Amsterdam telt inmiddels vijf zogeheten Lang Leven Thuisflats: seniorencomplexen waar woningcorporaties, zorgverleners en welzijnsorganisaties actief werk maken van community building voor ouderen. Leidt meer gemeenschapszin en omzien naar elkaar tot lagere zorgkosten? Voor die conclusie is het nog te vroeg. Wel heeft het initiatief de wind in de zeilen. De komende tijd worden vijftien nieuwe projecten verwacht.
De gemeente Amsterdam lanceerde in 2022 het idee voor Lang Leven Thuisflats: seniorencomplexen waar bewoners een draagkrachtige en actieve gemeenschap vormen, een plek ook waar ouderen actief blijven, minder eenzaam zijn, langer zelfstandig wonen en als het nodig is zorg aan huis krijgen. Elk complex kent één preferente zorgverlener. Er is op die locatie één welzijnsorganisatie actief en soms is ook het lokale Buurtteam bij de seniorenflats betrokken. Na een ‘speeddate-sessie’ op initiatief van de gemeente met woningcorporaties, welzijnsorganisaties en zorgpartijen ontstonden twee jaar geleden negen matches; inmiddels zijn vijf Lang Leven Thuisflats écht bezig met deze vorm van ouderenhuisvesting. De andere vier verkeren in een vergevorderd stadium. En na een tweede ‘huwelijksmarkt’, zoals de speeddate in september 2024 werd genoemd, staan elf nieuwe initiatieven in de startblokken. Ook in Amstelveen zijn twee van dergelijke voorzieningen in voorbereiding.
Dubbele vergrijzing
Positief nieuws dus voor D66-wethouder Alexander Scholtes van Zorg en Maatschappelijke ontwikkeling. Hij ambieert de komst van maar liefst dertig Lang Leven Thuisflats voor 2030. Scholtes ziet verrijkte seniorenflats als één van de manieren om voorbereid te zijn op de zogeheten dubbele vergrijzing. Niet alleen het aantal senioren groeit (in 2040 is ruim een kwart van de Amsterdammers ouder dan 65 jaar), maar ze worden ook ouder. Het aantal 85-plussers verdubbelt. Schaarste aan geschikte seniorenwoningen en aan zorgpersoneel maakt de situatie volgens hem nijpend. “We moeten ervoor zorgen dat ouderen in Amsterdam op een fijne manier oud kunnen worden. Lang Leven Thuisflats zijn daarvoor niet dé oplossing, maar wel een oplossing. Er is heel veel wat je voor elkaar kunt doen, zonder dat het direct een zorgvraag betreft. Daarvoor moeten we de gemeenschapszin versterken. En dat kan bij zo'n Lang Leven Thuisflat.”
'Er is heel veel wat je voor elkaar kunt doen, zonder dat het direct een zorgvraag betreft'
Scholtes ziet nog meer voordelen: “Als senioren bereid zijn hier naartoe te verhuizen, levert dat een positieve bijdrage aan de doorstroming op de woningmarkt. En efficiënt organiseren van de zorg, waardoor bewoners en zorgmedewerkers met vaste gezichten te maken hebben, maakt het werken in de zorg veel leuker.”
Carolien de Wit, programmamanager Lang Leven Thuisflats Amsterdam, legt uit hoe zo’n woonvoorziening gestalte krijgt. “Het begint met de keuze voor een of meer woongebouwen met in totaal ongeveer honderd sociale huurwoningen: gelijkvloerse voor senioren geschikte ‘nultredenwoningen’. Ook is het belangrijk dat er een gemeenschapsruimte is of dat zo’n ruimte gemakkelijk is te realiseren. Vervolgens neemt een projectleider, meestal in dienst bij één van de partners, het voortouw bij het maken van afspraken over de ambities van de deelnemers en de organisatie van de samenwerking. Uitgangspunt is dat de bewoners zélf bepalen wat zij belangrijk vinden. En dat kan in elke Lang Leven Thuisflat anders zijn. Elke flat is dus een project op zich.”
Juiste bewonerspopulatie
Langer Thuis-coaches vormen de spil in de community building. In de Statenjachtflat - een woontoren van Eigen Haard in Amsterdam-Noord - verzorgen projectleider Marco den Haan en Angela Kroon van stichting Dock vanaf begin dit jaar de Langer Thuis-coaching. “Het doel is dat mensen zo lang mogelijk op hun eigen stekkie kunnen blijven wonen”, zegt Den Haan. “Met een glimlach”, benadrukt hij. “We zijn begonnen met activiteiten met bewoners die open staan voor gemeenschappelijke activiteiten. Van daaruit proberen we steeds meer mensen bij de community te betrekken.” Naast het stimuleren van activiteiten voor gemeenschapsvorming, letten zij samen met het zorgteam van Evean op eventuele zorgvragen. “Dat is de magie van een Lang Leven Thuisflat”, aldus Den Haan.
Om met elkaar een zorgzame gemeenschap te kunnen vormen, moet er onder de bewoners voldoende draagkracht zijn. Dat vraagt volgens Carolien de Wit om een goede balans tussen vitale en zorgbehoevende bewoners. Het bereiken van de juiste bewonerspopulatie is onder meer een zaak van woningtoewijzing. De Huisvestingsverordening van de gemeente Amsterdam biedt mogelijkheden om in bepaalde situaties woningen buiten de reguliere woningverdeling toe te wijzen. Ymere verhuurt in de Flevoflat in Amsterdam-Oost, de eerste Lang Leven Thuisflat, vooralsnog 24 woningen aan cliënten van Zorggroep Amsterdam Oost (ZGAO). Eigen Haard doet in de Statenjachtflat hetzelfde voor cliënten van Evean.
Zo krijgt de preferente zorgaanbieder voldoende cliënten om ter plekke een vast zorgteam te laten werken. “Als zij slechts enkele cliënten hebben, dan is hun inzet niet rendabel. Bovendien kan een vast zorgteam van betekenis zijn voor alle bewoners. Dan kennen bewoners en zorgverleners elkaar en is de toegang tot zorg laagdrempelig. Voor de bewoners van de Lang Leven Thuisflat geldt dat zij een vrije thuiszorgkeuze hebben, maar veel bewoners kiezen in de praktijk toch voor de voorkeursaanbieder.”
Is het de inspanning waard? Naar het antwoord op die beleidsvraag zijn velen benieuwd. Het Ben Sajet Centrum volgt vier initiatieven om informatie te verzamelen over de bevorderende en belemmerende factoren bij de ontwikkeling van zo’n nieuwe voorziening. Ze onderzoeken de gemeenschapsopbouw in en rond de flat en kijken naar de rol van professionals als bouwers aan die gemeenschap. Eind dit jaar publiceren zij de eerste onderzoeksresultaten. Eerder al is onderzoek gedaan naar de inzet van Langer Thuis-coaches bij proeftuin d’Oude Raai in De Pijp. Daar bleek dat oudere buurtbewoners niet goed de weg weten te vinden in het aanbod op gebied van wonen, zorg en welzijn. Ook bleek dat al te makkelijk voor duurdere zorg werd gekozen; de Langer Thuiscoach aldaar wist dat te doorbreken met meer doorverwijzingen richting welzijn.
Besparing zorgkosten?
Het opstarten van een Lang Leven Thuisflat kost zo’n honderdduizend euro per jaar. Afgelopen zomer kende het ministerie van VWS aan Amsterdam een subsidie toe van 1,5 miljoen euro voor domeinoverstijgend samenwerken. Daarmee kan de gemeente behulpzaam zijn bij de start van zo’n twintig Lang Leven Thuisflats. Voor volgend jaar vraagt de gemeente opnieuw subsidie aan. Uiteraard wil het Rijk weten of die financiële steun zinvol is, zegt Carolien de Wit. Gedachte achter de nieuwe woonvorm is dat er sprake is van sterke vermindering of in ieder geval uitstel van verpleeghuisopnames door meer maatwerk bij zorg aan huis.
“De roep om duidelijkheid wat dit scheelt in onze zorgkosten is luid”, aldus De Wit. “Die informatie is nodig om voor de toekomst structurele financiering mogelijk te maken voor dit soort initiatieven. Daarom willen we met het ministerie van VWS steekproefsgewijs monitoren op zorgkosten bij één van de Lang Leven Thuisflats. Of de businesscase klopt, kun je pas na een aantal jaren vaststellen.”
Wethouder Scholtes: ‘Mijn motivatie is vooral hoe we ervoor kunnen zorgen dat ouderen de zorg krijgen die ze verdienen’
Ook wethouder Alexander Scholtes vindt het belangrijk om de resultaten in de gaten te houden, al gaat het hem niet zozeer om besparing op zorgkosten: “Mijn motivatie is vooral hoe we ervoor kunnen zorgen dat ouderen, ook als we straks nog grotere personeelstekorten hebben, de zorg krijgen die ze verdienen. Natuurlijk moeten we dat met cijfers kunnen onderbouwen, maar dat is zeker niet het enige deel van het verhaal. Ik zie rondom de Lang Leven Thuisflats al veel goede voorbeelden van gemeenschapsvorming.”
De Statenjachtflat in Banne Buiksloot is één van de vijf Amsterdamse Lang Leven Thuisflats. Vorig jaar renoveerde en vernieuwde woningcorporatie Eigen Haard de woontoren met 112 seniorenwoningen. Op de hoeken van het gebouw werden toen 53 nieuwe woningen en een ontmoetingsruimte toegevoegd. Vervolgens maakte het samenwerkingsverband met welzijnsorganisatie Dock, zorgorganisatie Evean en het Buurtteam een vliegende start. Coach Marco den Haan zoekt continu naar ‘haakjes’ om dingen teweeg te brengen. Toen hij ontdekte dat bewoner Ray fanatiek biljarter is, werd in de gemeenschappelijke ruimte een biljarttafel geplaatst. Henk, een nieuwe bewoner, kreeg een biljartkeu in handen geduwd en vond zo direct aansluiting bij zijn medebewoners. Een bewonersgroep dacht mee over de inrichting van de gemeenschappelijke ruimte. En de keuze van een naam. Ed (57) - geen senior, maar wel bewoner en werkzaam als conciërge op het Mediacollege Amsterdam - regelde dat leerlingen van zijn school een logo ontwerpen en de belettering op de ramen verzorgen.
Norma (74) en Lily (68) vormen het kookteam dat eens per maand op zondag een gezamenlijke maaltijd verzorgt. “Je bent bezig en dat houdt me jong”, zegt Norma. Ze zijn hier allebei zo’n jaar of twee geleden komen wonen, maar hadden nog niet veel onderling contact. “Bij het koken is een klik ontstaan”, zegt Lily. “We leren van elkaar want we koken allebei heel anders.”
Carla (78) is vanuit Drenthe naar Amsterdam terug verhuisd. Ze vindt het prettig dat de bewonersbijeenkomsten vrijblijvend zijn. “Ik kan zelf bepalen wanneer ik kom. Toch is het fijn dat mensen elkaar in de gaten houden. Toen ik twee keer niet geweest was, kreeg ik een appje of het wel goed met mij gaat.” |
Gerealiseerd:
In voorbereiding:
|