kwanda: leren door te doen
Kwanda, wat ‘groei’ of ‘ontwikkeling’ betekent, is een empowerment-programma uit de Zuid-Afrikaanse townships. Uit vijf wijken en dorpen verspreid over Zuid-Afrika zijn dit voorjaar vierhonderd vrijwilligers gerekruteerd voor een ‘leerkamp’. In vier weken leerden ze in de praktijk wat ze konden doen tegen honger, armoede, misdaad, alcohol- en drugsverslaving, HIV-besmettingen en seksueel geweld. Dit leertraject leverde direct al ‘bijproducten’ op als een kippenboerderij, een landbouwcorporatie, een park op de plek van een voormalige vuilnisbelt, een crèche en sportfaciliteiten.
De vrijwilligers kregen vervolgens de opdracht in hun eigen wijk problemen in kaart te brengen, plus wat en wie ze nodig dachten te hebben om ze op te lossen. Ze wierven nieuwe vrijwilligers op wie ze hun verworven vaardigheden al doende overdroegen. Via een werkgelegenheidsprogramma zijn in elk deelproject duizend werkloze bewoners nu twee dagen in de week bezig als uitvoerders van wijkverbeteringen. Ze zijn gebonden aan contracten over inzet, prestaties en verantwoord gebruik van geld en materiaal.
De projecten worden gevolgd in een veel bekeken realityshow op de Zuid-Afrikaanse televisie. Die zet kijkers aan tot nieuwe Kwanda-initiatieven. Leren door te doen is een belangrijk onderdeel van het empowerment-proces. “Je kunt ook leren van mislukkingen”, zegt Lebo Ramafoko. De bewoners moeten het zelf doen; de professionals houden zich afzijdig. Ramafoko: “Als coach is het vaak moeilijk niet in te grijpen als dingen misgaan. Toch moeten je handen op je rug gebonden zijn.”

“Je zou niet krampachtig moeten blijven streven naar consensus”, zo bekritiseert dr. Gavin Andersson op goedmoedige toon ons poldermodel. “Laat mensen actie ondernemen en als er een tegenactie komt, wordt duidelijk wat de beste actie is.” Hiermee legt de Zuid-Afrikaan een vinger op een zere plek van de participatie in de polder: de angst voor conflicten en de vrees dat het compleet uit de hand loopt als burgers zelf beslissingen over hun buurt mogen nemen.
De blanke Andersson spreekt met de zwarte Lebo Ramafoko op een conferentie over ‘empowerment’, georganiseerd door het programmabureau Wijkaanpak, het Amsterdams Steunpunt Wonen en Kennisnetwerk Amsterdam. Met steun van Oxfam Novib is het tweetal naar Nederland gehaald. Als een soort omgekeerde ontwikkelingshulp vertellen ze over een succesvol project in Zuid-Afrika waarbij bewoners hun lot in eigen hand namen (zie kader). Behalve het Zuid-Afrikaanse project moet ook een participatiemodel uit Chicago (zie kader) de 150 professionals die zich in Garage Notweg hebben verzameld inspireren.

Geen cent

Slums en hulpverleners die nauwelijks een cent te makken hebben als mogelijk model voor de Amsterdamse praktijk? Interessant, zeker net op het moment dat het nieuwe kabinet en het stadsbestuur het mes zetten in gelden voor de wijkaanpak en bewonersondersteuning. Kunnen de bezuinigingen als katalysator dienen voor zelfsturing door bewoners? In het jargon van positivo’s: biedt de crisis ook kansen?
Karin Daman van de dienst Wonen, Zorg en Samenleven is ‘verbinder’ bewonersparticipatie bij de Amsterdamse wijkaanpak. Ze is een van de organisatoren van de conferentie. Volgens Daman was besparing niet de verborgen agenda van de bijeenkomst.”Het belangrijkste is de vraag hoe we meer ruimte kunnen scheppen voor bewonersinitiatieven. Maar in Zuid-Afrika is geld natuurlijk een grotere beperking dan hier. Dat kan leerzaam zijn: wij moeten het ook doen met minder middelen.”
Maar zijn Nederlanders er wel voor te porren om zelf iets te doen aan de leefbaarheid of aan de openbare ruimte van hun buurt? Volgens Daman doen bewoners nu al veel en kan Kwanda een voorbeeld zijn. “Er zijn buurten met veel werklozen en jongeren en vrouwen zonder uitkering of werk. Daar zit veel potentieel. Belangrijk is zo’n leertraject dat bewoners doorlopen. Daarbij zou je, net als bij Kwanda, contracten met ze kunnen afsluiten over bijvoorbeeld een schoolplein dat moet worden aangepakt, of andere projecten die bewoners belangrijk vinden.”
 

Accountable Autonomy
In Chicago hebben burgers sinds begin jaren negentig grote zeggenschap over onderwijs en politietaken. Op basis van deze praktijk en voorbeelden uit Brazilië en India heeft de Amerikaanse professor in de politicologie Archun Fung vier principes opgesteld voor wat Empowered Participatory Governance (EPG) en ook wel Accountable Autonomy wordt genoemd. Een van de principes is dat ambtenaren en professionals bij ondersteuning van bewoners flink wat beslissingsbevoegdheid hebben.
In 2007 is in twee buurten in Den Haag geëxperimenteerd met deze Accountable Autonomy. Dat was geen succes. De proef rondom veiligheid leidde weliswaar tot meer betrokkenheid van burgers, maar van echt meebesturen volgens de principes van Fung kwam het niet. De betrokken ambtenaren en professionals liepen vast in de bureaucratie. Hun chefs en de directeuren daarboven moesten met veel overleg worden overtuigd van de noodzaak van bewonersplannen. Een verlammend proces voor de samenwerking met de betrokken burgers, aldus socioloog en Fung-kenner Imrat Verhoeven. In Nederland moet nog veel veranderen voordat burgers echt kunnen meebesturen.

Burgers die aan de openbare ruimte gaan sleutelen, kan dat in Nederland? Conferentiedeelneemster Tamar Hagbi, regiomager bij corporatie De Key, heeft er een hard hoofd in: “Ik kan mij voorstellen dat als burgers in Nederland zomaar wat stoeptegels gaan rechtleggen, dit hier wordt gezien als overtreding”. Ook Daman erkent dat zo’n initiatief nu niet vanzelfsprekend is: “Als stadsdeel moet je bereid zijn de gebruikelijke gang van zaken opzij te zetten.”

Vertrouwen

Zodra eenmaal een aanzet is gegeven en de voorwaarden zijn geschapen, moeten overheid en bewonersbegeleiders zich afzijdig houden en vertrouwen op de burger om bewonersinitiatieven te laten gedijen, luidt de filosofie achter Kwanda. “Instituties moeten anders gaan denken, minder in termen van helpen. Ze moeten geloven in de eigen kracht van bewoners”, zo onderschrijft Jacqueline van Loon, directeur van het Amsterdams Steunpunt Wonen, dit uitgangspunt. “Corporaties doen het al, maar zijn er nog terughoudend mee. We moeten kijken wat goed gaat en dat uitbreiden. Bijvoorbeeld bewonerscollectieven die zelf hun binnentuin bijhouden.”
Het ASW wordt zelf ook flink getroffen door de bezuinigingen. “Maar we willen niet alleen defensief denken, maar mensen leren het zelf te doen”, zegt Van Loon. “We kunnen niet zeggen: doet u het vanaf nu maar zelf. Want dat gaat niet vanzelf. De vraag is hoe je zo’n leertraject opzet, in de bestaande processen integreert en hoe je er andere financiering voor kunt regelen.”
Programmamanager wijkaanpak Hettie Politiek denkt er hetzelfde over. “Participatie is, net als de wijkaanpak, een kind dat uiteindelijk moet worden losgelaten. Maar nu nog niet. Het is belangrijk genoeg om het structureel te maken. Misschien met financiering vanuit de nieuwe coalities die we nu bij de wijkaanpak smeden met ondernemingen.”
Kan een abrupte subsidiestop als katalysator dienen voor grotere betrokkenheid van burgers? “In Chicago was er inderdaad een soort crisis nodig voor zo’n omslag”, zegt socioloog en participatiedeskundige dr. Imrat Verhoeven. “Maar het is de vraag of in Nederland de druk daar wel groot genoeg voor is.”

Bemoedigend

Meer directe bewonersparticipatie kan ook hier werken, blijkt uit een recente evaluatie van het zogenoemde voucherproject. Bij dit project waren burgers zelf ontwikkelaars, beoordelaars en uitvoerders van plannen voor de buurt. Het experiment leidde tot betrokkenheid van een grote groep bewoners, tot meer contacten tussen verschillende bewoners en tot de verwerving van tal van nieuwe vaardigheden, zoals lobbyen, plannen en verslaglegging. Bovendien gingen bewoners zeer consciëntieus om met gemeenschapsgeld, zegt Margriet Koomen van de Huurdersvereniging Amsterdam, de organisatie die het voucherproject onder haar hoede had. “Voor veel mensen is duizend euro een gigantisch bedrag. Ze zijn daarom vaak zuiniger dan ambtenaren”.

 

 

Johan van der Tol