Overslaan en naar de inhoud gaan
Top
Eerste verdieping
Programma 'Eropaf' wil huisuitzettingen zoveel mogelijk voorkomen
Bemoeizorg bezig aan comeback

Woningcorporaties hebben het paternalisme afgezworen. Een huurder is een klant. Maar lang niet alle Amsterdammers kunnen zich op elk moment zelfstandig redden of op tijd hulp zoeken. Velen hebben sociaal-psychische problemen, lijden aan verslavingen of hebben gewoon een zeer laag IQ. Probleemgevallen blijven lang onzichtbaar. Hulp in een vroeg stadium kan vaak verdere escalatie – zoals huisuitzettingen – voorkomen. De pilot 'Eropaf' herstelt daarom het huisbezoek in ere.

Meneer Amraoui vertelt dat hij alle officiële post netjes op een stapel bewaart. Ongeopend, dat wel. Die stapel is al aardig hoog. Als de maatschappelijk werker voor het eerst aanbelt om eens te praten over signalen van buren en de verhuurder doet Amraoui niet open. Hij vertrouwt het niet. Wat helpt is een handgeschreven briefje, zonder envelop, gewoon door de brievenbus. Bij een tweede bezoek gaat de deur wel open, en kan het gesprek beginnen. Over inwonende zonen die de huur betaalden, maar zijn vertrokken en met de betaling zijn gestopt. Zonder dat hij het wist. Over onbegrijpelijke formulieren. Over het geld dat hij maandelijks overmaakt naar zijn geboorteland, om de familie daar te ondersteunen. Waardoor er geen geld over is voor rekeningen hier.

Zonder dit soort huisbezoeken, begeleiding en schuldhulpverlening wacht Amraoui onherroepelijk een kostbare invorderingsbrief van de deurwaarder, mogelijk een ontruiming. En hij is niet de enige. De corporaties hebben hun handen vol aan huurders met oplopende betalingsachterstanden. Ook het maatschappelijk werk en de schuldhulpverlening komen handen tekort.

De schulden van de gewezen huurder nemen door de ontruimings- en opslagkosten (meubels en andere bezittingen) alleen maar toe en vroeg of laat moet een nieuwe woning worden gevonden. Ook voor corporaties betekent een ontruimingprocedure een stevige kostenpost. 
Wat ligt er dan meer voor de hand dan een meldsysteem in het leven te roepen, waarbij vroegtijdig signalen worden uitgewisseld tussen corporaties, maatschappelijk werk en schuldhulpverlening? Zodat een team hulpverleners erop af kan.

Bemoeien werkt

Eropaf – zo zit het
In een gemeenschappelijke intentieverklaring hebben maatschappelijk werk en de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties over de pilot Eropaf vastgelegd dat:
• huisuitzettingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen,
• het outreachend werken door de maatschappelijke dienstverlening wordt voortgezet,
• de corporaties het maatschappelijk werk in staat stellen vroegtijdig in te grijpen,
• bij de pilot afspraken gelden over een eenduidige werkwijze, die in de organisaties moet worden ingebed,
• klanten moeten weten welke hulp ze kunnen krijgen,
• er een eenduidig overdrachtformulier komt voor communicatie tussen corporaties en negen instellingen voor maatschappelijke dienstverlening.

Eropaf is inmiddels geïmplementeerd bij Doras, MDSO, Stichting Zuid en Raster Bos en Lommer. In Noord is vooral gekeken naar de contacten met de corporaties (vroegmeldingen). Het WMO Servicecentrum streeft ernaar de Eropaf-methodiek in 2006 over de rest van de stad uit te rollen.

In Noord is zojuist een deel afgesloten van de stedelijke pilot ‘Eropaf’, met ‘outreachend werken’ of ‘bemoeibemiddeling’. Deels geïnspireerd op de beproefde methode van voorheen De Vliegende Hollander (HVO-Querido). Maar dan in een zo vroeg mogelijk stadium. Ontruimingen voorkomen door snel te reageren op signalen, persoonlijk contact te leggen en meteen aan te sturen op oplossingen. Actief en ondernemend, volgens het motto van De Vliegende Hollander: ‘Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.’
Het belang van de pilot is onomstreden. Huisbezoeken bij mensen met een huurachterstand verminderen de kans op een latere uitzetting van 50 naar 22 procent. Maar in Amsterdam vonden in 2005 toch altijd nog zo’n 1432 ontruimingen plaats, volgens cijfers van boedelbeheer. Daar zitten overigens ook de ontruimingen vanwege onrechtmatig gebruik bij (wiettteelt bijvoorbeeld). Niet al die mensen kunnen bij familie of vrienden onder dak. Zij komen op straat terecht.
Het zou een overwinning moeten zijn voor Marc Räkers (HVO), die in de publicatie ‘Bemoeien werkt’ (De Balie, 2003, co-auteurs Jos van der Lans en Nies Miedema) beschrijft hoe de cultuur van afzijdigheid aan het eind van de vorige eeuw dominant werd. Corporaties, bijvoorbeeld, trokken zich grotendeels terug uit het privédomein van de huurder. Zelf is hij zich als HVO-er, tegen de stroom in, blijven inzetten voor echte bemoeizorg, voor direct contact met mensen die in de problemen zitten. Noem het pragmatisch paternalisme. Met teams van De Vliegende Hollander boksten de HVO-ers jaren op tegen de weerstand tegen bemoeizorg. Maar ze behaalden successen bij hun achterhoedegevecht tegen huisuitzettingen.
Sinds 1 januari 2006 is de formule overgedragen aan SOM (een stichting voor ondersteuning van de maatschappelijke dienstverlening in Amsterdam), en heet nu Eropaf. Drie HVO-medewerkers, gepokt en gemazeld in het werken volgens de methode van De Vliegende Hollander, krijgen via dit project de gelegenheid een cultuurverandering bij de deelnemende organisaties teweeg te brengen.
Die cultuurverandering geldt ook voor de corporaties, waar overigens grote verschillen bestaan in de omgang met huurders. “Vijftien jaar lang hebben de meeste medewerkers zich teruggetrokken in hun kantoren, verscholen achter folders, wachtkamers en spreekuren. Nu moeten ze erop af, op een niet-bureaucratische manier met mensen gaan werken”, zegt Räkers. “Ook intern. Het kwam voor dat een afdeling sociaal beheer geen contact had met de afdeling incasso. En het werkt! Het levert corporaties bovendien besparingen op, want ontruimen kost veel geld. Er is een doorbraak gaande, ik heb goede hoop.”
Maar hoe is de praktijk?

Capaciteitsgebrek

Een pilot is er om knelpunten te signaleren. Zo werkt het ook in Noord. De vijf betrokken corporaties nemen, als een betalingsachterstand is ontstaan, eerst zelf contact op met een huurder. Sommige, zoals de AWV of Het Oosten, gaan zonodig zelf op huisbezoek. De AWV heeft zelfs een eigen team voor huurschuldinterventie. Als een deurwaarder wordt ingeschakeld, moet tegelijkertijd een digitaal overdrachtsformulier naar het door SOM beheerde centrale meldpunt van Eropaf worden gestuurd. Met een cc-tje naar de betrokken maatschappelijke instelling. Dat gebeurt nog niet altijd. In Noord komen de meldingen dan aan bij Doras. Doras moet dan in actie komen. Gebeurt dat ook?
Maatschappelijk werker Sanne van Jaarsveld legt inderdaad huisbezoeken af en ziet dan wat zich achter de gordijnen afspeelt. “Het is met de zelfredzaamheid minder goed gesteld dan we dachten. Je ziet vaak een combinatie van problemen.”
Ze kreeg een gerichte training, met acteurs, en dat bleek nodig. “Je moet je naar binnen zien te praten en daarvoor neem je soms de taal en de motoriek van huurders die je bezoekt over. Je probeert zo contact te maken. Dat lukt natuurlijk niet zonder inlevingsvermogen. Opvallend is de opluchting bij die mensen, als ze eenmaal door hebben dat je komt om te helpen.”
Ze noemt het voorbeeld van een wantrouwige vrouw, die bang bleek te zijn dat de jeugdhulpverlening haar stiefkinderen zou weghalen. Van Jaarsveld: “Ik probeer samen met haar inzicht te krijgen in haar situatie en de zaak weer op de rails te zetten. Vaak blijkt het echt een chaos, maar met één huisbezoek kom je al verder.”
Haar manager Meta de Vries (maatschappelijke dienstverlening/Doras) voegt er aan toe: “Voor dit werk moet je echt aanleg hebben. Het is heel intensief. Van de corporaties kregen we in vier maanden 125 meldingen, die kunnen we onmogelijk allemaal afwerken. De helft zou al mooi zijn. Het aantal zou nog hoger zijn als alle corporaties alle gevallen hadden gemeld. Maar als dit leidt tot minder kosten voor de corporatie, zie ik een model voor me waarbij zij meebetalen aan de maatschappelijke dienstverlening.”
Overigens stelt ze vast dat de grenzen van de extramuralisering in zicht zijn. “Het maatschappelijk werk is geen sociale veegploeg. Er lopen veel Amsterdammers rond met een structurele hulpbehoefte, en dan praat ik nog niet eens over de zorgmijders.”

Persoonlijk contact

Marjolein van de Waag zit voor de Alliantie aan de andere kant van de lijn. Zij meldt huurders aan bij SOM en Doras. “Voor dit soort huisbezoeken hebben we zelf niet altijd tijd”, zegt ze. “Daarom proberen we eerst met brieven tot een afbetalingsregeling te komen. Als geen reactie volgt schakelen we Eropaf in.” Dat is conform de afspraken. Maar niet helemaal. “We melden niet alle gevallen van huurachterstand, daarvoor heeft Doras de capaciteit niet.” Sinds de start van de pilot (in Noord) – begin dit jaar - is er bij de Alliantie maar één ontruiming geweest. Maar veel bezit hebben ze niet in Noord.
“Je hebt altijd nog de hulpweigeraars”, vertelt ze. “Vangnet en Advies van de GGD kan er dan op af, maar dat helpt ook niet altijd.”
Tiny Dekker, medewerker huuradministratie van de AWV, heeft er net een avond evalueren (over Eropaf in Noord) op zitten. “Nu al is duidelijk dat er teveel meldingen zijn. Je kunt de pilot niet beoordelen op een paar huisbezoeken. Maar als de capaciteit van Doras niet toereikend is, zit je als corporatie met administratieve rompslomp die niets oplevert.”
Er moeten dus goede criteria komen voor een melding, beaamt Monique van Schoot, pilotbegeleider van SOM. “Huisbezoeken kosten geld, en wie betaalt dat dan als straks de eenmalige subsidies van de AFWC en het Oranjefonds op zijn? Misschien dat de corporaties die diensten in gaan huren. Zij zien het belang van een pro-actieve opstelling. DMO en DWI zullen die kosten na 2007 niet alleen gaan dragen. Er is geld nodig voor implementatie, overdracht, inwerken en scholen van medewerkers.”

Eropaf – de procedure
Bij iedere stap minder kans op een ontruiming (de ‘ontruimingszeef’)
Bij huurachterstand maant de verhuurder en gaat (eventueel) zelf op huisbezoek.
Als een deurwaarder wordt ingeschakeld, wordt op hetzelfde moment een melding gedaan bij de maatschappelijke dienstverlening. De deurwaarder zendt een sommering en wacht dan op verdere instructies van de verhuurder. Een duo (maatschappelijk werk en schuldhulpverlening) gaat op huisbezoek.
De bevindingen van het huisbezoek worden binnen twee weken na de melding doorgegeven aan de verhuurder. Er wordt een hulpverleningsplan opgesteld. De deurwaarder krijgt opdracht de vorderingsprocedure te stoppen, danwel door te zetten.
Als het contact tussen hulpverlener en verhuurder stagneert, wordt dit gemeld bij het centrale meldpunt van SOM. Er volgt een onderzoek naar oorzaken en mogelijke oplossingen.
De verhuurder bespreekt problemen bij het (schuld)hulpverleningstraject altijd met de betrokken hulpverlener.
Voor wie?
• Huurders met sociaal-psychische problemen
• Huurders die plotseling een afwijkend huurbetalingsgedrag vertonen
• Huurders die structureel achter lopen (en met wie meer aan de hand kan zijn)
• Huurders waarover serieus te nemen signalen worden doorgegeven
In de initiatiefgroep van de pilot zitten naast corporaties, maatschappelijk werk en schuldhulpverlening ook vertegenwoordigers van HVO, deurwaarders, huurders met problematische schulden en de gemeente.
De ontruimingszeef heeft model gestaan voor het protocol huisuitzettingen in het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang van de vier grote steden, dat in samenwerking met verschillende ministeries tot stand is gekomen. Het is begin dit jaar gepresenteerd aan staatssecretaris Ross-Van Dorp.

Bas Donker van Heel

Thema